Wat een knullig vonnis over schoolfoto en Offerfeest

12 juli 2017Leestijd: 4 minuten
Moslims vieren het Offerfeest - bron: ANP

De zaak van de groepsfoto is van principieel belang voor onze samenleving: dit ondeugdelijke vonnis en het knullige advocatenwerk moeten worden voorgelegd ter beoordeling van het hof, vindt Afshin Ellian.

Alles van waarde is weerloos. Dit gedicht hoort als waarschuwing op het voorportaal van een gerechtsgebouw. De mensenrechten, de grondrechten, verliezen hun waarde door onredelijke of fanatieke toepassing. Hoe vaker de grondrechten lichtzinnig worden aangeraakt, hoe eerder ze ten onder gaan aan hun weerloosheid. Zie hier het Offerfeest en groepsfoto.

Orthodoxe moslimfamilie

De Maria Montessorischool te Den Haag maakte aan het begin van het schooljaar een afspraak met de schoolfotograaf voor het maken van individuele foto’s en klassefoto’s. Dat was gepland voor 24 september 2015. Op deze school zaten tussen 2013 en januari 2016 twee islamitische gelovige leerlingen. Daar begint het probleem: het Offerfeest 2015 viel op 24 september. En dat leidde tot een rechtszaak.

Volgens de rechtbank wilden de islamitische minderjarigen het Offerfeest vieren ‘waarbij ’s ochtends deel genomen wordt aan de gezamenlijke gebedsdienst in de moskee, vervolgens gezamenlijk wordt gegeten en de hele dag feest wordt gevierd’.  Het gaat hier kennelijk om een orthodoxe moslimfamilie die bij het Offerfeest samen met hun schoolgaande kinderen naar een moskee gaan.

De advocaat van de school heeft werk niet goed gedaan

De moeder had voor haar kinderen verlof aangevraagd. De schoolfoto zou ’s ochtends worden gemaakt. Normaliter zou de moeder haar kinderen even naar school kunnen brengen voor de schoolfoto. Maar dat wilde zij niet. Zij wilde dat haar kinderen naar de moskee gingen, en daarna de hele dag zouden feestvieren door onder meer een offerschaap te eten.

De school zegt dat op 14 oktober 2015 opnieuw groepsfoto’s zijn gemaakt. Op die foto’s staan de islamitische minderjarigen wel. Deze stelling en een andere stelling zijn door de advocaat van de school niet onderbouwd. De advocaat heeft haar of zijn werk niet goed gedaan. Dit is wel enigszins verbijsterend: wie stelt, moet het ook onderbouwen.

Er wordt tegen de school geprocedeerd: de school heeft onrechtmatig gehandeld door art. 7 van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) te schenden. Hoe?  Namens de gelovige moeder werd aangevoerd dat ‘door het inplannen van de schoolfotograaf op de dag van het Offerfeest, in het bijzonder de minderjarigen zijn getroffen, die op grond van hun geloofsovertuiging niet op school konden zijn, omdat zij die dag het Offerfeest vierden’.

Dit wetsartikel verbiedt het maken van onderscheid bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake, indien dit geschiedt door instellingen die werkzaam zijn op het gebied van volkshuisvesting, welzijn, gezondheidszorg, cultuur of onderwijs.

Heeft de school opzettelijk gediscrimineerd? Nee

De vraag is of de school opzettelijk en direct heeft gediscrimineerd wegens geloofsovertuiging. Nee, volgens de rechtbank gaat het hier om de indirecte discriminatie. Indirect onderscheid doet zich voor, schrijft de rechterbank, indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat in vergelijking met andere personen bijzonder treft. Dit verbod geldt niet wanneer het gemaakte onderscheid objectief kan worden gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

Hier wil ik me niet richten op de knulligheid en de gebrekkige professionaliteit van de advocaat van de school. Dat wordt hopelijk hersteld in hoger beroep. De indirecte discriminatie is een ruim en vaag begrip. Hier is dus terughoudendheid geboden. Het Offerfeest is geen officiële feestdag. Daarmee hoef je in de regel geen rekening te houden. Nu zegt de rechtbank dat we daarmee wel rekening moeten houden. Dit betekent dat alle instanties die met cultuur, onderwijs, gezondheidszorg of de overheidsdiensten te maken hebben, een speciale kalender moeten samenstellen. Wat moet in deze kalender staan?

Er blijven straks maar weinig dagen over voor de klassenfoto

We beginnen met de sjiieten. Zij hebben 12 imams: de geboorte en de dood van die imams worden gevierd en herdacht. Daarnaast zijn er nog drie bijzondere dagen in ramadan, de eerste tien dagen van de maand Muharram, en de veertigste dag na het martelaarschap van imam Hussein, de geboorte van profeet Mohammed, zijn dood, het begin van zijn profeetschap et cetera. En dan hebben we nog de Iraanse heilige dagen waarmee de kalender nog voller wordt: de eerste zeven dagen van het Iraanse nieuwjaar, de dertiende dag van het Iraanse nieuwjaar, de laatste woensdag van het jaar et cetera.

Daarnaast hebben we ook nog verschillende vormen van de sjiitische en soennitische geloofsovertuiging, soefi’s, Ahamadiyya en andere grote en kleine sektes in de islam. Ik heb het nog niet gehad over de Afrikaanse geloofsovertuigingen en talloze vormen van Indische geloofsovertuiging. Hierdoor blijven weinig dagen over waarop een groepsfoto kan worden gemaakt.

Rechtbank schendt de basisregel voor tolerantie

Om het maatschappelijke verkeer in goede banen te leiden, hebben we een paar nationale feestdagen. Voor de rest is eenieder vrij om zelf te bepalen wanneer, hoe en wat wordt gevierd. Het is een individuele keuze waarmee de ander niet moet worden lastiggevallen. Deze basisregel van tolerantie en verdraagzaamheid wordt nu door de rechtbank geschonden.

Stel dat de school de afspraak voor de groepsfoto wel had kunnen verplaatsen, is dat dan niet schadelijk (belediging) voor andere kinderen die niet in de islam geloven of de islam een gevaarlijke religie vinden? Gaat de rechter straks zelf de agenda van de rechtbank continu aanpassen aan individuele heilige overtuigingen? Wanneer kan dan recht worden gesproken? Op een dag dat er niets meer heilig is!?

Er is dus een objectieve rechtvaardiging om de groepsfoto niet te verplaatsen: het handhaven van tolerantie door de neutrale regels na te komen. Het handhaven van neutrale regels beoogt juist discriminatie te voorkomen.

De zaak van groepsfoto is van principieel belang voor onze samenleving: dit ondeugdelijke vonnis en het knullige advocatenwerk moeten worden voorgelegd ter beoordeling van het hof.