Wil je een succesvol familiebedrijf echt in de familie houden, dan staat één element als een paal boven water: kinderen moeten het roer van hun ouders kunnen en wíllen overnemen.
Ik heb er een romantisch beeld bij: familieleden voeren een doorlopend gesprek over hun dilemma’s. Aan de keukentafel trekt de samenleving aan ze voorbij. Alle trends en ontwikkelingen die het bedrijf aangaan passeren de revue. Deze inclusiviteit geeft familiebedrijven in potentie een waardevolle oorsprong. De visie van verschillende generaties – dus ook de jongste – wordt meegenomen in besluitvorming. Ideaal, zo’n moreel kompas en originele, verrassende kijk op zaken.
Wat zou ik graag meeluisteren met die gesprekken! Stellen zittende bestuurders open vragen of zoeken ze bevestiging van hun eigen koers? Horen ze wat de jongeren zeggen, ook tussen de regels door? Maken ze echt gebruik van hun creativiteit en zuivere oordeel? Leggen ze verantwoording af?
Mensen vragen me af en toe of kinderen wel in staat zijn om mee te denken over bedrijfsvoering en lastige maatschappelijke dilemma’s. Mij is duidelijk geworden dat kinderen van nu veel meer weten dan vroeger. Ze kunnen niet alleen meedenken, ze wíllen het vaak ook. Geef ze de ruimte, zonder dat de verantwoordelijkheid van oplossingen op hun schouders terecht komt.
Samenspraak tussen generaties zou voor elke organisatie het nieuwe normaal moeten zijn. Dat brengt nieuwe perspectieven met zich mee, zo is onze ervaring met de Raden van Kinderen die inmiddels 75 organisaties in alle delen van het Koninkrijk hebben. Want zeker is: als generaties elkaar verstaan, wint iedereen. Familiebedrijf of niet.