Nederland is nooit onafhankelijk of soeverein

26 februari 2017Leestijd: 6 minuten
Nederlandse soevereiniteit? Foto: ANP

De Tweede Kamerverkiezingen van woensdag 15 maart zijn de eerste onder koning Willem-Alexander. Tijdens diens inhuldiging in 2013 lieten de Staten-Generaal hem zweren de onafhankelijkheid van het koninkrijk te verdedigen en te bewaren. Daarmee vroegen de Eerste en Tweede Kamerleden de Koning iets onmogelijks. Een land van de omvang van Nederland is nooit onafhankelijk.

Onder meer de PVV en Forum voor Democratie willen dat Nederland uit de Europese Unie stapt en weer onafhankelijk wordt. Dit is valse romantiek. Nederland is zelfs als Republiek in de zestiende en zeventiende eeuw niet of nauwelijks onafhankelijk geweest. Ons land kan onmogelijk ‘weer’ onafhankelijk worden. Dan doen we alsof we dat waren en dat zijn we eigenlijk nooit geweest.

Lees meer – Nederland wil Europese oplossing voor Trumps  protectionisme: ‘EU kan tegen een stootje’

Nederland als speelbal

Pas het trauma van de Tweede Wereldoorlog bracht bij het lang ‘ neutrale’ Nederland het besef terug dat het een speelbal is. Alleen verankering in internationale organisaties met regels voor alle landen verhindert dat de grote landen handelen naar eigen inzicht, zo was het idee in Den Haag. Nederland werd via de NAVO een militair protectoraat van de Verenigde Staten. In de Europese Unie balanceert ons land economisch op de Duits-Franse as.

Maar het idee van onder meer VVD, PvdA, CDA en D66 dat de groten zich werkelijk laten inperken, is een al net zo romantische misvatting als die van de PVV over soevereiniteit. In Den Haag worden tientallen miljarden euro’s vermorst aan windmolens om aan internationale klimaatdoelstellingen te voldoen. Doelstellingen die door de Verenigde Staten en China worden onderschreven én genegeerd.

Formeel besluit de regering over buitenlandse militaire missies, de facto eist de Verenigde Staten als een klassieke beschermheer jonge mannen op (en nu ook vrouwen) in ruil voor bescherming. Zonder Amerikaanse druk was Nederland niet naar Irak en Afghanistan getrokken. Ook kan Nederland, net als de andere NAVO-kleintjes Noorwegen, Denemarken en België, nauwelijks uit onder de aankoop van Amerikaans militair materieel, zoals recent gevechtsvliegtuig JSF.

De internationale rechtsorde waar Nederland zelfs grondwettelijk de hoop op heeft gevestigd, is ook al weinig weerbaar tegen de groten. Den Haag als stad van vrede en recht met het Internationaal Hof van Justitie en diverse VN-tribunalen is deels een farce. Politici en militaire leiders van kleine, vooral Afrikaanse landen worden daar gedaagd. De Verenigde Staten, China en Rusland erkennen het hof niet. Amerika dreigde zelfs Den Haag binnen te vallen als een Amerikaanse burger daar zou worden vastgezet of gedaagd.

Euroregels

In de Europese Unie biedt de gang van zaken rond de euro een inkijkje in de positie van een klein land. Nederland kon eigenlijk niet buiten de euro blijven omdat Duitsland de D-mark opgaf en onze gulden ‘Duits’ was. Onze regeringen wilden Italië en Griekenland niet bij de euro, omdat die landen niet aan de toetredingsregels voldeden. Onder Franse druk en met de zegen van Duitsland gebeurde het toch. Regels of niet.

In 2003 bleek Den Haag opnieuw naïef over de waarde van de euroregels. Nederland dacht dat Duitsland de belangrijkste partner was voor het handhaven ervan. Maar het waren de Duitsers die ze na een onderonsje met de Fransen dat jaar als eerste braken. Minister van Financiën Gerrit Zalm (VVD) was woest op de Duitsers en ook op de Fransen. Een beetje potsierlijk.

Regels tellen niet voor de groten, maar dat had Zalm zich kennelijk niet gerealiseerd. Nederland vestigde zijn hoop op de Europese Commissie, die de regels moest handhaven. Maar die werd genegeerd. Net als het Europees Hof van Justitie. De groten herschreven de regels zoals ze voor hen goed uitkwamen.

Sindsdien zijn alle euroregels gebroken – met de zegen van de groten. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, zei al in 2016 dat de euroregels niet gelden voor Frankrijk ‘want het is Frankrijk’. Eurogroepvoorzitter en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) was daarover erg kwaad. Die heeft sinds Zalm dus niets geleerd.

