Pieter Omtzigt: Pensioenwet toont noodzaak van toetsing aan Grondwet

01 juni 2023Leestijd: 3 minuten
PIETER OMTZIGT TIJDENS DE STEMMINGEN OVER DE PENSIOENWET. FOTO: ROBIN UTRECHT/ANP

Als de behandeling van de pensioenwet iets toonde, is het wel het belang van tegenmacht. Constitutionele toetsing is nodig. De kabinetsplannen daarvoor gaan niet ver genoeg, stellen Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt en Joëlle Heijl in een ingezonden opinie.

Dinsdag stemde de Eerste Kamer voor de Wet toekomst pensioenen, terwijl drie hoogleraren staatsrecht voorafgaand een brandbrief aan de Kamer verzonden. Het wetsvoorstel had moeten worden ingetrokken. Volgens de Grondwet moeten wetsvoorstellen die veranderingen aanbrengen in geldelijke voorzieningen van Kamerleden met tweederdemeerderheid worden aangenomen. Zowel in de Tweede als Eerste Kamer kreeg het wetsvoorstel echter een gewone meerderheid.

Nu de Eerste Kamer voor het wetsvoorstel heeft gestemd, is de vraag: wat nu?

Toetsingsverbod is al vele decennia voer voor discussie

In Nederland is het voor de rechter verboden om te toetsen of een wet afkomstig van het parlement in overeenstemming is met de Grondwet. Een burger kan dus niet bij de rechter klagen dat de Wet toekomst pensioenen onverenigbaar is met de Grondwet. Dit zogeheten toetsingsverbod is al vele decennia voer voor discussie. De regering is van plan het toetsingsverbod gedeeltelijk te schrappen, om de rechtsbescherming van de burger te versterken en de Grondwet een centralere plaats te geven. De plannen van de regering schieten echter tekort en aanvullende bescherming is nodig. Dat laat de behandeling van de Pensioenwet bij uitstek zien.

De regering stelt slechts voor om de rechter de bevoegdheid te geven te toetsen of de wet in overeenstemming is met bepaalde grondrechten in de Grondwet. Het toetsingsverbod blijft in stand wat betreft de toetsing aan organisatorische-institutionele bepalingen in de Grondwet. Met andere woorden: of het wetsvoorstel met tweederdemeerderheid had moeten worden aangenomen, is aan het oordeel van het parlement en niet aan het oordeel van de rechter. Daarmee kan een meerderheid van het parlement bepaalde (procedure)regels van de Grondwet buitenspel zetten, zonder dat een andere staatsmacht tegenwicht kan bieden.

Dus zelfs als de regering constitutionele toetsing mogelijk maakt, komt daarin geen verandering. Zonder de bevoegdheid toe te kennen aan de rechter om de wet te kunnen toetsen aan de organisatorisch-institutionele bepalingen van de Grondwet, raakt de trias politica uit balans. Vrouwe Justitia staat niet stevig met een weegschaal, zwaard en blinddoek. Ze wankelt.

Meer aandacht voor grondwettelijke aspecten van wetsvoorstellen

Voorkomen is beter dan genezen. Daarom moet niet alleen worden gekeken naar de mogelijkheden die de rechter zou moeten hebben om ongrondwettige wetgeving te corrigeren, maar ook naar hoe zulke wetgeving kan worden voorkomen. Het is schrijnend dat, ondanks een uitgebreide behandeling in de Tweede Kamer, deze kritiek niet is opgeworpen. Ook niet door de Raad van State. Daarmee gaat ambtelijke, politieke en financiële capaciteit verloren aan wetgeving die onhoudbaar is.

In de Tweede Kamer zou meer aandacht moeten zijn voor de grondwettelijke aspecten van wetsvoorstellen. Daartoe moet een Algemene Kamercommissie voor grondrechten en constitutionele toetsing worden ingesteld. Deze commissie kan naast de vaste, aan ministeriële departementen gekoppelde commissies, zelfstandig rapporteren over de wetsvoorstellen aan de Kamer. De commissie bewaakt niet slechts de juridische ondergrens, maar doet meer: ze verricht een kritische politieke toetsing. Kamerleden krijgen daarmee één samenhangende opinie over de grondrechtaspecten van wetsvoorstellen. Met deze informatie in de hand kan de Staten-Generaal zich zelfstandiger opstellen tegenover de regering.

Zowel het voorkomen van grondwettelijke problemen door een goede toets in het wetgevingsproces in te richten, als het opruimen van de problemen als desondanks een ongrondwettig voorstel wordt aangenomen, lijken niet hoog op de agenda van de regering te staan. Beide genoemde voorstellen zijn niet opgenomen in de plannen die de regering heeft bekendgemaakt. Deze voorstellen zijn wel onderdeel van mijn initiatiefnota over constitutionele toetsing uit april 2023.

Als de behandeling van de Wet toekomst pensioenen iets heeft laten zien, is dat deze voorstellen broodnodig zijn. Macht en tegenmacht. Vrouwe Justitia moet terug in balans worden gebracht.