Urker vissers in de netten van de misdaad: het gevaar van ondermijning

30 november 2017Leestijd: 3 minuten
Justitie onderzoekt drugssmokkel in Urk. Foto:ANP

Al dan niet onder druk van zware criminelen verleenden Urker vissers  hand- en spandiensten bij de grootschalige smokkel van coke. Zolang misdaad loont en de bestrijding grote gaten vertoont, hebben criminelen hun handlangers voor het uitzoeken. Zo woekert de ondermijning van de samenleving voort, schrijft Gerlof Leistra.

Zwaar christelijke vissers uit Urk die met hun neus diep in de cokesmokkel zitten: de schok is groot als in juni van dit jaar de 31-jarige Johannes N. uit Urk tegen de lamp loopt. Aan boord van zijn viskotter Z 181 vond de politie in de haven van Harlingen dertien tassen met in totaal 260 kilo cocaïne. Twee van de aangehouden bemanningsleden kwamen uit Urk. Johannes zelf stond buiten de haven op een parkeerterrein te wachten.

Invloed van de ‘Mocro-maffia’

De arrestatie kwam voort uit recent ontcijferde versleutelde communicatie uit 2015 via PGP-telefoons. ‘We hebben een groep vissers die op het water kan aannemen en ontvangen,’ meldt de Pakistaans-Nederlandse crimineel Mohammed S. aan Naoufal ‘Noffel’ F., één van de godfathers van de zogenoemde Mocro-maffia.

Johannes N. beweert dat hij onder zware druk was gezet om op de Noordzee pakketten drugs over te nemen van een Panamees containerschip. Voor zijn aandeel zou hij drie ton krijgen, maar die hulp was volgens hemzelf niet vrijwillig. Meer Urker vissers zouden onder druk zijn gezet om drugs te smokkelen. In de ogen van het Openbaar Ministerie is sprake van ‘ongewenste en schadelijke vermenging van de onderwereld met de bovenwereld’.

Die lange arm van de onderwereld is niet nieuw. Eén van de eerste viskotters waarmee een grote partij drugs werd ingevoerd, was de Lammie. Aan boord van de voormalige HD (Den Helder) 160 zaten beroepsvissers uit Den Helder en Volendam. Het schip zonk in 1974 voor de kust van Den Helder na een unieke klopjacht. De Urker vissers staan dus in een lange traditie.

Bedreiging voor de bovenwereld

Met grof geld en zo nodig intimidatie weten drugscriminelen mensen van allerlei slag voor hun karretje te spannen. Naast vissers duiken in onderzoeken onder anderen internationale transporteurs, boeren, garagehouders en makelaars geregeld op. Met hun kennis en contacten faciliteren zij de misdaad.

De verwevenheid van onder- en bovenwereld wordt ronduit bedreigend als criminelen hele segmenten van de economie voor een deel in hun greep dreigen te krijgen – denk onder meer aan vastgoed en de agrarische sector – en politieke invloed proberen te verwerven. In het zuiden van Nederland is de drugsmaffia op steeds meer plaatsen oppermachtig. Burgemeesters worden bedreigd en vrezen voor infiltratie van de gemeenteraad en het bestuur.

In Urk is het nog niet zo ver, maar ook daar ondermijnt de drugscriminaliteit de gemeenschap. De handlangers van de criminelen kunnen door hun zwarte inkomsten grote investeringen doen, terwijl hun collega’s met moeite het hoofd boven water houden of failliet gaan. Die economische concurrentie werkt ontwrichtend.

Naast Rotterdam komen drugs ook binnen via kleine havens

Natuurlijk komen de meeste drugs nog altijd binnen via containerschepen in de haven van Rotterdam. Door corruptie van de douane- en havenpersoneel hebben de smokkelaars vaak vrij spel. Maar ook kleinere havens spelen een rol in de smokkel. Onder meer in IJmuiden en Scheveningen zijn in het verleden grote partijen drugs in beslag genomen. Slimme criminelen wijken uit naar jachthavens waar amper controle is. Van de Waddeneilanden tot Zuid-Holland en Zeeland. Het is een illusie dat politie en douane alle smokkel kunnen onderscheppen.

Het nieuwe kabinet heeft 100 miljoen euro uitgetrokken om ondermijning aan te pakken. Dat is een begin, maar er is veel meer nodig. De controle in de havens moet worden aangescherpt. Daarnaast moeten rechtszaken zoals nu die tegen de Urker visser Johannes N. duidelijk maken dat misdaad niet loont. Er staat veel op het spel.

 

Narcostaat: overheid kijkt weg bij criminele bendes, schreef Eric Vrijsen eerder.