Gemeenten krijgen 7 miljoen euro voor deradicalisering terroristen, maar werkt het wel?

29 oktober 2023Leestijd: 2 minuten
Straatcoaches doen hun ronde in Amsterdam Nieuw-West. Ze fietsen door de wijk en spreken jongeren aan op hun gedrag. Foto: Mark Kuipers/HH

In hoeverre kun je terroristen deradicaliseren? Voor gemeenten is een sleutelrol weggelegd bij het voorkomen dat extremisten (opnieuw) ontsporen.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid stelt samen met dat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid jaarlijks 7 miljoen euro beschikbaar aan Versterkingsgelden. Die zijn bestemd voor een lokale integrale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme. De AIVD verdeelt het geld over de gemeenten en bekijkt of de aanvragen een bijdrage leveren en juridisch door de beugel kunnen.

Den Haag kreeg in 2022 met 849.000 euro van de negentien gemeenten het meest. Rotterdam ontving 747.000, Utrecht 602.000 en Amsterdam 339.000. Arnhem kreeg 675.000 en het kleine Nuenen nota bene 596.000.

Privacywet vormt obstakel voor delen informatie

Maar werken die programma’s? De privacywet vormt een obstakel voor het delen van informatie. In de praktijk wordt vooral veel geld uitgegeven aan preventie door onder anderen jongerenwerkers en wijkagenten. Er is veel overlap met de aanpak van georganiseerde misdaad.

De meeste ‘kandidaten’ zijn niet zo radicaal als Mohammed Bouyeri. ‘Uitreizigers’ bleken vaak avonturiers. Het is volgens experts een illusie dat overtuigingsdaders kunnen worden gederadicaliseerd. Zij houden juist vast aan hun radicale gedachtegoed. Een realistischer scenario is desistance: mensen passen hun ideologie niet aan, maar zien af van het plegen van misdrijven. Dat kan omdat ze goed worden ­begeleid, maar ook omdat ze ouder worden of andere interesses krijgen.

Onmogelijk vast te stellen of programma’s voor deradicalisering werken

Omdat een controlegroep ontbreekt van (ex-)terroristen die geen begeleiding krijgen, valt onmogelijk vast te stellen of de programma’s werken. Voor gemeenten is het intussen aantrekkelijk een beroep te doen op de Versterkingsgelden. Critici spreken van een ‘markt van veiligheid’. Onder het label van de aanpak van terrorisme trokken gemeenten extra ambtenaren aan.

Omdat niemand weet of het werkt, dreigt zelfs het gevaar van schijnveiligheid.
Ook voor wetenschappers en denktanks als Clingendael is ‘terreur’ een lucratief ­onderzoeksgebied. Veel onderzoeken zijn echter gebaseerd op interviews met steeds weer dezelfde bronnen. Weinig (ex-)terroristen werken mee of zijn in staat hun opvattingen goed te verwoorden.