Olie en gas: de dino’s van de energiewereld?

06 februari 2020Leestijd: 3 minuten
Kolencentrale. Foto: AFP

Zijn de grote olie- en gasbedrijven gedoemd om als dinosaurussen uit te sterven in de strijd tegen de klimaatverandering? Doemdenkers trekken een vergelijking met de steenkoolsector. Maar vooralsnog zijn olie en gas hard nodig, schrijft Marijn Jongsma.

Van de wereldwijde reserves aan steenkool, olie en gas in handen van beursgenoteerde ondernemingen blijft 60 tot 80 procent in de grond zitten. Tenminste, als beleidsmakers alles op alles zetten om de temperatuurstijging op aarde te beperken tot 2 graden Celsius. De strijd tegen klimaatverandering zal ervoor zorgen dat beleggers op grote schaal hun geld uit de olie-, gas- en mijnbouwbedrijven halen. Deze scenario’s hield Kingsmill Bond van de in Londen gevestigde denktank Carbon Tracker maandag zijn gehoor in Amsterdam voor tijdens een bijeenkomst over klimaatverandering.

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks op donderdag over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Deze was niet georganiseerd door milieuorganisaties, maar door State Street Global Advisors, een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld met circa 3.000 miljard dollar onder beheer. En de deelnemers waren geen activisten, maar professionele beleggers van Nederlandse pensioenfondsen.

Nutteloos worden van bezittingen is nachtmerrie van elke belegger

De potentiële schade gaat verder dan de afboeking op fossiele reserves, zegt Bond: ook raffinaderijen, pijpleidingen en schepen dreigen ‘spectaculair’ aan waarde te verliezen. Geen enkele andere sector heeft een vergelijkbare infrastructuur, die volgens Carbon Tracker in totaal 20.000 miljard dollar waard is. Het nutteloos worden van bezittingen (in vaktermen: ‘stranded assets’) is de nachtmerrie van iedere belegger: zeker in de olie- en gasindustrie zijn de bezittingen op de balans van grote invloed op de waarde van het bedrijf.

Bond trekt de vergelijking met de steenkoolindustrie. Sinds het hoogtepunt van de productie in 2013 is de wereldwijde vraag naar steenkool met 3 procent afgenomen. Dat klinkt niet zo dramatisch, maar de industrie investeerde juist in extra capaciteit in de verwachting dat de vraag zou toenemen. Beleggers zagen de bui al hangen, stelt de analist, want wie kijkt naar een mandje met bedrijven actief in steenkool ziet dat de beurspiek in 2011 lag. Het behoorlijke herstel sinds 2017 maakt deze analyse echter minder sterk.

Geen pensioenfonds wil vast komen te zitten

Wat gaat er gebeuren met de gas- en oliemaatschappijen? Bond ziet grote risico’s als deze giganten in nieuwe velden gaan investeren ‘aan het einde van het fossiele tijdperk’. Sean Kidney van het Climate Bonds Initiative, dat de uitgifte van groene obligaties promoot, vindt de klimaatuitdaging dermate groot dat het doek voor gas zonder CO2-opslag de facto al is gevallen.

Lees ook van Marijn Jongsma: Steenkool komt de EU in via de achterdeur

Bovenstaande analisten voorzien dat de vraag naar olie en gas een scherpe knik gaat maken nadat de kosten van wind- en zonne-energie fors zijn gedaald.  En nog verder zal dalen, aangejaagd door grote projecten in vooral China en India. Geen pensioenfonds wil vast komen te zitten in wat financieel analisten een ‘waardeval’ noemen, een goedkoop aandeel dat steeds maar goedkoper wordt terwijl de dividenduitkeringen onhoudbaar worden.

Fossiel zal nog geruime tijd een belangrijke rol spelen

Wie kijkt naar een brede index van bedrijven in de olie- en gasindustrie ziet een piek in 2007, vlak voor de grote financiële crisis inzette. De koersval die daarop volgde, is sinds medio 2009 vervangen door een soort zaagtandpatroon. Begin 2016 bereikten de koersen een nieuw dieptepunt, wederom gevolgd door een grillig herstel. Afboekingen op investeringen zijn tot dusver vooral veroorzaakt door een overaanbod (denk aan de enorme productiestijging in de Verenigde Staten) in plaats van een plotselinge vraaguitval. Het coronavirus in China dempt slechts de stijging van de vraag, en dat heeft direct effect in een markt die ruim voorzien is.

Fossiel zal nog geruime tijd een belangrijke rol spelen, vooral door de groeiende vraag van opkomende landen. De ironie wil dat het vervangen van steenkool door gas een enorme milieuwinst oplevert. En volgens het Internationaal Energie Agentschap stijgt de vraag naar olie tot 2040 door.

Tijdens de State Street-bijeenkomst heeft geen enkele spreker het over de enige bron die op grote schaal continu energie kan leveren zonder broeikasgassen uit te stoten: kernenergie. Er valt ook weinig eer aan te behalen zolang Brussel nucleair niet het stempel ‘groen’ geeft. Alleen dan kunnen overheden nieuwbouw met speciale klimaatobligaties financieren. Pensioenfondsen zullen ze graag kopen om hun eigen groene imago op te poetsen.