Turkse minister Kaya was toch niet ‘ongewenst’

22 mei 2017Leestijd: 2 minuten
Foto: ANP

Na de diplomatieke crisis afgelopen maart in Rotterdam, zei burgemeester Aboutaleb dat de Turkse minister Kaya tot ‘ongewenste vreemdeling’ was verklaard. Dat blijkt niet het geval. Officieel is de minister ‘uit eigen beweging’ vertrokken, waarschijnlijk zonder dat ze dat wist.

In maart ontstond een diplomatieke rel toen minister Kaya naar het Turkse consulaat in Rotterdam reisde, om daar een groep Turken toe te spreken over het referendum dat een maand later in Turkije zou worden gehouden.

Kaya was officieel niet ‘ongewenst’

Een woordvoerder van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb bevestigt dat het bevel van het kabinet kwam. Het is nooit zover gekomen dat Fatma Betül Sayan Kaya (minister van Gezinszaken en een vertrouweling van president Erdogan) tot ongewenste vreemdeling moest worden verklaard. Uiteindelijk is zij ‘vrijwillig’ naar Duitsland vertrokken.

Aboutaleb verklaarde vlak na de rel op 13 maart dat Kaya tot ‘ongewenste vreemdeling’ was verklaard. ‘De regels schrijven dan voor dat je zo iemand uitzet naar het land waar die vandaan is gekomen, in dit geval Duitsland,’ aldus Aboutaleb.

Geen poot om op te staan

Uit onderzoek van De Telegraaf blijkt dat Kaya op papier helemaal geen ‘ongewenste vreemdeling’ was. De minister werd door een politie-escorte het land uitgezet, waardoor de indruk werd gewekt dat zij wel degelijk ongewenst was verklaard. Dat dit niet het geval blijkt, brengt Kaya in de problemen bij de rechtszaak die zij heeft aangespannen tegen Nederland.

Terug in Turkije klaagde de minister steen en been over de manier waarop zij in Nederland was behandeld. Ze kondigde aan een rechtszaak aan te spannen tegen Nederland. Kaya heeft juridisch geen poot om op te staan, blijkt nu, omdat ze Nederland uit eigen beweging heeft verlaten. Kaya zou de zaak zelfs hebben laten vallen.