Uitstekende peilingen, toch zorgen bij VVD

26 juni 2020Leestijd: 3 minuten
Premier Rutte op VVD-congres. Foto: ANP.

De peilingen voor de Tweede Kamerverkiezingen leiden dezer weken tot bijzondere grafieken. Terwijl veel partijen bijna op één lijn lijken te zitten qua zetels, steekt de VVD er met kop en schouders bovenuit. ‘Als actief VVD-lid vind ik het goed om te zien dat de aanpak van de coronacrisis tot nu toe door veel Nederlanders lijkt te worden gewaardeerd,’ schrijft Lennart van der Plas, voorzitter van de VVD in Katwijk. Maar wat gebeurt er als de circa 45 zetels in recente peilingen werkelijkheid worden? En wat betekent een grote VVD voor lokale afdelingen?

Al jarenlang doet de VVD het goed bij verkiezingen. De VVD is in de Tweede Kamer inmiddels tien jaar de grootste fractie en behoort ook in de andere bestuurlijke lagen (gemeenten, waterschappen, provincies en Europees Parlement) tot de grootste partijen. Tot zover mooi nieuws voor de VVD, zou je zeggen. Immers: meer zetels zorgen in het algemeen voor meer invloed. Dus hoe groter de VVD, des te meer van het programma is om te zetten in beleid.

Kanttekening bij succes VVD: partij is negende ledenpartij van Nederland

Lennart van der Plas (1994) is sinds 2017 voorzitter van de VVD in Katwijk. Ook werkt hij voor de VVD-fractie in de Tweede Kamer.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Toch is er een kanttekening te maken bij het electorale succes. De VVD is namelijk de negende (!) ledenpartij van Nederland. Om alle posities in de diverse volksvertegenwoordigende organen te vervullen, moet er dan ook uit een relatief kleine vijver worden gevist. Sterker nog: bij de VVD vult 1 op de 18 leden een zetel. Daarbij reken ik de bestuursfuncties (zoals burgemeester, wethouders en ministers) nog niet eens mee, net als functies die in de partij en haar lokale afdelingen worden vervuld (zoals voorzitter, secretaris en penningmeester). Kortom: word je lid van de VVD, dan mag je je algauw volksvertegenwoordiger noemen.

Gemiddeld zijn er voor elke zetel circa 49 leden uit wie te kiezen is. De SGP zit daar bijvoorbeeld boven met 112 leden voor elke zetel, de SP kan kiezen uit 94, de PvdA uit 55, D66 uit 36 en het CDA uit 27. Ook voor de laatstgenoemde partijen is de keuze dus beperkt, maar nog altijd een stuk ruimer dan de 18 die de VVD in de aanbieding heeft.

Ik hoor u zeggen: wat maakt dat uit? Zolang het aantal leden hoger is dan het aantal zetels, gaat het toch goed? Ja, als er alleen wordt gekeken naar de invulling van de zetels, gaat het goed. Maar lang niet ieder lid wil een politieke functie. En lang niet ieder lid is geschikt om een politieke functie te vervullen. Bovendien wil je als partij keuzes kunnen maken: de volksvertegenwoordiging moet ook een afspiegeling zijn van je electoraat, dus met mannen en vrouwen uit diverse regio’s of dorpen, met verschillende leeftijden en achtergronden. In steeds meer gemeenten kan de VVD die keuze niet meer maken. Daar steek je je vinger op en zit je in de raad. En dat is bijzonder zorgelijk.

Met weinig kandidaten geraakt de integriteit al snel onder druk

Niet alleen komen de kwaliteit en de afspiegeling in het geding, ook de integriteit geraakt ernstig onder druk. Als er nauwelijks kandidaten zijn, en dat ene lid dat het niet altijd zo nauw neemt met de regels gedreven is om aan de slag te gaan, is het als bestuur van een lokale afdeling knap lastig om dat lid tegen te houden. Bovendien kan een kleine groep leden er in de kandidaatstellingsvergadering alsnog voor zorgen dat het lid een hoge positie krijgt op een lijst.

Natuurlijk zou ik het mooi vinden als de peilingen uitkomen en het VVD-geluid veel ruimte krijgt in de verschillende volksvertegenwoordigende organen. En de zetels in de Tweede Kamer zullen straks echt wel worden opgevuld door kundige kandidaten. Maar er is voor de partij flink wat werk aan de winkel om ook voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 kwalitatief sterke kandidatenlijsten te kunnen samenstellen. Ik doe daar vanuit mijn afdeling mijn best voor, bijvoorbeeld door persoonlijk kennis te maken met nieuwe leden en hun te vragen wat ze willen en kunnen betekenen. Maar de aanwas van nieuwe leden zou voor de partij een véél groter speerpunt moeten zijn om de verwachtingen van kiezers te kunnen blijven waarmaken.