EU kwetsbaar voor ‘spookschepen’ met kwade bedoelingen

04 april 2017Leestijd: 3 minuten
De kustlijnen zijn moeilijk te bewaken - Foto: ANP

E xperts waarschuwen voor ‘spookschepen’ die de Europese kusten met gemak kunnen penetreren. Met een kustlijn van ruim 500 kilometer is ook Nederland hier kwetsbaar voor.

Het patrouilleren langs de zeegrenzen blijkt een moeilijke exercitie. Schepen worden niet zelden ingezet door criminele organisaties, bijvoorbeeld voor drugs-, wapen- en mensensmokkel.

Maar de angst bestaat dat nu ook terroristische groeperingen zoals terreurbeweging Islamitische Staat (IS) en Al-Qa’ida gebruikmaken van de poreuze zeegrenzen. Dat kan onder meer door vrachtschepen te sturen vanuit terreurgerelateerde landen, zoals Syrië en Libië, of door schepen uit een ander herkomstlanden een tussenstop te laten maken in terreurbroeinesten. Men zou verwachten dat die schepen gemakkelijk te onderscheppen zijn, maar niets blijkt minder waar.

Identificatiesystemen

Volgens cijfers van het Israëlische maritieme data-analysebedrijf Windward, dat gegevens verzamelt, verstrekt en analyseert voor inlichtingendiensten, kwamen in de maanden januari en februari van dit jaar bijvoorbeeld 160 schepen vanuit Libië Europa binnen, waarvan er 40 ‘dubieuze activiteiten’ uitvoerden.

Onder die activiteiten vallen onder meer het uitschakelen van het Automatic Identification System (AIS) – het systeem waarmee een schip kan worden geïdentificeerd en getraceerd. De voornaamste taak van het AIS is het voorkomen van aanvaringen met andere schepen, maar autoriteiten kunnen ook vanaf de kust gebruikmaken van de informatie.

Andere dubieuze activiteiten zijn het uitschakelen van de transmissies, of het gebruikmaken van een ongeldig registratienummer van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Specifiek voor Nederland waren er in de eerste twee maanden van dit jaar 75 schepen die een ongeldig IMO-nummer gebruikten, of van IMO-nummer veranderen. Het IMO-nummer is vergelijkbaar met een autoregistratienummer of een burgerservicenummer. Het wordt dus gebruikt om schepen en hun eigenaren te identificeren.

Volgens Ami Daniel, CEO van Windward, staat het veranderen van het IMO-nummer gelijk aan het veranderen van identiteit. ‘Er is geen legitieme reden om dat te doen,’ vertelt Daniel in een gesprek met Elsevier. Datzelfde geldt voor het uitschakelen van de transmissies: ‘Schepen doen dat om hun activiteiten te verbergen.’ Dat verbergen kan ook economische doeleinden hebben, maar wanneer schepen afkomstig zijn uit terreurgerelateerde landen, moet het wel worden gezien als rode vlag. In heel Europa waren er in januari en februari meer dan 300 schepen die een ongeldig IMO-nummer gebruikten of van IMO-nummer wisselden. Het bedrijf waarschuwt voor ‘spookschepen’ die met gemak de EU binnen zouden kunnen komen, en via bepaalde omwegen migranten of terroristen zouden kunnen meesmokkelen.

Andere vlag

Een bijkomend probleem is dat schepen veelal in een ander land (bijvoorbeeld Panama) zijn geregistreerd dan waar ze daadwerkelijk vandaan komen. Zo’n 60 procent van de schepen die Europa binnenkomen, maakt gebruik van zogenoemde flags of convenience – het varen onder een andere vlag om financiële of grensgerelateerde beperkingen te ontwijken. In Nederland waren er 2.330 vrachtschepen die met een flag of convenience kwamen, waarvan er 35 een vlag hadden van landen die bekend staan om terreur.

Schepen zetten hun AIS soms voor meerdere dagen en delen van hun reis uit. Hun exacte koers is dan niet te achterhalen. Volgens de data van Daniel waren er dit jaar 200 schepen die bijvoorbeeld vanuit Libië naar Europa kwamen, en hun AIS enige tijd uitzetten.

Schepen hoeven bij aankomst bovendien alleen hun laatste aanloophaven te melden. Wanneer een schip dus vanuit een ‘dubieus’ land vertrekt (bijvoorbeeld Syrië) kan er in een ander land worden aangemeerd (bijvoorbeeld Spanje), waarna alleen die laatste informatie hoeft te worden vrijgegeven. Het is een complex probleem, omdat er veel onvolledige data zijn, en de data bovendien vaak gemakkelijk te manipuleren zijn. In Groot-Brittannië verklaarden bronnen binnen de inlichtingendiensten bovendien dat ze ‘niet overal kunnen patrouilleren’.

Naast de mogelijke gevaren van terreur, ervaren Nederlandse havens overlast door migranten die bijvoorbeeld de oversteek naar Groot-Brittannië hopen te maken. In Hoek van Holland, waar een gunstige ferryverbinding is met Groot-Brittannië, probeerden in 2016 zo’n 300 illegalen de oversteek met de ferry te maken. Het Openbaar Ministerie (OM) pleitte onlangs voor zwaardere straffen voor mensensmokkelaars, en een serieuzere aanpak van het probleem.