Waarom DENK hooguit een paar Kamerzetels krijgt

01 december 2016Leestijd: 4 minuten
Foto: ANP

Gaan Nederlandse Marokkanen en Surinamers werkelijk massaal samen met Turkse Erdogan-aanhangers onder één politieke paraplu schuilen? Twee, hooguit drie zetels krijgt DENK.

De grote media-aandacht voor de nieuwe partij DENK kan gemakkelijk leiden tot het idee dat deze partij bij de verkiezingen van 15 maart met een forse delegatie de Tweede Kamer instormt. Wie zijn oor links en rechts te luisteren legt, merkt ook dat de opvatting onder de bevolking heeft postgevat dat DENK een partij wordt, waarmee aan het Binnenhof ernstig rekening moet worden gehouden.

Nu doet iedere zetel in de beide Kamers van ons parlement er toe, al helemaal sinds de Rutte-kabinetten moeite hebben om aan beide zijden van het Binnenhof meerderheden te halen. In die zin kan DENK zelfs met 1 zetel er toe doen. Maar een partij van behoorlijke omvang – daar is heel weinig kans op.

Ga maar na.

DENK heeft zijn basis in Turkse moskeeclubs
DENK is een afsplitsing van de PvdA. Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk waren twee weinig opgemerkte PvdA-kamerleden, totdat ze zich in het najaar van 2014 verzetten tegen het voornemen van PvdA-minister Lodewijk Asscher om Turkse moskeeclubs onder de loep te nemen,  omdat die de integratie zouden belemmeren. De twee Turkse Nederlanders werden uit de PvdA-fractie gezet en begonnen een eigen fractie.

De basis van DENK wordt dus gevormd door het opkomen voor Turkse moskeeclubs die vanuit Turkije de Nederlandse Turken aan hun herkomstland en hun tradities willen binden.

De belangrijkste van die clubs zijn Diyanet (onderdeel van de Turkse staat) en Milli Görüs, dat voortkomt uit dezelfde fundamentalistische beweging waar president Tayyip Erdogan vandaan komt. Sinds Erdogan in 2002 de politiek leider van Turkije werd, zijn Diyanet en Milli Görüs twee handen op één buik.

De Nederturken die op Erdogan stemden, zijn goed voor 1 zetel
Het is dus niet zo vreemd, dat iemand als de socioloog Ruud Koopmans stelt dat DENK niets anders is dan de lange arm van de Turkse president Erdogan in de Nederlandse politiek.

Nu is Erdogan erg populair onder Nederturken. Bij de laatste Turkse parlementsverkiezingen, ruim een jaar geleden, stemde 69,7 procent van de opgekomen kiezers in Nederland op Erdogan. Dat is aanzienlijk meer dan in Turkije zelf. Dat kan worden verklaard doordat Nederlandse Turken doorgaans afkomstig zijn uit Midden-Anatolië, dat ook in Turkije zelf doorgaat voor het heartland van Erdogan.

Daarbij moet niet worden vergeten, dat vooral de aanhang van Erdogan met behulp van de bevriende moskeeën en de Turkse ambassade was opgetrommeld om te komen stemmen. Van de 245.000 Nederlandse kiesgerechtigden voor de Turkse parlementsverkiezingen kwam minder dan de helft opdagen: 113.000. Welgeteld 78.800 daarvan brachten hun stem op Erdogan uit. Dat is veel, maar toch niet meer dan, omgerekend, één zetel in de Tweede Kamer.

Niet alle Nederlandse Turken zullen op DENK stemmen
Nederlandse Turken die geen aanhanger zijn van Erdogan zijn nu stiller dan ooit, vanwege Erdogans schrikbewind dat sinds de mislukte zomercoup ook buiten Turkije voelbaar is. Maar vaststaat dat lang niet alle in Nederland stemgerechtigde Koerden, alevieten, kemalisten, linksen en rechtsen zonder meer aanhanger van Erdogan zijn. Alle kans dat er heel wat Turkse stemmen naar partijen als PvdA, GroenLinks, D66, CDA en ook VVD zullen blijven gaan.

Nu zijn Kuzu en Öztürk zo slim geweest zich te verbreden tot een soort ‘immigranten’-partij. Eerst kon de Marokkaanse belangenbehartiger Farid Azarkan worden gestrikt, vervolgens ook de Surinaamse tv-persoonlijkheid Sylvana Simons.

Ook het programma van DENK werd daartoe verbreed. De partij verzet zich tegen integratie van alle immigranten en hun nazaten, maar vindt juist dat autochtoon Nederland zich moet aanpassen. Wat de Turkse oprichters van DENK delen met Azarkan en Simons, is dat ze de etnische groepen waaruit ze voortkomen vooral zien als slachtoffers. In toenemende mate voegen Kuzu, Öztürk en Azarkan zich in het slavernij-frame dat Simons en haar leermeesteres, professor Gloria Wekker, uit de Verenigde Staten hebben gehaald.

Of ‘identity politics’ van DENK stemmen oplevert, is de vraag
Zo is DENK in de Nederlandse politiek de drager geworden van ‘identity politics’ waarbij minderheidsgroepen als slachtoffers van de dominante (‘witte’) en racistische cultuur worden gezien.

DENK neemt autochtoon (‘wit’) Nederland moreel de maat. Nederland is ‘institutioneel racistisch’, het land dient heropgevoed, duizend man racistenpolitie moeten er komen, bedrijven moeten op racisten worden gescand en krijgen geen overheidsopdrachten meer. Enzovoorts.

DENK is een Turkse uitvinding in Hollandse, uit de Verenigde Staten geïmporteerde, en aan de Amerikaanse slavernijgeschiedenis ontleende identity politics. Met zo’n mengsel kun je het moreel zo gevoelige Nederland danig ontwrichten en hele tv-programma’s vullen. Maar haal je er ook stemmen mee? De Amerikaanse presidentsverkiezingen hebben al laten zien dat als je je volledig op minderheden richt – zoals Hillary Clinton deed – je dat niet per se het presidentschap oplevert.

En hoeveel Surinamers stemmen straks op Sylvana?
Laat DENK onder de Nederlandse Turken één, hooguit twee zetels in de Tweede Kamer halen. Hoeveel Surinamers zouden, gemobiliseerd door Sylvana Simons, een stem op DENK uitbrengen? Voorlopig is slechts een minderheid van Surinamers en Antillianen van mening dat Zwarte Piet moet veranderen. Dat zou een teken aan de wand kunnen zijn.

En sinds wanneer voelen Nederlandse Marokkanen zich bij uitstek aangetrokken tot een partij waarin ze gezellig onder één paraplu met Turken en Surinamers kunnen schuilen?

DENK zal nog veel van zich laten horen, dat staat buiten kijf. Maar veel zetels? Met de kennis van nu houdt het met twee à drie wel op. Ongeveer zoveel als de Partij voor de Dieren, daaromtrent. Niet zonder belang, niet verwaarloosbaar, maar geen gamechanger.