Het jaar 2022 in vlaggen: Blauw-wit-rood, embleem van het anti-sentiment

In het kerstnummer belicht EW negen vlaggen die het jaar 2022 symboliseren. In dit artikel de omgekeerde Nederlandse vlag, blauw-wit-rood.

Hoewel een stuk textiel zelf zelden schuld draagt, is onvrede botvieren op een vlag een historische constante. Over het ontstaan van het Indonesische rood-wit wordt bijvoorbeeld verteld – of is verzonnen – dat woedende Oost-Indiërs de onderste baan van het Nederlandse rood-wit-blauw scheurden. En in landen als Iran en Pakistan is het verbranden van – Amerikaanse – vlaggen een volkssport.

Daarmee vergeleken is het ondersteboven hangen van de Nederlandse vlag, zoals op de foto in Putten, een milde daad. Onder boeren raakte de vlag dit jaar in zwang als noodsignaal, geleend van de zeventiende-eeuwse scheepvaart. Te lezen als: net als de vlag moet het beleid 180 graden bijgestuurd.

Terwijl blauw-wit-rood aanvankelijk vooral te zien was in gebieden met veel agrariërs die worden getroffen door stikstofbeleid, kreeg het symbool een steeds bredere betekenis. Anti-overheid, anti-Randstad, anti-vaccinaties, anti-vul-maar-in.

Het feit dat oneerbiediging van de vlag pijnlijk is voor veel militairen, veteranen en anderen die de Nederlandse vrijheid bevochten of er zelfs voor stierven, sloeg stuk op een muur van anti-sentiment. Een ander gevolg is dat wie nog wél gelooft in het rood-wit-blauw, met het hijsen van die vlag meer dan ooit uiting geeft aan maatschappelijk optimisme. De vlag is niet verscheurd, ze verscheurt.