Testen, testen, testen. Of toch niet?

28 maart 2020Leestijd: 5 minuten
Foto: Rob Engelaar/EPA/ANP

Testen, testen, testen. Dat was de ‘simpele’ boodschap die de WHO een kleine twee weken geleden voor de hele wereld had. In Nederland wordt relatief weinig getest. Waarom? Is daar nog verandering in te brengen? En was de boodschap van de WHO wel zo simpel?

Allereerst even voor de duidelijkheid: er zijn twee soorten testen. Een waarmee is vast te stellen of iemand COVID-19 heeft en een om vast te stellen of iemand COVID-19 heeft gehad. Toen directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) Tedros Adhanom Ghebreyesus het twee weken geleden had over ‘test, test, test‘ doelde hij op de eerste soort test, om te zien of iemand ziek is.

Lees meer op de beperkte testcapaciteit: Laat aanvaring met Roche een leermoment zijn

Nederland doet die tests op dit moment alleen nog maar bij de ernstig zieke patiënten. Dat heeft onder meer te maken met de relatief beperkte testcapaciteit – volgens het RIVM ‘in vol bedrijf, zo’n 10.000 testen per dag’ – en een wereldwijd tekort aan allerlei testbenodigdheden, vooral bij de voor Nederland belangrijke leverancier Roche Diagnostics. Testen op grote schaal – waar miljoenen testen voor nodig zijn, per persoon zijn minstens twee tests nodig – is dus vooralsnog niet mogelijk.

Nederlandse laboratoria zijn grotendeels afhankelijk van één fabrikant

Zijn die capaciteitsproblemen de belangrijkste reden dat we in Nederland zo weinig testen? Of was het ook een doelbewuste strategie om alleen de kwetsbare patiënten op te sporen? Een combinatie van allebei. Ja, de capaciteit is beperkt, maar: ‘We kozen daar ook voor vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Het testen van mensen met milde klachten is leuk voor de statistieken, maar de gezondheidswinst ervan is nihil,’ zei een RIVM-woordvoerder eerder tegen NRC.

Lees alles over het coronavirus in ons dossier

Nu blijkt dat veel landen het aantal besmettingen toch flink weten te beperken door op grote schaal te testen, is het vechten om het beperkte aantal testen dat er wereldwijd beschikbaar is. Dat de Nederlandse laboratoria grotendeels afhankelijk zijn van één fabrikant helpt daarbij ook niet mee. Dat is nooit handig en zeker niet tijdens een crisis met wereldwijd grote tekorten, zo blijkt nu.

Feike Sijbesma, voormalig bestuursvoorzitter van chemieconcern DSM, is aangesteld als speciaal gezant om meer coronatests voor Nederland te regelen. Voor nieuwe tests moet wel vaststaan dat ze betrouwbaar zijn. Dat is nog niet zo eenvoudig. Uit onderzoek blijkt dat de zogenoemde sensitiviteit – de verhouding tussen het aantal patiënten dat een positieve test heeft en het totale aantal patiënten dat is getest – nog behoorlijk kan verschillen. Anders gezegd: als de sensitiviteit bijvoorbeeld 99 procent is, zal er van de honderd geïnfecteerden één ten onrechte een negatieve uitslag krijgen. Zo kocht Spanje in allerijl 640.000 sneltests van een Chinees bedrijf die een sensitiviteit van slechts 30 procent bleken te hebben. Niet erg handig als je alle besmette mensen wil opsporen.

Isoleer positieve gevallen, maar hoe?

Bovendien ben je er met het testen alleen nog niet, met die informatie moet vervolgens wel iets gebeuren. Want de boodschap van de WHO was iets langer dan alleen ‘testen, testen, testen’, namelijk: ‘Test elk verdacht geval. Isoleer positieve gevallen en zoek uit met wie zij contact hebben gehad vanaf twee dagen voordat zij symptomen kregen en test die mensen ook.’ Hoe zijn al die mensen op te sporen met wie iemand contact heeft gehad voordat de symptomen zich openbaarden? Wie was er gelijktijdig in de supermarkt? Wie stapte net op hetzelfde moment in de tram?

