De megalomanie van politici die de wereld willen verbeteren

25 september 2015Leestijd: 5 minuten
'EPA'

Hoe politici met een aureool telkens weer vallen voor de verleidelijke suggestie dat de weerbarstige werkelijkheid niet bestaat.

Eigenlijk is die naam alleszeggend: Urgenda. Wie zo heet, kan niet anders dan popelen van ongeduld. Logisch dat deze club naar de rechter stapte om een ambitieuzer klimaatbeleid af te dwingen. De actuele resultaten, vond ze, waren ver beneden peil.

Ik zou zeggen: natuurlijk waren die beneden peil. Zo gaat het immers steeds opnieuw. Keer op keer blijft het beloofde rendement uit. Zoals onlangs weer bleek toen het Max Planck Instituut bekendmaakte dat windmolens niet doen wat ze beloven. Naar schatting leveren grote windparken slechts eenvijfde tot een kwart van de begrote hoeveelheid energie.

Hier kwam het Energieakkoord, waarvan de plaatsing van windmolens een substantieel onderdeel is, heel hard in botsing met de realiteit. Een nuttige reality check, zou je denken, die tot een aanpassing van dat akkoord leidt, maar niet dus. De reactie is precies omgekeerd. Zie de rush naar de rechter door Urgenda. Maar ook Ed Nijpels, die de voortgang van het akkoord in de gaten houdt, had afgelopen jaar al aangegeven dat een ‘extra inspanning nodig’ is.

‘Extra inspanning’ – dat klinkt omineus, want duidt doorgaans op nog meer geld. Maar hier verraadt zich ook een manier van ­politiek bedrijven die telkens de kop opsteekt in de polder. Valt de realiteit tegen, dan moet Den Haag er gewoon een schepje bovenop doen in haar ambitie die naar haar evenbeeld te scheppen.

Strand

De ene keer betreft het socialisten met een vergaand streven naar nivellering, de andere keer feministen die met quota meer vrouwen in de bedrijfstop willen. Maar ook de minister voor ­Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA) weet de ­reflex nauwelijks te onderdrukken, bleek toen ze afgelopen zomer pleitte voor EU-geld voor de Afrikaanse jeugd.

‘Je maakt mij niet wijs dat al die jon­geren niet liever een goed en veilig ­bestaan op het eigen continent opbouwen dan in Europa een onzeker bestaan tegemoet te gaan als zonnebrillenverkoper op het strand terwijl ze zoveel meer in hun mars hebben.’

Megalomaan, deze veronderstelling dat je met een zak geld de toekomst van een heel continent kunt veiligstellen? Zeker, maar het kan preciezer. Het is politiek der gezalfden, zoals de Amerikaanse politiek filosoof Thomas Sowell dit type beleid heeft gedoopt. Hoed je als beleidsmakers de vaste overtuiging hebben iets goeds te doen. Of moet ik zeggen: iets Goeds? De verleidelijke suggestie is dat de weerbarstige werkelijkheid niet bestaat.

Aan dit profiel voldoen ook veel klimaatactivisten en beleidsmakers die de economie willen vergroenen. Alertheid is geboden zodra zich tegenslag voordoet. Hoe is dan de reactie? Hooguit zijn de hoogstaande doelen nóg niet gerealiseerd. Dat dit wellicht onmogelijk is, wil er niet in.

Op de schop

Tegenvallers zijn gewoon een aanwijzing dat de inspanningen tot dusver onvoldoende waren. Leveren windmolens onvoldoende op? Niks mee te maken. Je kunt er veilig van uitgaan dat er straks gewoon nog meer worden geplaatst.

Koppigheid, je zin doordrammen – uiteraard komt het niet alleen voor bij progressieve zielen die de maatschappij stevig op de schop willen nemen. Je ziet het bij elke politieke partij, ongeacht haar plek in het politieke spectrum. Zie de ‘rechtse’ Joint Strike Fighter, waarbij het besluitvormingstraject sterk deed denken aan een straat met eenrichtingsverkeer.

