Kamer onderzoekt buitenlandse geldstromen naar moskeeën

10 februari 2020Leestijd: 4 minuten
De alFitrah-moskee in Utrecht - ANP

Een commissie in de Tweede Kamer onderzoekt vanaf maandag 10 februari twee weken lang de buitenlandse financiering van moskeeën en moslimorganisaties in Nederland. Met deze parlementaire ondervraging wil de Kamer erachter komen of deze geldstromen uit het buitenland leiden tot ‘ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen’.

Het onderzoek werd ingesteld na onthullingen van Nieuwsuur en NRC in september 2017. NRC Next had inzage gekregen in een vertrouwelijk overzicht van Kuweitse giften dat de Golfstaat deelde met het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Lees ook de column van Afshin Ellian:

De politieke islam is niet verslagen, wees op je hoede

Daaruit bleek dat zeker dertig islamitische organisaties in Nederland in de jaren ervoor financiering hadden aangevraagd of hadden gekregen uit landen als Kuweit en Saudi-Arabië. Het ging om miljoenen euro’s.

Angst dat geestelijken gelovigen oproepen tot afkeren maatschappij

De angst bestaat dat het geld wordt aangewend om geestelijken anti-westers sentiment te laten prediken en gelovigen op te roepen zich af te keren van de maatschappij. Het ontvangen van geld uit het buitenland is overigens niet verboden. Een wederdienst daarvoor vragen ook niet.

Het gaat om een parlementaire ondervraging en geen parlementaire enquête. Een parlementaire enquête is een onderzoeksmiddel dat de Eerste en Tweede Kamer kunnen gebruiken om de regering te controleren. Bij een parlementaire enquête zijn getuigen verplicht te verschijnen en vinden de verhoren onder ede plaats.

Ook bij een parlementaire ondervraging hebben getuigen verschijningsplicht en worden zij onder ede gehoord. Maar aan een parlementaire ondervraging hoeft geen uitgebreid dossieronderzoek vooraf te gaan, wat bij de enquête wel het geval is. Op deze manier kan de Kamer zaken snel onderzoeken, zonder de tijdrovende voorbereiding die voorafgaat aan een parlementaire enquête.

Er worden de komende weken deskundigen gehoord, maar ook burgemeesters en functionarissen van moskeeën. Moskeeonderwijs en statelijke invloed worden ook in het onderzoek meegenomen. CDA-Kamerlid Michel Rog is de voorzitter van de commissie.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Weerstand bij vier islamorganisaties

Volgende week worden drie instellingen behandeld: de As-Soennah-moskee in Den Haag, de moskeeschool AlFitrah in Utrecht en de Islamitische Stichting Nederland, de Nederlandse tak van Diyanet, waarbij ruim 140 Turkse moskeeën zijn aangesloten.

Vier islamitische organisaties hebben bezwaar gemaakt tegen de opzet van het onderzoek. Zij vinden dat de onderzoekscommissie ook zou moeten kijken naar buitenlandse financiering van christelijke en Joodse organisaties.

Schoof: ‘Zorgen Nederlanders zijn terecht’

Inlichtingenchef Dick Schoof kwam maandag als eerst aan het woord. Volgens hem vormt het salafisme geen acute dreiging voor de Nederlandse samenleving. Wel zou het gedachtegoed op lange termijn meer voet aan de grond kunnen krijgen.

Volgens de baas van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) is er een groei te zien in het aantal ‘salafistische aanjagers’. Dit zijn ultraconservatieve aanhangers van de islam die via moskeeën en scholen anti-democratische denkbeelden verspreiden. Ze richten zich vooral op kwetsbare groepen als kinderen en vluchtelingen. Daardoor ontstaat een ‘parallelle samenleving’, die een grote bedreiging vormt voor de democratie, omdat mensen daardoor kunnen vervreemden van de Nederlandse maatschappij.

Dat Nederlanders zich hierover zorgen maken, is dan ook terecht, aldus Schoof, die tussen 2013 en 2018 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid was.

Lange arm van Ankara polariseert Nederlands-Turkse gemeenschap

Leon Meijs van Factor Veiligheid is een van de deskundigen die deze dagen aan het woord komen. ‘Dit onderzoek is zeker zinvol. Je ziet dat sommige organisaties een groot platform hebben en onderhuids polarisatie verstevigen in de samenleving,’ zegt hij tegen BNR.

ErasmusbrugMeer achtergrond bij dit verhaal: Dit is de lange arm van Erdogan

Hij pleit ervoor het onderzoek te verbreden naar geldstromen naar extreem-rechts, extreem-links of milieu-extremisme, omdat zij ook zorgen voor indoctrinatie en segregatie in de samenleving. ‘Wij zien dat er geld gaat naar organisaties, waardoor zij professioneler worden, een groter platform hebben, onderhuids in de samenleving polarisatie verstevigen, dus de overheid moet daar zeker tegen optreden.’ Hij waarschuwt dat vooral jonge mensen die zich ‘tweederangsburger’ voelen, kunnen worden aangezet tot extremistisch gedachtegoed.

Na de coup in Turkije werd Meijs naar meerdere Gülenscholen in het land gestuurd, omdat die werden overspoeld met bedreigingen. Lijsten van de leerlingen en hun ouders verschenen op internet. Op een school namen in een week negen docenten ontslag. Het toont volgens hem hoe de lange arm van Ankara de Nederlands-Turkse gemeenschap heeft gepolariseerd.

De verhoren duren tot 20 februari. Daarna schrijft de commissie een verslag met maatregelen en oplossingen. Dat rapport wordt naar verwachting eind april aangeboden aan de Tweede Kamer.