Ik zou de jobhoppende politici graag geloven

22 februari 2013Leestijd: 3 minuten

Van een jobhopper tussen de cityhoppers, naar tophopper. Camiel Eurlings, gefeliciteerd met je promotie tot topman van de KLM. Je lijkt me een fijne en integere vent.

Daarnaast vond ik dat je het goed deed als minister van Verkeer, door eindelijk eens volmondig te erkennen dat het wegennet moest worden uitgebreid.

Bevriende partijen

Toch roept jouw promotie bij mij vragen op over integriteit in een breder verband, dus niet over jou persoonlijk, maar over ex-bewindslieden in het algemeen. Als het over integriteit gaat in de politiek, gaat het veelal over het verantwoorden van een bonnetje hier, het aangaan van een deal met al dan niet bevriende partijen daar en – vanuit de burger gevoed – het wel of niet nakomen van gedane beloftes.

Wat de eerste twee onderdelen betreft, luidt het mantra: de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden.

Het gaat dan om handelingen tijdens het politieke mandaat zelf. Waar echter nauwelijks discussie over is, althans in het politieke bedrijf zelf, is de invulling van het politieke ‘afterlife’.

Ruud Lubbers

Kan het zo zijn dat ministers tijdens hun loopbaan alvast voorsorteren op hun verdere maatschappelijk carrière? De vervolgvraag is: laten zij die overwegingen ook, bewust of onbewust, doorwerken in het beleid dat zij voorstellen – en hoe is dat te voorkomen?

Wat mij betreft zijn er best aanknopingspunten om die discussie te voeren. Syp Wynia schreef eerder een stevige analyse over de Europese aspiraties van premier Ruud Lubbers en de gevolgen daarvan. Een ander aanknopingspunt: eind januari las ik berichten dat oud-leden van de Tweede Kamer moeilijk aan een baan zouden komen, na hun Kamerlidmaatschap. Dat Verbeet er daarom voor pleitte dat de regeling voor wachtgeld maar beter niet moest worden beperkt, vond ik weinig verrassend en niet zo interessant.

Autonomie

Wél interessant was haar toelichting hierop: ‘Wat ik belangrijk vind, is dat Kamerleden niet tijdens het Kamerlidmaatschap al bezig zijn met het zoeken naar werk. Dat zou hun autonomie kunnen schaden. Je moet als Kamerlid beslissingen kunnen nemen die tegen je belang ingaan omdat ze in het belang zijn van het land. Dat wordt belemmerd als je zelf een nieuwe baan zoekt,’ aldus Verbeet.

Als we in bovenstaand citaat voor de woorden Kamerlid en Kamerleden, nu eens minister en ministers invullen, zijn we wat dichter bij de waarheid en waar ik wil zijn.

Het citaat van Verbeet toont dan (ongewild) de kwetsbaarheid van het systeem aan, want de gemiddelde minister is tegenwoordig evenzeer een eendagsvlieg als het gemiddelde Kamerlid en dus net zo bevattelijk, zo niet meer, voor beïnvloeding van buitenaf. Meer, omdat een minister binnen zijn partij veel meer invloed heeft dan een doorsnee Kamerlid, en organisaties van buiten dus efficiënter en effectiever kunnen insteken op het niveau van de bewindspersoon.

Shell

Het citaat van Verbeet is tevens wat naïef omdat er nauwelijks nog politici zijn die er voor het algemeen belang zitten. De politiek wordt slechts gezien als een leuk opstapje of tussenstation voor de eigen, verdere maatschappelijke carrière. Het Kamerlid kijkt bij wijze van spreken al om zich heen naar ander werk, op dag één aan het Binnenhof.

Om op de (ex-)bewindslieden terug te komen, opvallend is dat Shell zoveel ophad/heeft met politici als Bos, Benschop en Albayrak, lid van een partij (PvdA) die toch een vreemde partner lijkt voor het grote bedrijfsleven.

Is er wellicht sprake van een strategie waarbij het gaat om de pacificatie van links? En wat te zeggen van wijlen Gmelich Meijling (VVD), die na zijn periode op Defensie direct in dienst trad bij wapenleveranciers?

Speculatie

Ik zou Camiel Eurlings graag op zijn CDA-groene dan wel KLM-blauwe ogen willen geloven dat hij zich als minister nooit heeft laten leiden door ambities elders, maar zeker kan ik het niet weten.

Wat te doen? Toen net opgeleverde VINEX-woningen nog populair waren, stelden veel gemeentes een anti-speculatiebeding in, om direct doorverkopen met grote winsten te voorkomen.

Er zou ook een anti-speculatiebeding kunnen komen voor bewindslieden, waarbij ze bijvoorbeeld een periode van vier jaar niet in dezelfde sector werkzaam mogen zijn. Zolang dat wettelijk niet mogelijk is, staat het partijen natuurlijk vrij dit met hun kandidaat-bewindslieden af te spreken.