Erdogan stelt gerust: ‘Zij hebben de dollar, maar wij hebben Allah’

10 augustus 2018Leestijd: 3 minuten
Erdogan - Foto: AFP

De Turkse lira zit in een vrije val. Op vrijdagochtend daalt de munt met zo’n 13 procent ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan probeert de onrust te temperen: ‘Zij hebben de dollar, maar wij hebben Allah.’

Vrijdag bereikte de lira een nieuw dieptepunt toen de munt 13,5 procent aan waarde verloor ten opzichte van de dollar. De waardedaling van afgelopen week is vrijwel gelijk aan die tijdens het dieptepunt van de financiële crisis.

De fors goedkopere munt betekent dat de toch al fikse inflatie in het land nog verder dreigt op te lopen. Daardoor wordt het leven voor Turkse burgers steeds duurder. De munt staat mede onder druk als gevolg van zorgen over het oplopende conflict tussen Turkije en de Verenigde Staten.

Donderdag laat op de avond sprak Erdogan zijn aanhangers toe in zijn geboorteplaats Kasımpaşa aan de kust van de Zwarte Zee. Het is een regio waar hij tijdens de verkiezingen een recordwinst behaalde. ‘Zij hebben misschien wel de dollar, maar wij hebben ons volk, onze gerechtigheid en onze Allah.’

Erdogan komt met ‘nieuw economisch plan’

Later op vrijdag kondigt Erdogan een nieuw economisch plan aan. ‘We treffen voorbereidingen voor een nieuwe periode, en we streven ernaar om ons land op een heel andere manier voor te bereiden op die nieuwe periode. We zullen hard werken en onszelf vermoeien en we willen ons land veel moderner maken. Vandaag is een betere dag dan gisteren en morgen wordt nog beter dan vandaag. Twijfel daar niet aan,’ aldus Erdogan op donderdag.

Hij gaf ook commentaar op de oplopende spanningen met Amerika, de kelderende economie en de opkomst van de dollar. Erdogan: ‘Er worden verschillende campagnes gevoerd. Negeer ze. (…) Waar stonden we zestien jaar geleden en waar staan we nu? We worden nog beter. We zullen hard werken en zullen 2023 [precies 100 jaar nadat het Ottomaanse Rijk uiteenviel, red.] op een hele andere manier betreden.’

Reactie tegen Amerikaanse sancties

Vorige week reageerde Erdogan op de sancties die de Amerikaanse regering oplegde aan de Turkse minister Abdulhamit Gül van Justitie en Süleyman Soylu van Binnenlandse Zaken. Hij kondigde aan de eventuele tegoeden van de Amerikaanse ministers van Justitie en Veiligheid in Turkije te laten bevriezen.

Gül en Soylu speelden volgens de Verenigde Staten een belangrijke rol in de arrestatie en detentie van de Amerikaanse predikant Andrew Brunson. De sancties die de Verenigde Staten deze week invoerden, hebben onder meer tot gevolg dat Amerikaanse burgers in de meeste gevallen geen zaken meer mogen doen met de Turkse ministers. Ook worden bezittingen van de bewindslieden bevroren die onder Amerikaanse jurisdictie vallen.

Zorgen over invloed op centrale bank

Daarnaast zijn er zorgen over de invloed die Erdogan heeft op het beleid van de Turkse centrale bank. Erdogan is tegenstander van het verhogen van de rente en benoemde onlangs zijn schoonzoon tot minister van Financiën. Economen menen juist dat snel ingrijpen noodzakelijk is.

De centrale bank is van oudsher politiek onafhankelijk. Maar Erdogan trok een aantal weken geleden per decreet ook de macht naar zich toe om het hoofd van de centrale bank te benoemen, een instituut waarmee hij eerder dikwijls overhoop lag. Hij lost daarmee een van zijn verkiezingsbeloften in. Critici zien het als een poging van hem om de markt te beïnvloeden, iets wat getuige de vrije val van de lira in aanloop naar de verkiezingen niet altijd even goed uitpakt.