Defensieminister Jeanine Hennis (VVD) had het afgelopen voorjaar zelfs over een point of no return. Máár – en dat is hier van doorslaggevend belang – ze overgoot haar betoog niet met een moreel sausje zoals de ware wereldverbeteraar dat doet. Tunnelvisie? Wellicht. Maar politiek der gezalfden? Dat niet.

Zo is het moeilijk voorstelbaar dat Hennis de toon aanslaat van Al Gore een paar jaar terug. Ja, de klimaatcrisis die de Amerikaanse politicus agendeerde met zijn film An Inconvenient Truth is van apocalyptische omvang. Maar juist dan is de gezalfde het meest in zijn element.

Zalvende glimlach

Want diezelfde crisis ‘biedt ons ook de kans een voorrecht te ervaren dat maar weinig generaties in de geschiedenis hadden: een missie voor een generatie, de opwinding van een dwingend moreel doel’.

Toe maar. Deze zinnen illustreren wat Sowell bedoelt met zijn typering van gezalfde politiek. Zet je in voor het klimaat en je mag jezelf met een aureool kronen? Op zijn minst werkt die bekommernis statusverhogend. Zo wordt de grens tussen maatschappelijke betrokkenheid en zelf-felicitatie flinterdun.

Kijk je naar de migrantencrisis, dan moet je vaststellen dat Angela ‘Mutti’ Merkel inmiddels ook is bezweken voor het hooggestemde gemoed. Een recente omslag van Der Spiegel sprak boekdelen. Die liet de Duitse bondskanselier zien met diepblauwe ogen, een zalvende glimlach en op haar hoofd de maagdelijke witte hoofddoek van Moeder Teresa.

Dit is de politiek der gezalfden in onverdunde vorm. Uit hetzelfde vaatje tapt het Handvest van de Aarde, een initiatief waaraan oud-premier Ruud Lubbers zich als erevriend heeft verbonden. In dit document valt te lezen: ‘De bescherming van de levenskracht, verscheidenheid en schoonheid van de Aarde is een heilige plicht.’

Lees goed wat hier staat. We hebben geen gewone, maar een heilige plicht. Het oogt misschien als een semantisch spelletje, maar dat is het niet. De woordkeuze heeft effect op de offers die gerechtvaardigd worden geacht. Semi-religieus jargon, of treffender in deze context: gezalfd jargon helpt als je stevige wetten en onorthodoxe maatregelen wilt verkopen.

Topsegment

In één klap worden veel acties inzichtelijker. Dan doel ik niet eens op de rotsblokken die Greenpeace in de Noordzee kieperde om vissers te dwarsbomen. Bijna net zo onthullend is wat de overheid gemiddeld toelegt op hybride auto’s als de Mitsubishi Outlander: 160.000 euro per voertuig, rekende econoom Robin Fransman eind 2014 voor. Dat betaal je ook voor een luxe sedan in het topsegment.

In de periode 2008-2013 is het schone rijden met 6,4 miljard euro gesubsidieerd. Dat is veel geld, maar wie het beste met het klimaat voorheeft, raakt hiervan niet onder de indruk. Volwassen klimaatbeleid mag wat kosten, het doel heiligt de middelen.

Pijnlijk alleen dat het doel niet wordt gerealiseerd. ‘Als je als Nederland koploper wilt zijn in elektrisch rijden om luchtvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan,’ aldus Marco Eenennaam van de ANWB, ‘moeten die auto’s na aanschaf wel in ons land blijven.’ Veel hybrides worden geëxporteerd, vaak al binnen een jaar na aanschaf. Vooral Noorwegen is een populaire eindbestemming.

Nu knapt het straatbeeld ervan op als die Outlanders het land verlaten. Maar verder duidt de exodus van auto’s op een combinatie van de symboolpolitiek en maakbaarheidsdenken die even ongelukkig als hardnekkig is. Goed dat het kabinet heeft aangekondigd in beroep te zullen gaan in de Urgenda-zaak.

Elsevier nummer 40, 3 oktober 2015