23 juni vorig jaar was een historische dag voor Europa: De Britten gingen naar de stembus voor het meest besproken referendum in de recente geschiedenis: wel of geen Brexit.
Toen de stemmen waren geteld en het duidelijk was dat Groot-Brittannië ervoor had gekozen om de Europese Unie (EU) te verlaten, sloeg de angst toe. In Groot-Brittannië deden de wildste verhalen de ronde over economische rampspoed. Op het vasteland van Europa zag de angst er anders uit: velen vreesden dat door de toenemende euroscepsis het slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat een volgend land de Unie zou verlaten. In de media verschenen talrijke alarmerende artikelen over een mogelijke Nexit, Frexit of Quitaly. Een jaar later is de door velen gevreesde kettingreactie ten gevolge van de Brexit uitgebleven. Bovendien zijn er talloze aanwijzingen dat de euroscepsis tanende is.
Vrees
De angst voor een kettingreactie kwam grotendeels voort uit het feit dat de Britten in opstand kwamen tegen de door Europa opgelegde bureaucratie, die de economische groei belemmerde. Deskundigen dachten dat dezelfde mechanismen ten grondslag lagen aan de langzamere groei – en zelfs een ‘double dip’ – in de eurozone. Wellicht was dit op enig moment het geval, maar uit de diverse verkiezingsresultaten is dit niet gebleken.
Gevreesd werd dat de anti-Europese partij van Geert Wilders (PVV) bij de verkiezingen van maart in Nederland dit jaar als grootste uit de bus zou komen en Nederland uit de euro en de EU zou halen. In de peilingen eerder dit jaar ging hij nog aan de leiding. Toch heeft Wilders de verkiezingen van 15 maart niet gewonnen. De zittende premier Mark Rutte en zijn VVD haalden de meerderheid en zijn nu bezig met de vorming van een coalitie, gesprekken waarvoor de PVV van Wilders zelfs niet uitgenodigd is.
Volgende onderwerp: Frankrijk, waar gevreesd werd dat de anti-Europese Marine Le Pen van het Front National, die in de peilingen voor de eerste ronde aan kop ging, tot president gekozen zou worden. Nu beide verkiezingsrondes en de parlementsverkiezingen achter de rug zijn, heeft de centrumregering van Emmanuel Macron met een ruime meerderheid gewonnen. Op beide fronten heeft de euroscepsis de slag verloren.
Veranderende tijdsgeest
Ook in de landen die later dit jaar naar de stembus gaan, zit de klad erin wat de euroscepsis betreft. In Duitsland deed Alternative für Deutschland (AfD) het eerder dit jaar nog goed in de peilingen, maar hun achterban slinkt sinds de verkiezingen in Nederland en Frankrijk, en bij de onlangs gehouden deelstaat- en gemeenteraadsverkiezingen hebben ze het slecht gedaan. Ze kwamen zelfs niet in de buurt van de SDP of de CDU van zittend bondskanselier Merkel. We zullen zien in september, maar er is voor de AfD een klein wonder nodig willen ze een overwinning behalen of een factor van betekenis worden in de Bundestag.
Italië gaat op een nader te bepalen datum vóór maart 2018 naar de stembus en gevreesd wordt dat de grote steun voor de anti-establishmentbeweging Vijf Sterren (M5S) niet veel goeds voorspelt. M5S heeft een veel grotere aanhang dan de AfD, maar lijkt momenteel ook momentum kwijt te raken. M5S was oorspronkelijk niet fel tegen de euro of de EU gekant. Op 22 juni 2016, pas een jaar geleden en lang nadat hun opmars werd ingezet, verklaarde M5S een referendum te willen houden over het Italiaanse EU-lidmaatschap. Dat leek toen weliswaar verstandig gezien het heersende anti-euro sentiment en de toenemende populariteit van de extremere partij Liga Nord.
Maar nu beseft M5S zich kennelijk dat de politieke tijdgeest aan het veranderen is. Na slechte resultaten bij de plaatselijke verkiezingen lijkt M5S terug te krabbelen. Enkele dagen geleden en minder dan een jaar na een referendum over dat lidmaatschap van de euro te hebben toegezegd, noemde parlementslid Carla Rucco het referendum een ‘onderhandelingsinstrument’ en zei dat ‘grote investeerders en de markten het referendum niet zullen verwarren met de ware intenties van een vijfsterren-regering als het gaat om de euro.’ (Dat hopen we van harte, aangezien een bindend referendum niet is toegestaan volgens de Italiaanse grondwet. Maar we dwalen af.) Voorts toont een recente enquête van Pew aan dat 61% van de Italiaanse respondenten die M5S gunstig gezind zijn, ook de EU een warm hart toedragen.
Positief
De enquête verschafte tevens inzicht in de vraag waarom het anti-EU en anti-euro sentiment is afgenomen. Het oordeel van de respondenten over de economie in de EU is in alle 10 landen verbeterd, met inbegrip van Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. De enquête liet ook zien dat de publieke opinie over de EU was verbeterd: Het percentage Duitsers dat redelijk of zeer positief is over de EU steeg vanaf begin juni 2016 met 16 procentpunten tot 68%, in Nederland steeg dit met 13 procentpunten tot 64% en in Frankrijk met 18 procentpunten tot 56%. Alleen in Italië nam de positieve kijk op de EU af, zij het met slechts 2 procentpunten.
Evenzo zagen de meeste respondenten de Brexit als een slechte zaak voor de EU en voor het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk is in de twaalf maanden na het referendum weliswaar niet getroffen door rampspoed, maar heeft nog een lange en moeizame weg te gaan. Wellicht is deze verklaring hierop een reactie. Het lijkt ons dat een proteststem tegen de status quo minder aantrekkelijk is geworden nu de status quo minder negatief wordt beoordeeld. Een beter sentiment zal andere landen er hoogstwaarschijnlijk niet toe bewegen de EU of euro in navolging van de Britten te verlaten.
Fisher Investments Nederland is de Nederlandse tak van Fisher Investments Europe Limited, een volledige dochteronderneming van Fisher Investments. Fisher Investments is een onafhankelijke, particuliere vermogensbeheerder. Fisher Investments Europe delegeert het portefeuillebeheeractiviteiten aan zijn moedermaatschappij. Dit artikel geeft de standpunten, inzichten en commentaren van redactiemedewerkers van Fisher Investments weer, die op elk moment onaangekondigd kunnen veranderen. De weergegeven marktgegevens dienen louter ter illustratie en informatie. Niets in dit artikel kan worden uitgelegd als beleggingsadvies of een aanbeveling om een effect te kopen of verkopen, noch als een bewijs dat een specifieke transactie of beleggingsstrategie geschikt is voor een bepaald persoon.