Wie stopt de kleine wereldoorlog die woedt in Syrië

23 februari 2016Leestijd: 3 minuten
'Antoine Dequaadtsenytt/HH'

Obama’s beslissing om niet echt in te grijpen in Syrië is een historische fout die het Midden-Oosten en Europa nu duur komt te staan.

Dit essay verscheen op 27 februari 2016 in weekblad Elsevier

Leefde Richard Holbrooke nog maar. De Amerikaanse topdiplomaat overleed op 13 december 2010, 69 jaar oud, vier dagen voordat in Tunesië de ‘Jasmijnrevolutie’ zou uitbreken na de zelfverbranding van de wanhopige jonge werkloze Mohamed Bouazizi. De gebeurtenissen in Tunesië werden snel gevolgd door gewelddadige omwentelingen in buurland Libië en in het grote Egypte. In korte tijd waren in deze drie Noord-Afrikaanse landen de langzittende potentaten verjaagd of gelyncht.

Trauma

Terug naar Syrië. Een eind aan het conflict is verder uit zicht dan ooit, nu zo veel externe partijen erbij zijn betrokken. De fall out is enorm. In Turkije en Libanon zitten de kampen vol vluchtelingen. De Europese Unie bezwijkt bijkans ­onder – politiek gekissebis over – de toestroom van honderdduizenden Syriërs en de zogenaamde vluchtelingen uit andere landen in hun kielzog. De vluchtelingen worden – door Turkije – zelfs als ­onderhandelingswapen gebruikt. De altijd onaantastbare positie van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, tevens de officieuze leider van Europa, brokkelt snel af, zeker in haar thuisland.

En dat allemaal vanwege een burgeroorlog in een land waarvan de hoofdstad 3.700 kilometer van Berlijn ligt en dat 23 miljoen ­inwoners telt. De Europese Unie heeft er zo’n 750 miljoen.

Het had niet zo hoeven zijn. In augustus 2012 zei de Amerikaanse president Barack Obama, die eerder CIA-­adviezen om de gematigde rebellen te steunen in de wind had geslagen: ‘We zijn heel duidelijk geweest tegen het Assad-regime, maar ook tegen de andere spelers in het conflict, dat het een rode lijn voor ons is als we zien dat een boel chemische wapens heen en weer wordt gereden of gebruikt.’ Maar toen Assad in 2013 chemische wapens inzette, gaf Obama niet thuis.

Misschien werd Obama’s besluit ingegeven door zijn ervaringen in Libië. Daar greep hij in 2011 kortstondig in, maar dat werd een klein trauma. Syrië, nauwelijks olie, maar veel strategischer gelegen dan Libië, liet hij lopen. In de zomer van 2014 claimde Islamitische Staat zijn kalifaat.

Vazallen

Welke president voor Obama heeft toegestaan dat ­gebeurde wat nu in Syrië gebeurt? George H.W. Bush begon met zijn coalition of the willing meteen een oorlog tegen de Iraakse leider Saddam Hussein, toen die in augustus 1990 Kuweit durfde binnen te vallen. Het is op 27 februari 25 jaar geleden dat Bush zijn Golfoorlog won.

Zijn opvolger Bill Clinton maakte een grove inschattingsfout met Rwanda in 1994, maar in 1995 schoof hij toponderhandelaar Richard Holbrooke naar voren om een eind te maken aan de strijd in Joegoslavië. Toen het later misging in Kosovo, waren de Amerikanen met bommenwerpers snel weer present als politieagent.

Na 11 september 2001 liet George W. Bush zich gelden in Afghanistan en Irak – over het nut van de inzet in die landen valt te twisten, maar slap was hij niet. Tot en met Bush waren bijvoorbeeld de Saudi’s ook altijd vrij gezeglijke vazallen van de Amerikanen. Kom daar nu eens om.

Decennialang heeft Amerika als sterkste natie het vuile werk opgeknapt in brandhaarden waar ook ter wereld. Barack Obama heeft gezorgd voor een isolationistische trendbreuk die het Midden-Oosten en ­Europa duur komt te staan. Een historische fout. Had Europa dan niet zelf eerder moeten ingrijpen? Niet realistisch. De EU (de NAVO zonder Amerika) heeft niet de slagkracht en niet de martiale genen die Amerika wel heeft. Sterker: juist Rusland stapt nu in het gat dat Obama heeft laten vallen.

Hoe verder? Dezer dagen wordt hooguit een tijdelijk staakt-het-vuren verwacht in Syrië. Met de Turken wordt gepraat over het inperken van de vluchtelingenstroom. Maar uitzicht op een echt einde aan de kleine wereldoorlog in Syrië is er niet. Toch lijkt uitgesloten dat Syrië ooit nog binnen de huidige grenzen kan voortbestaan. Een etnisch-religieuze opdeling zoals in Joegoslavië ligt meer voor de hand. Wie gaat die forceren?

Had de wereld nog maar een Holbrooke – en een Amerikaanse president met het verantwoordelijkheidsgevoel van moreel leiderschap dat de eerdere presidenten van het machtige land wél hadden. ‘Er zullen andere Bosniës zijn in onze levens – gebieden waar vroege inmenging van buiten doorslaggevend zal zijn, en waarvoor Amerikaans leiderschap noodzakelijk is,’ schreef Richard Holbrooke in 1997 aan het slot van zijn boek To End a War.

De wereld mist dat leiderschap.

Elsevier nummer 8, 27 februari 2016