Nederland kan niet zomaar af van associatieverdrag met Turkije

13 maart 2017Leestijd: 2 minuten
Een Turkse krant kopt 'Hollandse honden' na de diplomatieke rel tussen Nederland en Turkije afgelopen weekend - Foto: AFP

CDA-lijsttrekker Sybrand Buma wil af van het associatieverdrag met Turkije. Alleen zo kan Nederland meer eisen stellen aan Turkse Nederlanders, is zijn redenering. Maar het verdrag schrappen is nog niet zo eenvoudig.

Rellen door Turkse Nederlanders in onder meer Rotterdam afgelopen weekeinde wakkeren de discussie over het associatieverdrag opnieuw aan.

Opening naar EU-lidmaatschap

Het associatieverdrag met Turkije stamt uit 1963, dus nog voor de komst van vele Turkse gastarbeiders, en werd gesloten tussen de Europese Economische Gemeenschap (EEG) – de voorganger van de Europese Unie (EU) – en Turkije.

De handtekeningen onder het verdrag zijn dan ook van Turkije en de zes landen die op dat moment de EEG uitmaakten: Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Italië en Luxemburg. Indertijd werden dergelijke verdragen ook gesloten met Griekenland, Spanje en Portugal. Bij die landen leidde het verdrag uiteindelijk tot een EEG-lidmaatschap, en later een lidmaatschap van de EU.

Ook voor Turkije vormt het verdrag een opening naar EU-lidmaatschap. Er staat duidelijk vermeld dat de toetreding van Turkije tot de EU zal worden vergemakkelijkt. Voorwaarde is wel dat de wetgeving van het land zo veel mogelijk wordt afgestemd op die van de EU, iets wat in Turkije momenteel niet gebeurt.

Bovendien is bepaald dat onderdanen uit Turkije niet anders mogen worden behandeld dan EU-burgers. Daarom bleek het bijvoorbeeld niet mogelijk om Turkse imams – die veelal de integratie van Turkse Nederlanders juist belemmeren – te verplichten een inburgeringscursus te volgen voordat ze naar Nederland komen. Vreemdelingen uit niet-Europese landen zijn normaal gesproken verplicht een inburgeringscursus te volgen, voordat een Nederlandse werkvergunning kan worden aangevraagd. Vanwege het associatieverdrag vormen Turkse imams hierop een uitzondering.

In Nederland zijn zo’n 140 imams werkzaam, vaak voor een periode van enkele jaren, die direct worden aangestuurd door Diyanet, het Turkse presidium voor Godsdienstzaken. Niet zelden komen de imams in kwestie in opspraak, mede door de gebrekkige integratie van moskeebezoekers, maar ook doordat ze er te nauwe banden met de Turkse regering op zouden nahouden.

Unanimiteit is vereiste

Omdat de opstellers van het associatieverdrag geen eisen stelden aan inburgering, kan dat nu ook niet bij Turkse Nederlanders, zei CDA-leider Sybrand Buma zondag in Buitenhof.

Wat het opzeggen of veranderen van het associatieverdrag moeilijk maakt, is dat Nederland dat niet op eigen houtje kan doen. Alle EU-lidstaten beslissen daarover mee, en om het verdrag op te heffen (een verregaande maatregel) is unanimiteit nodig. Mocht het zo zijn dat meer landen ervan af willen, dan kan de Europese Commissie er namens de EU over onderhandelen, een proces dat jaren in beslag kan nemen. Ook dan is unanimiteit een vereiste.

Turkije is aspirant-lid van de EU, maar de toetredingsonderhandelingen liggen op dit moment stil. Europese unanimiteit over het opheffen van het associatieverdrag lijkt bovendien onwaarschijnlijk: in de EU is al geen overeenstemming over het staken van de toetredingsgesprekken, en het opheffen van het associatieverdrag gaat nog een stap verder.

Het blokkeren van een Turks EU-lidmaatschap is wel een mogelijkheid. Ook voor de toetreding van Turkije is namelijk Europese unanimiteit nodig.