Heimwee naar ouderwetse christen-democratie door managementstijl De Jonge

30 september 2020Leestijd: 3 minuten
Minister Hugo de Jonge werkt nog steeds aan corona-app die GGD’s moet helpen. Foto: ANP.

Christen-democratische leiders hadden vroeger nog het idee dat het Nederlandse volk ergens nog een plaats in de Schepping had en dat het hun taak was om dat kleine bootje van het Vaderland zo goed mogelijk door de woelige baren van het wereldtoneel te loodsen. Tegenwoordig is daar geen sprake meer van, schrijft Constanteyn Roelofs.

Terwijl Hugo de Jonge zich door weer een vreselijke persconferentie vol slecht nieuws en vage plannen heen worstelde, deelde Gert-Jan Segers een gedicht van Ruud Lubbers, dat de voormalige CDA-premier een week voor zijn verkiezing in 1982 schreef. Het gedicht begint als volgt:

Soms wordt het dof en grauw
verdwaasd, versuft aan alle kanten
om je heen; je bent alleen.

Constanteyn Roelofs

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Zo gaat het nog wel een paar regeltjes door: eenzaamheid, twijfel, ontheemding, vervreemding. Maar! Gelukkig kan Lubbers nog altijd schuilen in ‘Uw hand’.

Stakeholdersmanagement

Aan de Hengst van Kralingen is geloof ik geen P.C. Hooftprijswinnaar verloren gegaan. Toch is het ergens mooi om te zien dat Nederland ooit een tijd heeft gekend van politici met waarneembare bezieling. Het contrast met die middle manager op het podium kan niet groter zijn.

Met enige valse romantiek mogen we wel stellen dat christen-democratische leiders vroeger nog het idee hadden dat het Nederlandse volk ergens nog een plaats in de Schepping had en dat het hun taak was om dat kleine bootje van het Vaderland zo goed mogelijk door de woelige baren van het wereldtoneel te loodsen, dat politiek een zaak was van het grote: Volk, Natie, God.

Tegenwoordig gaat het vooral om stakeholdersmanagement en het sturen op de cijfers. Je hebt de indruk dat het heilloze paniekvoetbal van halve maatregelen voornamelijk wordt ingegeven door de belangen van de horecalobby en de cijfertjes van de zorgverzekeraars en dat men maar wat doet zonder groter doel voor ogen, anders dan niet al te veel politieke averij op te lopen.

Koninkrijk Gods

Het is politiek die niet meer draait om een hoger plan, maar om het verdelen van zo weinig mogelijk verantwoordelijkheid over zoveel mogelijk bestuurders en instituten. Bang managementgedoe van mensen die meer bezig zijn met hun eigen baantje dan het algemene belang. God is dood en in de plaats daarvan moeten we het doen met het interim-management.

Telkens als je zo’n De Jonge ziet wauwelen in kwakkelende managementmetaforen als ‘het virus is een olietanker’ denk je: hadden we maar gewoon weer een CDA dat snapt dat christelijke politiek gaat om het in overeenstemming brengen van ons gezwoeg hier op aarde met de belofte van het Koninkrijk Gods om zo tot een rechtvaardige samenleving te komen.

Haagse logica

Hadden we maar iemand met een doortimmerde visie op leven en sterven, op recht en onrecht, op rechtvaardig bestuur en hemelse gerechtigheid. In plaats daarvan krijgen we zo’n bloemschoen die maar wat in de ruimte bazelt over huisregels die we met elkaar afspreken en die zegt: ‘Kijk maar even wat je doet’ over een mondkapjesplicht, omdat hij zo volledig opgaat in de Haagse logica van lobby, peilingen en het kleine geharrewar binnen de partij en de coalitie.

Ik verwacht dan ook niet dat we later in zijn biografie – als die er al komt – tot onze verrassing mogen ontdekken dat hij gevoelige gedichtjes over Uw Hand in de marges van zijn managementsamenvattingen pende.