Op de korte termijn kan een volatiele aandelenmarkt beleggers een onbehaaglijk gevoel geven. Volatiliteit maakt beleggen onzeker, en mensen houden in de regel van zekerheid.
Dus wat kun je doen om volatiliteit te meten en ervoor te zorgen dat je portefeuille een passend risicoprofiel heeft? Als je deze vraagt stelt aan hoogleraren of anderen in wetenschappelijke kringen (waar bèta werd uitgevonden), is het antwoord veelal “Kijk naar de bèta!” Bèta is een handige maatstaf voor de volatiliteit in het verleden ten opzichte van de brede markt of een andere benchmark. Als een aandeel of een portefeuille een bèta van 1 heeft, betekent dat dat de prestaties ervan historisch gezien naadloos aansluiten op de marktindex. Meer dan 1 betekent dat het aandeel over het algemeen volatieler is geweest dan de benchmark, en minder dan 1 betekent dat het over het algemeen minder volatiel is geweest dan de benchmark. Lijkt logisch! Maar de bèta is geenszins de beste graadmeter van risico, omdat het niets zegt over toekomstige volatiliteit.
In de achteruitkijkspiegel kijken
Bèta richt zich op volatiliteit in het verleden, maar de meest volatiele effecten van drie jaar geleden, twee maanden geleden of zelfs vorige week zijn niet noodzakelijkerwijs de meest volatiele effecten van morgen. Velen zijn nog altijd van mening dat bèta toekomstig risico meet, maar daar is geen enkel bewijs voor.
Hoewel financiële bedrijven in hun publicaties vaak aangeven dat “In het verleden behaalde prestaties geen garantie bieden voor toekomstige resultaten” vertrouwen velen op de wetenschappelijke achtergrond van bèta en gebruiken het om toekomstige volatiliteit te voorspellen. Sommigen stellen een zogenaamd veilige portefeuille samen die hoofdzakelijk bestaat uit aandelen met een lage bèta. Portefeuilles met een lage bèta zijn echter niet per definitie veilig.
Stel: u koopt een aandeel met een lage bèta en het verliest in een paar jaar tijd de helft van zijn waarde. Dat is heel goed mogelijk, en de bèta van dat aandeel zal enorm zijn gestegen! Is het nu met een lagere koers risicovoller dan het twee jaar geleden was? Het logische antwoord is “nee”, maar de bèta zal u anders doen geloven. Als een aandeel sterker is gedaald dan de index of benchmark, zal het een hogere bèta hebben, hoewel het al naar gelang de toekomstvooruitzichten van het bedrijf toch een koopje met minder risico kan zijn.
Anderen maken een soortgelijke fout: denken dat een hoger risico automatisch gelijk staat aan een hoger rendement in de toekomst. Hoewel dit in zekere zin juist is, is het waarschijnlijk misleidend om overdreven veel risico te nemen—met name door uitsluitend te beleggen in aandelen met een hoge bèta—om te proberen de markt te overtreffen. Maar door het retrospectieve karakter van bèta, zegt het niets over toekomstig risico of rendement. Het is niet voorspellend! In dit opzicht is het gebruik van bèta om uw portefeuille samen te stellen net zoiets als autorijden door alleen in de achteruitkijkspiegel te kijken – en dat is niet aan te raden.
Wat het hardst geraakt wordt herstelt zich het best
Een andere manier om inzichtelijk te maken hoe onzinnig beleggen op basis van bèta is, is door te kijken naar een uitbodemende bearmarkt. Als u precies zou weten wanneer een bearmarkt op zijn dieptepunt is (niemand kan dat, maar stel) en meer kon beleggen in segmenten die het daaropvolgende jaar beter zouden presteren, zou u dat dan doen? Natuurlijk! Maar bèta gebruiken helpt u daarbij niet. Sterker nog: bèta kan ertoe leiden dat u precies het tegenovergestelde doet.
Bij het uitbodemen van een bearmarkt is toekomstig risico op zijn laagst – ofschoon je niet zeker kan weten wanneer de bodem zich aandient. De bearmarkt eindigt vaak met een abrupte ‘V-opvering’, die het begin van de volgende fase in de marktcyclus inluidt. Over het algemeen geldt dat hoe forser deze laatste daling is, des te krachtiger het herstel van de bullmarkt zal zijn. Deze sterke reactie is een van de redenen dat het zo lastig te voorspellen is wanneer een bearmarkt op zijn dieptepunt is.
Een ander, minder algemeen bekend kenmerk van een uitbodemende bearmarkt is dat segmenten die rond de bodem het meest dalen vaak ook het sterkst opveren tijdens het eerste herstel. In figuur 1 ziet u hoe elke sector van de MSCI World Index het ervan afbracht in de zes maanden vóór (geel) en na (groen) het uitbodemen van de bearmarkt in maart 2009. Wat opvalt is dat sectoren die het hardst werden getroffen (financiële instellingen, industrie en materialen) over het algemeen het krachtigste herstel lieten zien (bij benadering). De sectoren met het hoogste rendement na de bodem hadden de hoogste bèta – ze waren niet alleen volatieler op het moment dat ze daalden, maar ook toen ze weer stegen! Als mensen zijn we geneigd te denken dat de dalingen “volatiel” zijn en de stijgingen “goed”. Maar door alleen te kijken naar de bèta, zou u deze “volatiele” aandelen wellicht hebben gemeden en daardoor niet hebben geprofiteerd van hun indrukwekkende herstel!
Figuur 1: Sectorrendement vóór en na het uitbodemen van een bearmarkt.
Bron: FactSet, situatie op 4/11/2019. Rendement van de MSCI World Index, 09/09/2008 – 09/03/2009 en 09/03/2009 – 09/09/2009.
Segmenten met een hoge bèta zullen in de toekomst echter niet altijd de beste rendementen opleveren. Dit voorbeeld laat enkel zien hoe het retrospectieve karakter van de bèta u kan doen geloven dat bepaalde segmenten risicovol zijn, terwijl ze in de toekomst mogelijk het sterkst zullen stijgen. Soms vergaat het aandelen met een hoge bèta goed, en soms niet zo. Neem bijvoorbeeld een zwak aandeel dat achterblijft bij de markt of een trendy aandeel – beide hebben een hoge bèta. De achterblijver kan zich weer opwerken tot een aandeel met een lage bèta, en het trendy aandeel kan stagneren. Bèta laat slechts zien wat er gebeurd is—niet wat er nog gaat gebeuren.
Dit soort gegevens uit het verleden gebruiken om uw portefeuille te beheren kan u op de lange termijn parten spelen. U doet er veel beter aan om u te richten op de toekomst en de risico’s te beheren op basis van voorlopende indicatoren.
Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk.
Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat. Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.