Op 4 mei klinkt ‘dit nooit meer’ vaak iets te zelfverzekerd

02 mei 2014Leestijd: 2 minuten
''

Tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei is vaak ‘dit nooit meer’ te horen. Dat is voorbarig: de geschiedenis heeft helaas bewezen dat het laagje beschaving flinterdun is.

De westerse cultuur mag dan ‘verlichter’ heten dan andere culturen, maar dit heeft een massamoord op zes miljoen Joden niet kunnen voorkomen.

Misschien heeft de Verlichting juist wel bijgedragen aan die massamoord, zoals ook het uitroeien van hele bevolkingsgroepen in communistische landen een gevolg kan zijn van de Verlichting. Aangestoken door de Verlichting kun je iets beredeneerd goedpraten, wat fundamenteel fout is.

Slechtheid

In die zin past het Westen enige bescheidenheid als het gaat om andere culturen. Misschien zit de slechtheid wel in de mens zelf en is dat overheersender dan welke culturele achtergrond dan ook. Al helpt enige beschaving natuurlijk wel, vooral een beschaving die de nadruk legt op waarden die inmiddels universeel worden genoemd en dus gelden voor ieder mens: gelijkheid, menselijke waardigheid, vrijheid van gedachte.

Bij het herdenken van de doden op 4 mei klinkt vaak ‘dit nooit meer’. En het klinkt vaak net iets te zelfverzekerd. Niet als een bezwering, maar als een overtuiging dat ‘wij’, de huidige mens, veel te verstandig en te beschaafd zijn om zo’n massamoord teweeg te brengen. Gezegend als we zijn met die universele waarden.

Flinterdun

Helaas, de geschiedenis heeft bewezen dat het laagje beschaving flinterdun is en een groep mensen makkelijk kan ontsporen, gelokt door ‘een rattenvanger die zijn melodie pijpt’, zoals Jan Campert dichtte over Adolf Hitler.

Het is een frase uit zijn indrukwekkende gedicht De achttien dooden uit 1941, dat Elsevier deze week afdrukt. Het behoort tot het Nederlandse erfgoed en verdient het om te worden doorgegeven aan nieuwe generaties en aan nieuwe Nederlanders.