Chinese internetcensuur is even indrukwekkend als beangstigend

16 april 2015Leestijd: 4 minuten
'EPA'

Twee miljoen censors zijn dagelijks actief om de informatiestroom van zevenhonderd miljoen internettende Chinezen te controleren en waar nodig berichten te verwijderen. Het Gouden Schild is beangstigend en prachtig tegelijk.

Vandaag begint in Den Haag de Global Conference on Cyberspace. Afgevaardigden van meer dan honderd landen, internationale instituten en vertegenwoordigers van non-profit-organisaties, wetenschap en bedrijfsleven discussiëren twee dagen over een vrij en veilig internet.

China laat zich vertegenwoordigen door zijn ambassadeur in Nederland: Xu Chen. China is zeker niet het enige land dat geen minister stuurt, maar veelzeggend is het wel. Allereerst natuurlijk omdat er geen land ter wereld is met zoveel internetgebruikers: zevenhonderd miljoen!

Maar vooral omdat de Volksrepubliek een nogal uitgesproken visie heeft op een vrij en veilig internet.

Mooie gedachte

China is sinds 1987 aangesloten op het wereldwijde web, dat dan nog voornamelijk door wetenschappers wordt gebruikt.

Op 20 september van dat jaar stuurt professor Wang Yunfeng als eerste Chinees een e-mail. Hij schrijft een Duitse collega: ‘Van achter de Grote Muur kunnen we elke uithoek van de wereld bereiken.’

Naarmate meer mensen internet gaan gebruiken, leidt deze mooie gedachte bij Chinese beleidsmakers juist tot zorg. Het idee dat gewone burgers informatie uit de hele wereld kunnen vergaren en – nog erger – zelf allerlei informatie kunnen gaan verspreiden, maakt China’s leiders hoogst ongerust.

Firewall

Om controle over het Chinese deel van het internet te krijgen, geeft president Jiang Zemin in 1998 opdracht voor project Gouden Schild. Wij kennen dat beter onder de naam die het Amerikaanse ict-blad Wired bedacht: de Great Chinese Firewall.

Gouden Schild schermt de toegang van Chinese gebruikers af van specifieke buitenlandse websites waar informatie is te vinden die burgers in de ogen van de staat beter niet kunnen zien.

De overheidssoftware filtert ook de resultaten van de zoekmachines die in China actief zijn. Het zorgt ervoor dat zoekopdrachten naar gevoelige onderwerpen eenvoudigweg geen resultaten opleveren of worden omgeleid naar webpagina’s met onschuldige inhoud.

Twee miljoen censors

Wie in het Westen naar de term Tiananmenplein zoekt, komt al snel bij foto’s van Tankman uit. Wie binnen China naar dezelfde term zoekt, komt bij eindeloze reeksen toeristische plaatjes uit.

En ten slotte is de controle ook uitgebreid naar informatie die binnen China op het internet wordt gezet. Het ongelooflijke aantal van meer dan twee miljoen censors is werkzaam om de informatiestroom die 700 miljoen internetgebruikers dagelijks genereren te controleren en waar nodig berichten te verwijderen.

De controle van het Gouden Schild is beangstigend en prachtig tegelijk. Enerzijds is de staatscontrole op het recht op vrije meningsuiting en informatiegaring verwerpelijk.

Ongeëvenaard

Technisch is het een ongeëvenaard kunststukje, waarin veel regeringen in de wereld interesse hebben. Zoals CNN onlangs over Gouden Schild schreef: het is China gelukt om pudding tegen de muur te spijkeren (‘they managed to nail Jell-o to the wall’).

Twee kanttekeningen: de Chinese overheid vindt dat andere landen onvoldoende doen om het internet voor hun burgers veilig te maken.

Zij rechtvaardigt de stringente controle door te wijzen op misstanden op het internet, zoals porno, oplichters en rode envelop-journalisten. Als de overheid optreedt tegen criminaliteit op straat, waarom dan niet op het internet?

Eigen regels

En ook westerse landen hebben zo hun eigen gedachten over een vrij en veilig internet. Sinds Edward Snowden weten we dat meer overheden de communicatie van hun burgers in naam van de vrijheid en veiligheid volgen.

Strikt genomen staat het alle landen vrij hun eigen regels te maken, waar we wel iets van kunnen vinden, maar doorgaans weinig aan kunnen doen. Dat is anders als staten over hun landsgrenzen heen actief worden. En dan heb ik het niet over spionage, want dat is van alle tijden en van alle landen.

Afgelopen dagen kwam informatie naar buiten over grootschalige, gerichte aanvallen op websites waarop informatie staat die door de Great Chinese Firewall wordt geweerd, maar via omwegen toch voor Chinese internetgebruikers toegankelijk is.

Ontkennen

Wetenschappers uit Canada en de Verenigde Staten denken dat deze sites met massale DDOS-aanvallen vanuit China onbereikbaar worden gemaakt. Niet alleen voor Chinese bezoekers, maar voor iedereen.

Er is geen hard bewijs dat China hiervoor verantwoordelijk is en Peking zal het in alle toonaarden ontkennen. Maar het lijkt erop dat China niet alleen een Great Firewall om zijn eigen internetdomein heeft gebouwd, maar ook een Great Cannon in stelling heeft gebracht om onwelgevallige informatie in het buitenland uit te schakelen.

Daarmee is letterlijk en figuurlijk een grens overschreden.