Deze partijen willen ook homo’s in artikel 1 Grondwet

03 februari 2017Leestijd: 2 minuten
Foto: ANP

De meerderheid van de leden in de Tweede Kamer is voor het uitbreiden van de wet die discriminatie verbiedt. D66, PvdA en GroenLinks willen ervoor zorgen dat ook homo’s en gehandicapten worden beschermd door artikel 1 van de Grondwet.

Tijdens een debat over homo-emancipatie in Nederland dat wordt georganiseerd door belangenorganisatie COC, willen de linkse partijen het initiatief om het artikel uit te breiden bespreken met andere partijen.  Sinds kort kunnen D66, PvdA en GroenLinks ook op steun van het CDA rekenen.

SP, CU en CDA willen ook

Tijdens het congres van het CDA kwam naar voren dat de leden wel wat zien in de uitbreiding van de bescherming door de wet. ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan,’ staat in artikel 1. Daar moeten ook mogelijke handicaps en seksuele oriëntatie aan worden toegevoegd.

Ook de SP en de ChristenUnie zien wel wat in de grondwetswijziging, maar de partijen krijgen tegengas van de VVD. De liberalen willen juist dat artikel 1 simpeler wordt: alleen de eerste zin zou moeten blijven staan. ‘De VVD is tegen elke vorm van discriminatie, maar we zouden geen bepaling willen toevoegen aan artikel 1,’ zegt een woordvoerder tegen elsevier.nl.

Tegen te lange lijst

2016-07-23 19:50:06 AMSTERDAM - Homo's, lesbiennes, transgenders en biseksuelen lopen mee in de PrideWalk van het Vondelpark naar de Dam op de Roze Zaterdag tijdens EuroPride. ANP REMKO DE WAALMeer over homo-emancipatie in Nederland: iedereen blij met Europride?

‘Integendeel, er zouden geen verbijzonderingen in artikel 1 moeten staan, ook de huidige niet. “Discriminatie op welke grond dan ook” zou voldoende moeten zijn,’ stelt de VVD. ‘Echte emancipatie is niet dat je nog steeds als bijzondere grond voor discriminatieverbod staat genoemd. Echte emancipatie is dat juist iedereen voor de wet gelijk is en iedereen zich als vanzelfsprekend beschermd weet tegen discriminatie.’

Er zit ook een juridische kant aan: als de opsomming van minderheden die worden genoemd, steeds langer wordt, zal het alleen maar gaan om een ‘uitputtende lijst van discriminatiegronden’. ‘Er zijn altijd wel andere groepen die dan weer in het geweer komen om ook toegevoegd te worden.’