Sluit de leerfabrieken en leid mensen weer op in bedrijven

01 augustus 2022Leestijd: 4 minuten
Campagnedoek Bouwend Nederland bij bouwplaats. Foto: ANP

In plaats van (v)mbo’ers om te stickeren naar een B-versie van academici moeten we kijken hoe we niet de vaklieden zelf moeten veranderen, maar de structuur van opleiden, schrijft Constanteyn Roelofs.

Een van de meer verdrietige dingen in het straatbeeld die ik de afgelopen tijd heb gezien, zijn de spandoeken bij bouwplaatsen waarop het volgende staat: ‘Niet ieder kind wordt later arts of advocaat. Leer je kinderen dat het oké is om met je handen te werken en toffe dingen te bouwen.’ Het (v)mbo heeft kennelijk een imagoprobleem en de samenleving heeft een ontzettend probleem met het vinden van vakmensen.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Nu zijn er een paar manieren om de boel op te lossen. Aan de ene kant is er migratie: we halen uit de hele Europese Unie vaklieden hierheen (en dat terwijl er nog genoeg mensen op de bank zitten, vooral uit wat je met een licht gevoel voor eufemie ‘migrantengemeenschappen’ moet noemen), maar dat lenigt de nood maar een beetje en bovendien zorgen die passanten voor allerlei problemen met huisvesting en sociale versplintering.

Doordrukken van de diplomameritocratie uit linkse hoek

Daarnaast zijn er mensen die alles in het sociale trekken en vinden dat het vooral een stigmaprobleempje is dat we dus titels en versierselen moeten uitreiken aan loodgieters, omdat ze zich anders ondergewaardeerd voelen – uiteraard zijn dit voornamelijk van die sociaal-democraten met waardeloze MSc.’s en MA’s uit de diplomafabriek. Dezelfde sociaal-democraten die de meritocratie zo hebben opgeblazen dat ze meer dan de helft van de bevolking ‘hoger opgeleid’ willen hebben en daarom maar heel veel niet bijster nuttige studies hebben verzonnen en de eisen voor de rest drastisch hebben verlaagd, met het idee dat het doel van de sociale politiek opstomen naar de universiteit is.

Het is de ziekte van De Derde Weg: ik las laatst dat Tony Blair in de jaren negentig op een zeker moment wilde dat de helft van de bevolking naar de universiteit moest – 50 procent van de bevolking in een opleidingslaag die voor de 5 procent leidinggevenden van de samenleving bedoeld is, dat is toch onwerkelijk? Het heeft er alle schijn van dat dat doordrukken van de diplomameritocratie uit linkse hoek het hele stigma rond werken met de handjes heeft veroorzaakt. Het blijft toch altijd waanzinnig ironisch dat juist de Partij voor de Arbeid een cultuur heeft gecreëerd waarin arbeid onder aan de maatschappelijke hiërarchie bungelt, maar goed.

Zwitsers houden hun vaklieden in het bedrijf

Kan het ook anders? Maar natuurlijk. Kijk maar even over de grens. Vorige week was ik ‘voor mijn werk’ in Zwitserland. Ik had het geluk dat ik werd rondgeleid  door een manufacture van prachtige horloges (helaas allemaal buiten het budget van een armlastige stukjestikker). Misschien nog indrukwekkender dan de klokkies met een grand complicationquantième annuel of een tourbillon was de manier waarop de werknemers betrokken waren bij de productie. Gek was het niet: met een interne opleidingen en een meester-gezelsysteem, uitstekende arbeidsvoorwaarden en rechtsbescherming houden de Zwitsers (en de Duitsers trouwens ook) hun vaklieden in het bedrijf, vaak over meerdere generaties.

Hoe anders is dat in Nederland waar je maar naar een betonnen leerfabriek aan de rand van de stad moet om een diploma te halen om vervolgens op een arbeidsmarkt te komen waar de uitzendbureaus en losse contracten de norm bepalen.

De diplomamaffia wil meer leerfabrieken

In plaats van (v)mbo’ers om te stickeren naar een B-versie van academici in de diplomacratie zouden we dus structureel moeten kijken hoe we niet de vaklieden zelf moeten veranderen, maar de structuur van opleiden. We moeten de leerfabrieken sluiten en mensen weer in de bedrijven opleiden en niet van de mensen aan de praktische kant van de samenleving een soort mini-academici te maken met veel te brede vakkenpakketten en onnodige titels. Maar goed, dat gaat natuurlijk niet gebeuren, want wie hebben het voor het zeggen in de Nederlandse vakbonden, linkse partijen, de partijen die het onderwijs vormgeven en de onderwijsinstellingen? De diplomamaffia. En de diplomamaffia wil meer leerfabrieken en is hopeloos vastgeketend aan het idee van meer Europa en ontwortelende migratie. Dit probleem lost zich dus waarschijnlijk nooit op.

Hoewel? De wal keert het schip natuurlijk. Dagelijks lees je in de courant over mensen die eerst ICT-consultant of hr-manager waren of een ander volstrekt nutteloos praatberoep en die na een motivatiecrisis maar met hun handen zijn gaan werken als timmerman of banketbakker. Bovendien verdien je tegenwoordig als loodgieter een stuk meer dan als socioloog.