De internationale politiek werd dit najaar enigszins opgeschrikt. Eerst door de verklaring van de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat dit haar laatste ambtstermijn is, en vervolgens door het gerucht dat de vroegere Britse premier David Cameron wil terugkeren in de actieve politiek.
Het vertrek van Merkel is pas voor 2021 gepland en de geruchten over Cameron kunnen ongegrond blijken. Toch denken we dat dit een geschikt moment is om beleggers te wijzen op een, naar ons oordeel, essentieel kenmerk van het verband tussen de aandelenmarkt en de politiek: politici hebben in de regel als persoon weinig of geen invloed op het rendement van aandelen, noch in positieve, noch in negatieve zin.
De meeste krantenkoppen gaan over staatshoofden, regeringsleiders, oppositieleiders en prominente kabinetsleden. Hun uitspraken krijgen veel aandacht en zetten vaak de toon in de politiek. Dit soort zaken kunnen van tijd tot tijd het beleggerssentiment beïnvloeden en schommelingen op korte termijn veroorzaken. Maar toonzettingen en uitspraken zijn niet concreet. Wat uiteindelijk van belang is voor de economie en de bedrijfswinsten, is naar onze mening het beleid (of het gebrek daaraan). De factoren die de meeste invloed op de aandelenmarkten hebben, worden volgens ons vooral bepaald door wet- en regelgeving, niet door toespraken en toonzettingen.
Toen Merkel haar vertrek aankondigde, vroegen veel financiële media zich op hun voorpagina af hoe het beleid in de EU en Duitsland zou veranderen na haar vertrek. Naar onze mening wordt daarmee de belangrijkheid van individuele personen overschat. In Duitsland staat Merkel aan het roer van een vrij losse coalitie die bestaat uit haar eigen partij (de christendemocratische unie of CDU), de zusterpartij (de Beierse christelijk-sociale unie of CSU) en de centrumlinkse sociaaldemocraten (SPD). Niet alleen vertonen de politieke keuzes van de SPD erg weinig overlapping met die van haar centrumrechtse coalitiepartners, ook hebben de CDU en de CSU onlangs enkele deuken opgelopen. Met als resultaat dat er tot nu toe relatief weinig nieuwe wetten zijn aangenomen. In weerwil van haar internationale aanzien heeft Merkel al jarenlang niet het nodige politieke gewicht om belangrijke hervormingen door te drukken. Deze situatie ontstond in 2015, toen haar populariteit bij andere politici afnam door haar aanpak van de vluchtelingencrisis. Met andere woorden: het feit dat het Duitse parlement in een impasse verkeert en de politieke instellingen weinig speelruimte aan de uitvoerende macht geven, heeft veel meer impact gehad op het beleid dan Merkel zelf.
Naar onze mening geldt dit ook op internationaal niveau, voor een organisatie als de EU. Hoewel Merkel soms door de wereld als de werkelijke politieke leider van het blok werd gezien, was ze dat helemaal niet. Voor elk besluit is de unanieme steun van de lidstaten vereist en veel EU-wetten moeten eerst in alle lidstaten worden goedgekeurd door het parlement. Ook dit beperkt de invloed van individuele politici. Sommige mediawaarnemers beweren dat de strijd tussen populistische leiders en de meer klassiek-liberale pragmatici in hevigheid zou kunnen toenemen als er geen sterke leider als Merkel meer in de buurt is, maar wij betwijfelen of ze tot nu toe in staat is geweest om een dergelijke verdeeldheid te voorkomen. EU-leiders liggen regelmatig met elkaar overhoop en dat is al jaren zo. Toen we tijdens de schuldencrisis in de eurozone de vele beleidsvoornemens van de Europese Commissie onder de loep namen, constateerden we dat de meeste zaken op de lange baan werden geschoven – er werd op korte termijn heel weinig veranderd en beloofd werd dat belangrijke zaken later zouden worden aangepakt. Die zaken, waaronder de vraag of de eurozone zou moeten uitgroeien tot een begrotingsunie, zijn nog steeds niet opgelost. We betwijfelen of daar binnen afzienbare tijd, met of zonder Merkel, veel verandering in zal komen.
Politieke leiders mogen dan al het publieke gezicht van een regering zijn, de institutionele structuur is echter belangrijker. Met andere woorden: hoe gemakkelijk kunnen nieuwe wetten worden aangenomen en hoe sterk en onafhankelijk zijn niet-uitvoerende organen als rechtbanken en de centrale bank? Bestaat het nationale parlement uit een of twee kamers en hoe gemakkelijk kan een bepaalde partij in een van die organen een grote meerderheid behalen? Heeft de minister van Financiën of de premier veel invloed op het beleid van de centrale bank of is ze een autonome instelling? Hebben de rechtbanken voldoende aanzien en zijn ze onafhankelijk genoeg om nieuwe wetten nietig te verklaren als ze ongrondwettelijk zijn, zelfs als ze in politiek opzicht populair zijn? De antwoorden op die vragen laten zien in hoeverre er binnen de regering sprake is van checks-and-balances. Over het algemeen denken we dat markten de voorkeur geven aan een hoge mate van rechtsstatelijkheid, omdat daarmee radicale of veelvuldige beleidsveranderingen kunnen worden voorkomen.
Duitsland kent een uitgebreide rechtsstaat en een sterk constitutioneel hof. Het monetair beleid van het land is afkomstig van de Europese Centrale Bank, waardoor de politiek er weinig vat op heeft. Nieuwe wetten moeten worden aangenomen door beide kamers van het parlement, die elk bestaan uit afgevaardigden uit meerdere partijen. Dit beperkt de mogelijkheid dat een bepaalde partij bovenmatig veel invloed kan uitoefenen. Op grond van al deze factoren verwachten we dat de situatie in het post-Merkel-tijdperk relatief stabiel zal blijven.
We zijn echter ook van mening dat vooralsnog geen enkele voorspelling ten aanzien van de aandelenmarkt kan worden gedaan op basis van deze factoren. Het vertrek van Merkel zal nog ongeveer drie jaar op zich laten wachten en uit onze analyses blijkt dat aandelen zich in de regel weinig aantrekken van gebeurtenissen die zo ver in de toekomst liggen. De belangrijkste conclusie is echter dat haar vertrek niet automatisch zal leiden tot een politieke aardbeving met radicale gevolgen voor het economisch beleid van Duitsland of de EU of voor de katalysatoren van de aandelenmarkten. We denken dat andere politieke factoren simpelweg veel belangrijker zijn.
Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk.
Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat.
Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.