Waarom werknemersparticipatie geen vies woord is

26 maart 2021Leestijd: 4 minuten
2020: Prins Constantijn bij start-upevenement TechLeap. Foto: ANP.

Als Nederland echt een start-updelta wil zijn, moet er nog veel gebeuren. Vooral fiscale hervormingen kunnen ervoor zorgen dat werknemersparticipatie in nieuwe, opkomende bedrijven loont en dat deze bedrijven vrijuit kunnen doorgroeien, schrijft jurist en historicus Jaap van den Broek in een artikel voor EW Podium.

Wijdbeens kondigde prins Constantijn het RTL Zverkiezingsdebat aan over de slimme economie. Blik recht in de camera, een keurige tremor van de zenuwen. Sinds jaar en dag is de prins betrokken bij TechLeap – de start-upbaby van de ministeries van EZ en OCW – en begeeft zich als een spin in het web van ’s lands start-up scene. Dat doet hij met verve. Hij behoort inmiddels tot het meubilair van de wereldwijde start-upfora en regelde onder meer 200 miljoen euro aan (nood)steun voor de sector, mede dankzij de korte lijntjes met de minister-president en met staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer.

De fiscale kwalificatie van werknemersparticipaties: zo zit het

Jaap van den Broek (1988) is advocaat. Hij begeleidt investeringen in start-ups en probeert verstandige dingen te schrijven over de nieuwe economie.

Helaas kan zelfs de prins niet veel doen aan de olifant in de kamer: de fiscus. Of beter gezegd: de fiscale kwalificatie van werknemersparticipaties, zoals optierechten of aandelen die werknemers krijgen als onderdeel van hun beloningspakket. In een notendop zit dat als volgt.

In de Verenigde Staten bestaat een groot deel van de bezoldiging van werknemers van start-ups uit (optierechten op) aandelen. Hierdoor zijn de slimste jongens en meisjes van MIT of Stanford bereid om voor een relatief laag loon hun hele ziel en zaligheid in te zetten voor hun werkgever. Met een volgende investeringsronde wordt hún aandeel immers meer waard, om maar te zwijgen van de ettelijke miljoenen die de werknemer te beurt vallen bij een uiteindelijke beursgang. High risk, high return.

In Nederland gebeurt dit aanzienlijk minder. Slechts één op de vijf start-ups geeft aandelen(opties) uit aan werknemers Een belangrijke oorzaak hiervan is dat het simpelweg minder loont om als werknemer ook aandeelhouder te zijn van de onderneming waar je voor werkt. De uiteindelijke opbrengsten van het plukje rechten dat je als werknemer houdt, worden namelijk in beginsel als loon (en dus in box 1) belast. Met veel fiscaal kunst- en vliegwerk valt hier voor grotere scale-ups omheen te werken, maar een dergelijk ‘box 2’-plan is in de praktijk zeer complex en kostbaar en wordt nauwelijks gebruikt.

Dit is een probleem. De Nederlandse economie bestaat voor een steeds groter deel uit jonge bedrijven uit de ‘slimme’ economie. Uiteraard springen de recente beursgangen van Adyen en Just Eat Takeaway hierbij het meest in het oog, maar ook buiten het zicht van de camera vinden steeds meer mensen emplooi bij jonge ondernemingen. (Buitenlandse) investeringen vertellen een soortgelijk verhaal. Vorig jaar werd – ondanks corona – voor een recordbedrag van 1,7 miljard euro in Nederlandse start- en scale-ups geïnvesteerd. Veel van deze ondernemingen zullen ongetwijfeld in het harnas sterven, maar sommige worden dé nieuwe grote werkgevers in het Nederland van de toekomst. Dat ABN AMRO in maart degradeerde naar de Midkap-index en er nóg een chipbedrijf toetrad tot de AEX-index is een teken aan de wand.

Geen klassiek rechts pleidooi om vermogensbelasting te verlagen

Vergis u niet: dit is geen klassiek rechts pleidooi om de vermogensbelasting te verlagen. Quite the opposite. Maar nu veel van deze bedrijven nog in de kinderschoenen staan, is dit het moment om de werknemersparticpatie in het DNA van deze bedrijven te verankeren. De volgende regering kan, door inkomsten uit werknemersparticipatie niet langer (volledig) te belasten als een schamele bonus, een enorme incentive voor werknemers creëren om een gedeelte van hun bezoldiging in aandelen te laten betalen. Op hun beurt kunnen de bedrijven dan weer méér mensen aannemen – de maandelijkse kosten gaan immers omlaag. Zo groeien deze ondernemingen sneller, stijgt de werknemersparticipatie en profiteert uiteindelijk niet alleen de bovenste managementlaag ervan als het goed gaat met het bedrijf.

Lees ook dit essay van Jeroen van Wensen: Nieuw kabinet moet haast maken met Belastingplan 2025Belastingplan 2025

Van oudsher zijn aandeelhouders de verstrekkers van kapitaal aan een onderneming. Maar werknemers vormen – om in modieuze HR-termen te blijven – het human capital. In de slimme economie moet dit worden vertaald in zeggenschap, verantwoordelijkheid én financiële winst van de onderneming waaraan een werknemer zijn vorm van kapitaal verstrekt.

Nederlandse start- en scale-ups zijn booming en de rol die zij in de maatschappij vervullen, zal alleen maar verder groeien. Prins Constantijn heeft gelijk als hij stelt dat Nederland alle potentie heeft om zich tot start-up natie te ontwikkelen. Als zelfs de monarchie met haar tijd mee kan gaan, dan kan de fiscus dat toch ook?

Wil jij een reactie geven op dit artikel? Discussieer mee! Stuur een reactie van minimaal 200 woorden naar [email protected]. Inhoudelijke reacties die voldoen aan de algemene fatsoensnormen worden geplaatst onder dit bericht. Zie voorwaarden.