Maarten Bosch: ‘Kweekvlees is winst voor het klimaat’

1. Waarom koos Mosa Meat voor een directeur zonder ervaring in de voedselindustrie?

‘Ik was niet de enige kandidaat die solliciteerde. Maar als ze me hadden gevraagd als schoonmaker, had ik het ook gedaan. De belangrijkste reden was dus waarschijnlijk mijn enthousiasme over deze uitdaging.

‘In 2017 leerde ik de oprichters van het bedrijf kennen. Vele gesprekken volgden voordat ik uiteindelijk directeur werd. We vullen elkaar aan. Oprichter Mark Post is hoogleraar vasculaire fysiologie aan Maastricht University. Medeoprichter Peter Verstraten is voedseltechnoloog. Beiden hebben een achtergrond in de voedselwetenschap. Ik heb ervaring in het bedrijfsleven, bijvoorbeeld met investeerders en consumenten, maar ook met de strategie en groei van bedrijven. Met z’n drieën zijn we een goed team.’

2. Waar komt die ervaring vandaan?

‘Na mijn studie industrieel ontwerpen in Delft was ik vooral verantwoordelijk voor product- en projectmanagement bij Siemens en T-Mobile. Daarna kwam ik terecht bij Optelec, een bedrijf dat specialistische producten ontwikkelt voor blinden en slechtzienden. Ik groeide van een mar­ketingrol naar algemeen directeur, ter­wijl het bedrijf groeide in producten en omzet. Uiteindelijk werd het ver­kocht aan een Amerikaanse investeer­der en geïntegreerd met een ander be­drijf. Ik wilde niet naar Amerika, dus ging ik op zoek naar een andere baan.’

3. Vanwaar de interesse voor kweekvlees?

‘Het is fascinerend dat niet an­derhalf miljard koeien, maar slechts 150 koeien de wereldbevolking kunnen voorzien van vlees. In 2016 werd het bedrijf opgericht. Er was al­leen een laboratorium, waar Mark Post hamburger-prototypes maakte. De stam­­­cellen van een koe werden hier met een groeimedium vermeerderd tot gehakt, waarvan Post een hamburger maakte. Ik vond het bijzonder dat het technisch mogelijk is om vlees te maken zonder daarvoor hele dieren te gebrui­ken. En dat daardoor bijvoorbeeld de CO₂-uitstoot wordt teruggedrongen, met een enorme winst voor het klimaat.’

4. Bent u vegetarisch?

‘Ik werkte al een paar jaar bij Mosa Meat toen ik vegetarisch werd. Daarom ben ik ook pes­simistisch over de menselijke overstap naar een plantaardig dieet. Zelf was ik dag en nacht ermee bezig. Ik kende de consequenties van vlees eten voor het milieu, en toch had ik veel moeite om afscheid te nemen. Uiteindelijk is het wel gelukt.

‘Dit alles in tegenstelling tot mijn dochter, die al vegetariër is vanaf haar zesde. Toen zij mijn nieuwe baan besprak met een paar van haar vegetarische vriendinnen, was de conclusie dat we beter hotdogs kunnen maken dan hamburgers. Die missen ze het meest, haha.’

5. Op deze manier voedsel maken, is totaal nieuw. Dat is geen makkelijke opgave.

‘De grootste uitdaging is dat er veel uitdagingen zijn. Er moeten ver­schillende zaken samenkomen om het bedrijf tot een succes te maken. Het organiseren van wat je doet en wanneer je dat doet, dat is belangrijk om vooruit­gang te boeken.

‘In 2013 liet Post in Londen de eerste hamburger zien, maar die burger, die 250.000 euro kostte, was nog niet klaar voor het grote publiek. Er moesten nog allerlei aanpassingen worden gedaan. Zo bevatte het gehakt voor de burger nog het bloed van een ongeboren kalf. Dat wil je vanuit ethisch oogpunt niet. Ook bestond de burger alleen nog uit spierweefsel, terwijl voor de smaak vet heel belangrijk is. De afgelopen jaren is er dus vooral gewerkt aan een hamburger die, ondanks een plantaardig groeimedium, toch smaakvol is.

‘We staan nu voor de uitdaging om het product betaalbaar en schaalbaar te maken. Vorige week namen we de proeffabriek in gebruik, waar over enkele weken een paar honderd hamburgers per week worden gemaakt. Het gaat nog niet om een industriële productieschaal, maar het is een belangrijke stap in die richting.’