Gerry van der ListRedacteur Gerry Van der List ziet een mooi onderwerp voor een nieuw referendum: Nexit

De Commissie als eerlijke handhaver van de euroregels? Dat is een fantasie.

Fair play-fictie

Desondanks blijft Nederland hopen dat als je als kleintje fair play speelt je niet wordt geconfronteerd met powerplay van de groten. Maar dan moet je het spel wel goed spelen.

Het Nederlandse gehamer op handhaving van de euroregels ontplofte in 2012 in het Haagse gezicht. Toen bleek dat Nederland zelf niet aan de euroregels voldeed, stemden vijf partijen in paniek in met zeer schadelijke belastingverhogingen en bezuinigingen. Het kabinet-Rutte II ging daarmee door. De Nederlandse economie is daardoor structureel minstens 7 procent misgelopen, zo berekende hoogleraar economie Bas Jacobs.

Dit had niet gehoeven. België neemt het beduidend minder nauw met de euro- en andere EU-regels en presteerde economisch beter. De Belgen hadden ook niet zo’n grote mond opgezet over de euroregels. Zij zijn de facto altijd door anderen bestuurd en hebben daardoor de wijsheid dat zwijgen meer ruimte oplevert om zelfstandig te handelen dan de Nederlandse grote mond.

Is Nederland dan helemaal machteloos als lid van deze internationale organisaties?

Nee. Maar de ruimte die we hebben, wordt eerder gebruikt om politici een mooi baantje te bezorgen dan het Nederlands belang te dienen. Zowel de laatste kabinetten-Balkenende als de kabinetten-Rutte hoefden geen euro aan Griekenland te betalen. Toch deden ze dat. Dat kost ons minimaal tientallen miljarden euro’s en de rotzooi wordt alleen maar groter. Dijsselbloem mocht wel eurogroepvoorzitter zijn. Ook zijn wij al jaren de grootste nettobetaler aan de EU, een van de grote donoren van de VN, een van de gulste sponsors van ontwikkelingsprojecten, en onze troepen zitten nu weer in Mali. Dijsselbloem (EU) dus, als ook Frans Timmermans (EU),  Jan Pronk (VN), Ruud Lubbers (wilde EU-baantje, kreeg VN), Jaap de Hoop Scheffer (NAVO) en vele anderen voeren of varen er wel bij. Maar daar heeft het land weinig aan.

Wat is het alternatief?

Nederland zou uit alle internationale organisaties kunnen stappen. Uit de NAVO, de VN en de EU en uit de euro. Maar of de onafhankelijkheid dan groter wordt, valt te bezien. Zwitserland is geen EU- en NAVO-lid. Desondanks is het net als Nederland deels een speelbal van de groten.

Zo heeft Amerika de Zwitserse grondwet veranderd. Het bankgeheim moest opgeheven, anders konden de Zwitserse banken vertrekken uit de Verenigde Staten. De Zwitsers gingen door de pomp. Ook hebben de Zwitsers een eigen vrijhandelsverdrag met China. Dat is onaantrekkelijker dan het verdrag dat de EU met de Chinezen heeft. China koopt in hoog tempo Zwitserse bedrijven met hoogwaardige technologische kennis. De Zwitsers probeerden hun frank gekoppeld te houden aan de euro om de export niet te schaden, dat mislukte. De waarde van de frank wordt bepaald door de Europese Centrale Bank in Frankfurt en de geldmarkt in Londen. Ook nemen de Zwitsers bijna alle EU-regels over. Voor Noorwegen geldt hetzelfde. Dat betaalt zelfs 4 miljard euro per jaar voor toegang tot de interne markt van de EU. Niet-NAVO-land Zweden moet versneld de defensie-uitgaven verhogen om de Russen weg te houden. NAVO-land Nederland kan dankzij Amerika nog wel een tijdje talmen.

Zelfs atoommacht Verenigd Koninkrijk, dat uit de EU gaat, is minder vrij dan het lijkt. In het veelgeprezen Who Governs Britain (2015) leerde de dit jaar overleden hoogleraar Anthony King de lezer dat Britse onafhankelijkheid een illusie is. In dat besef probeert de Britse regering gezien Brexit gauw op schoot van Donald Trump te kruipen.

Al met al lijkt het niet zoveel uit te maken wat we doen, ons insnoeren in internationale organisaties of ons daar juist van losmaken. Elke variant heeft een prijs. Wat het landsbestuur – te beginnen met de nieuwe Tweede Kamer – wel kan doe,n is het spel beter te spelen. Dan wint de eed die de Koning aan de Staten-Generaal moest afleggen, aan geloofwaardigheid.