De Nederlandse regering heeft 150 miljoen euro op haar begroting staan om de schuld voor Sudan, een arm Afrikaans land met een dictator die van genocide wordt verdacht, kwijt te schelden.
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA) heeft dat donderdag toegegeven, meldt CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt op Twitter.
Genocide
Volgens het Kamerlid gaat hier niet alleen om kwijtschelding, maar ook om ontwikkelingshulp aan een land, waarvan de president, Omar al-Bashir, zich schuldig maakt aan genocide en aan het dagelijks bombarderen van de eigen bevolking.
De regering in de Sudanese hoofdstad Khartoum wordt ervan verdacht de Arabische milities te steunen die de zwarte bevolking uitmoorden.
Dorpen zijn gebombardeerd en milities hebben huizen geplunderd en verbrand en vrouwen verkracht. Geschat wordt dat er door het geweld in Sudan ten minste 300.000 doden zijn gevallen.
Noodhulp
Eerder op de dag zei de minister tijdens de behandeling van de begroting van haar departement dat zij noodhulp boven de vijf miljoen voortaan zal melden aan de Tweede Kamer. Zij antwoordde daarmee op vragen van regeringspartij VVD die meer controle op het budget voor noodhulp willen uitoefenen.
De liberalen vinden dat de minister soms te snel haar portemonnee trekt. De VVD was niet te spreken over de 17 miljoen aan noodhulp in september voor Syrische vluchtelingen, die zij toezegde tijdens een bezoek aan Jordanië, waar veel van die vluchtelingen naartoe zijn getrokken.
Met die uitgekeerde 17 miljoen euro voor de vluchtelingen werd de bodem van het Nederlandse budget voor noodhulp bereikt.