Criminele asielzoekers ondergraven ruimhartig opvangbeleid

De criminaliteit door asielzoekers is in 2019 met ruim een kwart gestegen. Van de verdachten komt 60 procent uit veilige landen als Algerije en Marokko. Zij hebben geen recht op verblijf, maar het lukt niet ze uit te zetten. Europese druk is nodig om de landen van herkomst te dwingen hun onderdanen terug te nemen, schrijft Gerlof Leistra.

Asielzoekers maken zich schuldig aan delicten als diefstal, mishandeling, bedreiging en vernieling. In 2019 registreerde de politie 5.000 misdrijven met een asielzoekers als verdachte. Een jaar eerder waren dat er nog 3.934, zo blijkt uit een incidentenoverzicht van het ministerie van Justitie en Veiligheid dat uitlekte naar De Telegraaf.

Moorden

Naast de hier genoemde ‘veelvoorkomende’ criminaliteit gaat het ook om zedenzaken en levensdelicten. Zo werden dertig asielzoekers verdacht van poging tot moord of doodslag en twee van een ‘voltooid levensdelict’, zaken die vaak tot maatschappelijke onrust leiden. Afgelopen zondag stak in Oss een verwarde Soedanese statushouder Rik van de Rakt (18) dood. Op 1 maart is in zijn huis in Boxmeer de 56-jarige Frank Schrijen om het leven gebracht, een zaak waarin later die maand een asielzoeker uit Trinidad en Tobago is opgepakt.

Voor hun omgeving zijn criminele asielzoekers een plaag. Winkeliers hebben dagelijks te maken met dieven en zijn kapitalen kwijt aan camera’s en beveiligers. Het valt niet uit te leggen dat 60 procent van alle verdachten afkomstig is uit veilige landen als Algerije, Marokko, Tunesië en Georgië. Zij kunnen in de meeste gevallen geen aanspraak maken op asiel, maar gebruiken de opvangcentra als uitvalsbasis voor hun rooftochten.