Vreemd: oudere kiezers, jongere lijsttrekkers

Terwijl de kiezers in snel tempo vergrijzen, zijn lijsttrekkers steeds vaker dertigers – en steeds minder vaak zestigers. Opmerkelijk, schrijft Roelof Bouwman, want voor wie iets heeft te verkopen of te verhandelen, zijn 65-plussers de komende decennia een niet te missen doelgroep.

‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ zo luidt een overbekend gezegde. De laatste jaren horen we die woorden wat minder vaak en daar lijkt een goede reden voor: de vergrijzing.

Nog in 1970 was slechts 10 procent van de Nederlanders 65 jaar of ouder. Nu is dat 20 procent en rond 2040, zo verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek, een kwart.

Niet te missen doelgroep

Het aantal ouderen zal daarna een jaar of tien stabiel blijven doordat kleinere generaties de 65 jaar passeren en veel ouderen uit de grote naoorlogse generaties overlijden. Na 2050 neemt het aantal ouderen in de bevolking weer toe, mede doordat de grote generatie millennials dan 65 jaar wordt.

Zeker voor wie iets heeft te verkopen of te verhandelen, zijn 65-plussers de komende decennia een niet te missen doelgroep. Minstens zo belangrijk: er komen niet alleen steeds méér ouderen, het zijn ook ándere ouderen.

Vroeger kampten veel 65-plussers al snel met een kwakkelende gezondheid en hadden ze meestal nog maar een paar jaar voor de boeg. Ook genoten ze vaak een karig inkomen en waren ze dikwijls laagopgeleid.

Dat is de laatste decennia rigoureus aan het veranderen. De levensverwachting van 65-plussers is fors gestegen en de meesten  verkeren nog jaren in goede gezondheid. Steeds vaker komen er twee pensioenen binnen en is er een koophuis met overwaarde. Vooral de jongste generatie 65-plussers, de zogenoemde babyboomers, heeft ook over het opleidingsniveau niets te klagen.