Pakistan woest over cartoonwedstrijd Wilders, Blok beraadt zich op reactie

21 augustus 2018Leestijd: 3 minuten
Boze demonstranten verbranden de Nederlandse vlag in de Pakistaanse stad Peshawar - Foto: AFP

Minister Stef Blok (VVD) van Buitenlandse Zaken moet snel met een reactie komen op de omstreden Mohammed-cartoonwedstrijd van PVV-leider Geert Wilders. De Pakistaanse regering is woedend, en heeft de Nederlandse zaakgelastigde ontboden vanwege de kwestie.

Pakistan verwijt Wilders de islam in een kwaad daglicht te willen stellen. De cartoonwedstrijd is volgens het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een ‘verschrikkelijk en schandelijk plan’. Het land roept de hulp in van andere islamitische landen, en wil de kwestie ook bij de Verenigde Naties (VN) onder de aandacht brengen.

Blok geeft dinsdag aan snel met een reactie te komen namens het kabinet, meldt de NOS.

Volgens Blok komen ‘druppelsgewijs reacties binnen’ van andere landen, maar hij noemt geen namen. Het ministerie zegt dat de Organisatie van Islamitische Samenwerking eind juli Nederland heeft aangeschreven. De organisatie is een samenwerkingsverband van 57 islamitische staten, waaronder Saudi-Arabië, Indonesië, Iran, Egypte, Turkije en Marokko. Ook Suriname is lid.

Belangen van Nederlanders in Pakistan moeten worden veiliggesteld

Wat de minister betreft moet worden benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is in Nederland en alle ruimte moet krijgen. Ook zegt hij ervoor te willen zorgen dat de belangen van Nederlanders die ergens wonen of werken waar veel protest is tegen spotprenten over de islam, veiliggesteld worden.

Twee maanden geleden kondigde Wilders aan dat hij later dit jaar een cartoonwedstrijd wil houden over de islamitische profeet Mohammed. Wanneer het precies moet gebeuren, is nog niet bekend, maar hij zou inmiddels al zo’n tweehonderd inzendingen binnen hebben. De beste cartoons worden door Wilders en een nader te noemen jury geselecteerd. De overige cartoons wil Wilders bundelen in een ‘blad à la Charlie Hebdo‘, verklaarde hij in juli. Het satirische Franse tijdschrift publiceerde ook diverse keren Mohammed-cartoons, en moest dat in januari 2015 bekopen met een aanslag door islamitische terroristen op de redactie, waarbij in twaalf mensen werden doodgeschoten.

Na de aankondiging van de wedstrijd is in Pakistan een aantal keer hevig gedemonstreerd tegen Wilders en Nederland. Ook afgelopen vrijdag waren er in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad weer duizenden mensen aan het protesteren. Tijdens eerdere demonstraties toonde Wilders zich weinig onder de indruk: in juli noemde hij demonstranten ‘idioten’.

Blok zegt dinsdag dat het ongenoegen over de cartoonwedstrijd groeit, ‘mogelijk ook in andere landen’. Hij bespreekt met het kabinet ‘welke stappen’ er kunnen worden genomen. Hij verwijst naar 2008, toen Wilders zijn omstreden anti-islamfilm Fitna uitbracht. Ook toen gingen er in Pakistan duizenden boze mensen de straat op. Het ministerie van Buitenlandse Zaken gaf diplomaten destijds de opdracht om te benadrukken dat de film niet het standpunt van de Nederlandse regering verkondigde.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof liet al in juni weten vanuit terreuroogpunt geen bezwaar te hebben tegen de wedstrijd, en ook Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer, zei dat Wilders voor een bijeenkomst in zijn eigen fractiekamers geen toestemming nodig heeft.

Mislukte aanslag op cartoonwedstrijd in Texas waar Wilders sprak

In mei 2015 sprak Wilders samen met onder meer de islamcriticus Pamela Geller bij een andere Mohammed-cartoonwedstrijd, in Garland in de Amerikaanse staat Texas. Twee jihadisten openden het vuur en verwondden een agent, maar doodden niemand. Beide schutters werden doodgeschoten. Een video van Wilders’ toespraak in Garland is verwijderd van YouTube in Pakistan, heeft de videosite per mail aan de PVV-leider laten weten.

Een jaar na het incident in Garland bleek dat een FBI-agent op de hoogte was van de geplande aanslag, maar niets deed om die te voorkomen. Nederland vroeg de Amerikaanse regering om opheldering over de rol van de veiligheidsdienst, maar kreeg die voor zo ver bekend niet.