De feiten: Stellantis boekt fors verlies door heffingen, dalende verkoop en terugroepacties
Stellantis, het in Nederland gevestigde Europese autoconcern achter merken als Citroën, Fiat, Peugeot, Jeep en Opel, verwacht dat Amerikaanse importheffingen het concern dit jaar 1,5 miljard euro kosten, waarvan 300 miljoen al in de eerste helft van 2025 en 1,2 miljard in de tweede helft.
Eerder werd bekend dat Stellantis in de eerste helft van dit jaar een nettoverlies van 2,3 miljard euro leed. Dat is te wijten aan tegenvallende verkopen, de impact van Amerikaanse importheffingen en kosten door afgeblazen projecten en afboekingen.
Stellantis meldde het verlies vervroegd in voorlopige halfjaarcijfers, om transparantie te bieden over de ernst van de situatie.
De omzet zakte met bijna 13 procent tot 74,3 miljard euro, terwijl de voertuigleveringen in het tweede kwartaal met 6 procent terugliepen. Vooral in Noord-Amerika en Europa heeft Stellantis moeite om zijn auto’s kwijt te raken.
Stellantis worstelt met heffingen, overcapaciteit en terugroepacties
Alleen al de nieuwe Amerikaanse importheffingen kostten het concern zo’n 300 miljoen euro. Ook kampt Stellantis met overcapaciteit in Europa, waar de opmars van Chinese fabrikanten als BYD de marges verder onder druk zet.
Tegelijk stopt Stellantis zijn waterstofactiviteiten en de productie van waterstofbedrijfswagens. Daarover meldde het concern: ‘De marktpotentie is onvoldoende.’
Over het effect van de grote terugroepactie bij Citroën — door mogelijk dodelijke airbags van het merk Takata — op de voorlopige halfjaarcijfers, rept Stellantis niet. In Nederland en Frankrijk staan duizenden auto’s stil in afwachting van vervangende airbags. Die levering verloopt traag, waardoor automobilisten weken moeten wachten.
Stellantis spreekt van een ‘moeilijke markt’ en zegt te werken aan een nieuwe strategische koers voor Europa en de Verenigde Staten.
Wie zegt wat over Stellantis?
Bron: Reuters, Autoweek, New York Post- ‘Wij denken dat tegenvallende cijfers al werden verwacht,’ schijft Philippe Houchois, analist bij investeringsbank Jefferies in een bericht aan klanten van Stellantis.
- Analisten van investeringsbank Bernstein zeggen dat Stellantis ondanks een ‘grote’ winstdip met zijn herstructureringsmaatregelen ‘duidelijke stappen’ zette voor de toekomst.
- ‘Weinig autoconcerns zijn jarenlang zo slecht bestuurd,’ schreef AutoWeek-columnist Bas van Putten eerder over het internationale autobedrijf. In zijn column ging hij in op meerdere problemen binnen het bedrijf waaronder de grote airbag-terugroepactie.
- Stellantis zegt dat de Amerikaanse importheffingen het bedrijf tot nu toe 300 miljoen euro kostten door lagere leveringen en productie. Volgens financieel directeur Doug Ostermann geeft dit bedrag geen goed beeld voor de tweede helft, omdat de heffingen pas halverwege het eerste half jaar ingingen. ‘Gezien de huidige vooruitzichten, verwacht ik dat dat bedrag in de tweede helft waarschijnlijk zal verdubbelen, of zelfs meer.’
EW’s visie: Stellantis lijkt vergeten dat autofabrikant dicht bij de klant moet staan
De slechte resultaten van Stellantis komen niet als een verrassing. Sinds begin vorig jaar gaat het steil bergafwaarts met de Franse, Italiaanse, Duitse en Amerikaanse merken van het concern. Topman Carlos Tavares lag zwaar onder vuur en trad in december abrupt af, hoewel zijn contract tot 2026 liep.
Zijn aftreden was een teken dat er grotere problemen spelen binnen het concern. De aandelenkoers daalde direct met 2 procent en staat inmiddels circa 35 procent lager dan begin dit jaar.
Maar dit gaat over meer dan over één man. Als Stellantis niet uitkijkt, raakt het de klant kwijt — in de Verenigde Staten, in Europa, overal. En dat kan een autofabrikant zich niet veroorloven.
Waar komt de ellende vandaan?
Stellantis heeft, net als andere autofabrikanten, last van onder meer de Amerikaanse importheffingen. Maar het bedrijf moet vooral naar zichzelf kijken.
Het maakt auto’s voor de Amerikaanse markt die de consument daar niet wil. In de Verenigde Staten draait het voor Stellantis vooral om Jeeps en Dodge-pick-ups. Amerikanen zijn dol op deze bullebakken, maar Stellantis weet die liefde steeds minder te verzilveren. Dodge leverde vorig jaar nog maar 141.730 auto’s af (min 29 procent vergeleken met vorig jaar), Jeep zakte in 2024 naar 587.725 (min 9 procent).
Een elektrische pick-up (Dodge Ram 1500 EV) kwam vrij laat pas op de markt.
Ver weg van de Amerikaanse klant
Amerikaanse experts zijn kritisch. De strategie voor de Verenigde Staten wordt in Europa bedacht, maar veel van de productie gebeurt in Mexico, Canada en zelfs in Italië.
Het beste voorbeeld: de Dodge Hornet, een SUV gebouwd in Italië voor de Amerikaanse markt. De productie van dat model is inmiddels gepauzeerd, mede vanwege de gevolgen van Trumps importheffingen — maar vooral omdat het model totaal niet verkoopt. De Amerikaanse klant zit niet te wachten op een Alfa Romeo-kloon.
Dit is geen tijdelijk probleem. Stellantis lijkt vergeten dat een autofabrikant dicht bij de klant hoort te staan.
Als Stellantis niet oppast, verliest de grote automaker ook de Europese klant. In Europa probeert het bedrijf het klantcontact al te verminderen, door over te stappen op online-verkoop en zo de dealer buitenspel te zetten. Dit alles om geld te besparen.
Ook in Europa te laat en te duur
In Europa winnen Chinese merken zoals BYD marktaandeel met betaalbare elektrische modellen, terwijl Stellantis blijft hangen in hybrides. De verkoop van de elektrische Fiat 500e stortte in: min 71 procent in Duitsland, min 73 procent in Frankrijk. Een hybride 500 moet het tij keren, maar die komt pas eind 2025.
Op zich snapt Stellantis wel dat de Europese klant nog graag een hybride wil hebben. Maar linksom (BYD) en rechtsom (Volkswagen en ook nog Tesla) wordt het bedrijf vooralsnog ingehaald op het gebied van elektrische auto’s. En zoals de Amerikaanse markt met de pick-up laat zien: als je elektrische modellen niet op tijd klaar hebt staan, kan een concurrent er met de klant ervandoor gaan.
De strategie komt nu vooral neer op kosten snijden: dealers schrappen, fabrieken sluiten, waterstofplannen wegstrepen.
Een cultuurprobleem
Stellantis moet zich zorgen maken over het consumentenvertrouwen. Terugroepacties van airbags kunnen gebeuren, maar vertrouwen behoud je alleen door dicht op de klant te zitten, en naar ze te luisteren.
Of zoals AutoWeek-columnist Bas van Putten het noemt: ‘Stellantis rommelt maar wat aan.’ Goed leiderschap, betrouwbaarheid, doelmatigheid en een toekomstbestendige strategie op het gebied van elektrische auto’s lijken te ontbreken bij de autoreus.
Een langer durende bestuurssoap kan de multinational zich niet permitteren. De nieuwe directie moet flinke stappen zetten.