Waarom de angst voor robots overdreven is

08 december 2015Leestijd: 2 minuten

De opkomst van robots in het bedrijfsleven hoeft niet te lijden tot massawerkloosheid. De angst voor robots is overdreven.

Dat staat in een nieuw rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken waarschuwde een jaar geleden nog dat robots onze banen zullen inpikken. Volgens het WRR-rapport loopt dat zo’n vaart niet.

Kansen

‘Robotisering biedt kansen voor economische groei en productiviteitsverhoging in een wereld waarin groei de komende tijd niet meer vanzelfsprekend is’, schrijven onderzoekers Monique Kremer en Robert Went in de studie ‘De robot de baas’, die dinsdag is verschenen.

In de toekomst zullen zeker banen verdwijnen door de komst van robots. Maar omvang en tempo worden ‘nogal eens overdreven’. ‘Bovendien kunnen we niet voorspellen welke nieuwe banen en taken er door nieuwe technische vindingen bijkomen’, schrijven de onderzoekers.

Geen routine

De medewerkers van de WRR wijzen erop dat veel werk dat mensen verrichten ‘niet routiniseerbaar’ is en dus voorlopig niet door robots gedaan zal kunnen worden. ‘Er is veel wat alleen mensen kunnen doen, of waarvan we willen dat mensen dat doen.’

De overheid, maar ook wetenschappers, werkgevers en werknemers kunnen volgens de WRR invloed uitoefenen op de manier waarop technologie wordt toegepast. Door in het onderwijs meer aandacht te besteden aan robotisering kunnen werknemers er beter op voorbereid worden.

Werkgelegenheid

Asscher waarschuwde in september vorig jaar nog voor de gevolgen van robotisering voor de arbeidsmarkt. De toekomst kan er volgens hem ‘drastisch anders’ uitzien  dan het heden.

Asscher: ‘Vroeger dachten we door de vergrijzing iedereen heel hard nodig te zullen hebben op de arbeidsmarkt. Nu begint het tot ons door te dringen dat er misschien juist veel werkgelegenheid kan verdwijnen.’

Hij signaleerde toen dat ‘veel economen niet geloven in negatieve effecten op de werkgelegenheid’ omdat zij ervan uit gaan dat er nieuw werk zal ontstaan, net als in eerdere fasen van de technologische ontwikkeling. ‘Maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.’