In Zuid-Korea – het land dat door de WHO steeds als het goede voorbeeld wordt aangehaald – hebben ze daar een vrij efficiënte manier voor. Iedereen met symptomen kan er een gratis test krijgen. Als zij besmet blijken, worden ze geïsoleerd in een sporthal met andere patiënten én hun precieze gang van de dagen ervoor wordt nagegaan. Via onder meer telefoongegevens, betaalkaarten en de ov-chipkaart. Alle contacten worden zo opgespoord, getest en indien nodig geïsoleerd. Die informatie wordt ook online gepubliceerd zodat iedereen zelf kan checken of hij of zij mogelijk in de buurt van een besmet persoon is geweest.

Eigen verantwoordelijkheid

In Zuid-Korea is het relatief eenvoudig die informatie te verzamelen, omdat het land al op scherp stond na de MERS-uitbraak in 2015 en daarom een uitgebreid stappenplan had klaarliggen voor een volgende uitbraak. In dat plan is de privacy van burgers geen belangrijk thema. Het testen en isoleren op deze grote schaal zal het land wel vol moeten houden tot er een vaccin is gevonden. Want anders bestaat de kans dat er toch een uitbraak van het virus volgt, zeker omdat relatief weinig mensen in het land een infectie hebben doorgemaakt en dus relatief weinig mensen immuun zullen zijn.

Er zijn apps in ontwikkeling die het mogelijk moeten maken ook in Nederland mensen uitgebreid te volgen, om bij een positieve test hun gangen precies na te kunnen gaan. Maar dat staat of valt wel bij de vraag of Nederlanders op grote schaal bereid zijn om al die data te delen. Dat lijkt, gezien het feit dat privacy hier toch al een heikel thema is, ondenkbaar.

En een breed draagvlak onder de bevolking is nou juist erg belangrijk voor het succes van een gekozen aanpak. Daarom blijft premier Mark Rutte continu hameren op de eigen verantwoordelijkheid. Iedereen wordt geacht zich aan de adviezen te houden. Zoals: blijf met symptomen thuis en ook de rest van het gezin moet inmiddels binnen blijven als één gezinslid koorts heeft. Op die manier heb je geen test nodig om te bevestigen dat iemand ziek is, iedereen met symptomen of met iemand met symptomen in de nabijheid moet simpelweg even binnen blijven. En als iedereen 1,5 meter afstand houdt, wordt de kans op besmettingen nog kleiner. Volgens peilingen van Maurice de Hond staat een meerderheid van de Nederlandse bevolking achter deze aanpak.

Ook in bloed testen op antistoffen

Natuurlijk zou het fijn zijn om beter in beeld te krijgen wie precies besmet zijn. Al was het maar om zeker te weten dat die snotterende zorgverleners niet de toch al kwetsbare patiënten in het ziekenhuis besmetten. En zeker ook als over een tijdje weer een paar van de huidige maatregelen worden versoepeld, is het essentieel te weten wie wel en niet besmettelijk zijn. Of wie immuun zijn.

Wat dat betreft is het goed nieuws dat Roche inmiddels zegt dat er weer genoeg testvloeistof op voorraad is en dat er hard wordt gewerkt om de productiecapaciteit op te schalen. En de komende tijd zal moeten uitwijzen of de inspanningen van Sijbesma nog voldoende extra capaciteit opleveren om echt op grote schaal te gaan testen.

Ook werken onderzoekers hard aan de andere soort test, een bloedtest die kan aantonen of iemand antistoffen heeft aangemaakt. Onder meer bloedbank Sanquin doet onderzoek met het bloed van donoren om een inschatting te kunnen maken van hoeveel Nederlanders inmiddels immuun zijn.

Maar meer onderzoek is nodig om na te gaan hoe betrouwbaar deze bloedtests zijn voordat deze op grote schaal kunnen worden ingezet en onderdeel kunnen gaan uitmaken van het uitstippelen van nieuw beleid. Het wetenschappelijk onderzoek gaat snel in deze crisistijd, maar vooralsnog gaat de pandemie nog altijd sneller.