Hoe volgend kabinet na coronacrisis kan bezuinigen

23 april 2020Leestijd: 3 minuten
Prinsjesdag 2018: Hoekstra presenteert zijn koffertje

Tot de coronacrisis kon het kabinet-Rutte III een keurig huishoudboekje overleggen. Inmiddels loopt de staatsschuld rap op om de gevolgen van de virusuitbraak te kunnen bestrijden. Tot wel 65 miljard euro moest minister Wopke Hoekstra lenen om alle economische steunmaatregelen te betalen. Woensdag publiceerde het ministerie van Financiën voorlopige begrotingsopties voor het volgende kabinet. 

Het rapport bevat de ambtelijke bouwstenen voor toekomstige politieke keuzes. Het gaat om zowel bezuinigingen als investeringsmogelijkheden voor de overheid. Het is toeval dat het rapport, dat zestien thema’s omvat, van wonen tot klimaat, nu verschijnt. Het ministerie heeft het opgesteld op initiatief van D66. Ambtelijke werkgroepen hebben de ‘brede maatschappelijke heroverwegingen’ uitgewerkt.

Geen rol voor corona

Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) schrijft aan de Kamer dat de coronacrisis geen rol heeft gespeeld bij het maken van de voorstellen: ‘De rapporten zijn eind februari afgerond, nog voor de uitbraak van het coronavirus in ons land.’

Hoekstra benadrukt de vastberadenheid van het kabinet bij de bestrijding van de coronacrisis. ‘Op de korte termijn doet het kabinet alles wat nodig is om de corona-uitbraak het hoofd te bieden. Daarbij worden soms onorthodoxe werkwijzen gehanteerd en wordt ook in financiële zin maximale ruimte gecreëerd.’

Flink bezuinigen op de zorg

In het rapport worden forse lastenverzwaringen voor de gezondheidszorg voorgesteld. Zo zou het eigen risico naar 500 euro moeten, tegen 385 euro (tot en met 2021). De verhoging zou de staat in 2023 800 miljoen euro opleveren. Een verhoging van het eigen risico met 500 euro tot 885 euro zou zelfs 3,5 miljard euro opbrengen.

Een tweede lastenverzwaring is een eigen bijdrage per behandeling. Het eigen risico wordt dan vervangen: per behandeling betaalt de patiënt een kwart van de kosten. De gemiddelde eigen bijdrage zou gelijk blijven, maar het maximum per verzekerde loopt wel op tot 725 euro. Dat voorstel zou structureel een half miljard opleveren voor de rijksbegroting.

De gezondheidszorg is een van de belangrijkste kostenposten voor de Rijksoverheid en die kosten zullen blijven stijgen, ook door de vergrijzing. De afgelopen jaren probeerden ministers van Volksgezondheid de kostenstijging af te remmen.

Afschaffen hypotheekrenteaftrek

Ook op de huizenmarkt presenteren de ambtenaren grensverleggende voorstellen, niet alleen bezuinigingen. Zo zou de overheid structureel 1 miljard euro moeten investeren om het woningtekort op te lossen. Dat miljard gaat naar een investeringsagenda en woningbouwfonds van het Rijk. 

Huizenbezitters krijgen wel te maken met een bezuiniging. Een van de voorstellen is de hypotheekrenteaftrek af te schaffen. Hoeveel dat het Rijk precies oplevert, is onduidelijk.

Bij thema’s als mobiliteit hebben de ambtenaren twee varianten bedacht. In de ene neemt de overheid het voortouw in investeringen, wat 2 miljard euro kost, bij de andere beknibbelt de overheid. Dat scheelt structureel zo’n 600 miljoen euro. Op het onderwijs is structureel zelfs 4 miljard euro te bezuinigen, maar dat heeft grote gevolgen voor de kwaliteit en de gelijke behandeling van leerlingen en studenten.

Inspiratie voor partijen

Volgend jaar zijn op 17 maart Tweede Kamerverkiezingen. Voor politieke partijen bieden de begrotingsmogelijkheden een richtlijn voor de partijprogramma’s die nu worden geschreven. In Nieuwsuur lieten de fractievoorzitters van PvdA, ChristenUnie en D66 al weten dat Nederland niet dezelfde fouten moet maken als bij de vorige economische crisis.

Toen werd er volgens hen te snel bezuinigd nadat de staatsschuld was opgelopen. Volgens de politici vertraagde dat het economisch herstel van Nederland.