Zonder bestrijding salafisme zijn terreurmaatregelen zinloos

08 februari 2017Leestijd: 4 minuten
Foto: ANP

Deze verkiezingen moeten ook om het islamisme gaan, schrijft Afshin Ellian. Antiterreurbeleid kan alleen succesvol zijn als ook maatregelen worden getroffen om het salafisme te bestrijden.

Het wetgevende orgaan van de staat is traag. Pas deze week stemde de Eerste Kamer in met wetgeving omtrent het afpakken van de nationaliteit van personen die in het buitenland meevechten met terroristische organisaties. Ook is het voortaan mogelijk om het paspoort van iemand in te trekken, die vanwege het terrorisme niet mag reizen.

Bovendien is een aantal administratieve antiterreurmaatregelen gelegaliseerd zoals meldingsplicht, contactverbod en gebiedsverbod. Het duurde wel heel lang totdat deze wetgeving tot stand kwam. Natuurlijk kan niemand bezwaar hebben tegen zorgvuldige wetgeving. Maar de wetgever mag de urgentie van de strijd tegen het islamitische terrorisme niet onderschatten.

Ook de Nationale Politie is eindelijk wakker. Een Internet Referral Unit gaat actief de strijd aan met jihadistische propaganda en providers ervan. Er zijn vijf gespecialiseerde medewerkers geworven. Dat is niet veel, maar het is beter dan niks. In de volksmond heet dit de opsporingsdienst voor jihadpropaganda. Maar feitelijk hebben ze niet de taak om op te sporen met het oog op vervolging. Ze zijn er vooral om de jihadpropaganda te bestrijden. Natuurlijk moeten ze, als ze strafbare feiten tegenkomen, een proces-verbaal opmaken. Maar deze politie-eenheid moet vooral jihadisten storen en weren uit cyberspace.

Maar kunnen agenten dat wel, online jihadisme verstoren?

Het verwijderen van jihadistische propaganda moet ook op mondiaal niveau gebeuren. Helaas waren de Nederlandse ministers van Justitie vooral bezig met het befaamde bonnetje. Daardoor hadden ze geen tijd om in Europa naar partners te zoeken voor de strijd tegen het jihadisme in de cyberspace.

Ik wil niet cynisch doen, maar ik zie een aantal ernstige problemen. Allereerst denk ik dat er weinig agenten zijn opgeleid om goed jihadisme te kunnen verstoren. Het verstoren bestaat immers niet alleen uit het verwijderen van berichten.

Maar het grootste probleem voor het bestrijden van de jihadpropaganda ligt elders.

Wat wordt eigenlijk verstaan onder jihadisme? Gewelddadige propaganda is maar een klein percentage van de jihad. Het grote deel van de propaganda bevindt zich op het ideologische terrein. Gewelddadige propaganda zou weinig invloed hebben op moslims zonder een voorafgaand, en massaal ideologisch offensief.

De jihad is een onontkoombaar onderdeel van de zuivere islam. Hoe meer zuivere islam, des temeer jihadisme.

Het begint met Da’wa, in dit geval het uitnodigen tot de ‘zuivere islam’ oftewel de radicale islam. Zijn wij bereid om Da’wa te bestrijden? Ik zie daarvoor geen aanwijzingen. Het verwijderen van gewelddadige berichten heeft op een geradicaliseerde geen effect. Juist de islamisering moet worden voorkomen.

De Moslimbroederschap rukt op

Elsevier meldde dat volgens de Binnenlandse Veiligheidsdienst van de Oost-Duitse staat Saksen-Anhalt de Moslimbroederschap steeds meer invloed krijgt op moslims. Moslimbroeders kopen panden op om daarin hun eigen moskeeën en verenigingen op te richten.

‘Dit gaat niet over de jihad. Het doel van de Moslimbroederschap is het invoeren van de sharia in Duitsland,’ aldus het hoofd van de regionale veiligheidsdienst. Maar de jihad is een onontkoombaar onderdeel van de zuivere islam. Hoe meer zuivere islam, des temeer jihadisme. Dat is een simpele logica en zolang de overheden dit niet begrijpen, zal het jihadisme toenemen. De overheid laat dus de bron van het jihadisme groeien! Dat is het kernthema, hét vraagstuk in de strijd tegen het islamitische terrorisme. Dit thema komt nu bij onze verkiezingen niet aan de orde. Wat willen de partijen na de verkiezingen doen met de salafistische organisaties? De politici zwijgen daarover.

Ook van de VVD horen we niks meer over bestrijden salafisme

De VVD keerde zich een tijdje tegen de toename van het salafisme in Nederland. Dat deed fractievoorzitter Halbe Zijlstra. Dat was verstandig. Maar nu horen we niks meer van ze. Velen maken zich zorgen over radicale moskeeën, radicale imams, en de verspreiding van het salafisme. Desalniettemin horen we niks van de lijsttrekkers over de wijze waarop ze dat na de verkiezingen willen bestrijden.

Maar het verspreiden van een ideologisch kwaad dat tot geweld leidt, moet worden bestreden. Het gaat dan om het verlenen van vergunningen aan de salafistische stichtingen, moskeeën en andere constructies. Tevens moeten financiële donaties uit de islamitische landen voor het oprichten van salafistische centra worden gestopt.

Ik raad politici aan om het boek van Dirk Verhofstadt te lezen: Salafisme versus democratie. Hij komt daarin na grondige studie tot de conclusie: ‘De enige manier om deze pertinente aanval op onze Verlichtingswaarden te counteren, is door salafistische organisaties en soortelijke radicale islamitische groeperingen wettelijk te verbieden.’

Een alomvattend antiterreurbeleid kan alleen succesvol zijn wanneer ook concrete maatregelen worden getroffen tegen salafistische organisaties.

Deze verkiezingen moeten ook om het islamisme gaan.