Britse economie krijgt tegenwind door Brexit

05 februari 2019Leestijd: 3 minuten
London

De Britse economie groeit steeds minder hard. Bedrijven uit binnen- en buitenland zetten vanwege de grote onzekerheid over de politieke situatie hun investeringen op een laag pitje. Zo verplaatst de Japanse automaker Nissan productielijnen van het Verenigd Koninkrijk terug naar Japan.

De gevolgen van de keus voor een Brexit zijn steeds duidelijker te merken in het Verenigd Koninkrijk. Sinds de Britten in juni 2016 bij referendum stemden voor een vertrek uit de Europese Unie, groeit de economie van het land langzamer dan in de rest van Europa.

Van een crisis is nog geen sprake. De Britten stemden voor vertrek uit de EU in een tijd dat de wereldeconomie harder begon te groeien, zodat de Britse economie in de jaren erna kon meesurfen op die conjunctuurgolf. Wel krijgt het land steeds meer tegenwind.

Levensonderhoud is zo’n 6 procent duurder geworden

Britse huishoudens zijn geconfronteerd met een fors hogere inflatie. Sinds het referendum zijn de kosten van levensonderhoud in het Verenigd Koninkrijk zo’n 6 procent hoger geworden, ruim tweemaal zoveel als in Nederland (3 procent). Ze kunnen daardoor minder uitgeven.

De hoge inflatie komt doordat beleggers hun vertrouwen in het land verloren en het pond van de hand deden. De waarde van de Britse munt daalde sinds het referendum van 1,25 euro naar 1,15 euro. Het Verenigd Koninkrijk importeert veel voedsel uit het buitenland: tomaten uit Spanje, kant-en-klaarmaaltijden uit Nederland. Daar moet het nu meer voor betalen.

Van oudsher gewilde vestigingsplaats

Dat gedaalde vertrouwen is ook terug te zien in het aantal investeringen in het Verenigd Koninkrijk. De Bank of England berekende afgelopen najaar dat er sinds het referendum zo’n 15 procent minder wordt geïnvesteerd dan was geraamd.

Dit komt doordat Britse ondernemers hun investeringen uitstellen, maar vooral doordat buitenlandse bedrijven afwachten door de onzekerheid rond de Brexit. Van oudsher is het land een gewilde vestigingsplaats voor multinationals, vanwege zijn open economie.

Nationale luchthaven in buitenlandse handen

Zo is de nationale luchthaven Heathrow in handen van buitenlandse investeerders (onder meer uit Spanje en Qatar), iets wat in veel andere Europese landen ondenkbaar is.

Die reputatie van openheid heeft aanzienlijk te lijden van het Brexit-referendum. In 2015, het jaar voor het referendum, werd nog 21 procent van alle buitenlandse investeringen in Europa gedaan in het Verenigd Koninkrijk. In 2017, het jaar na het referendum, was dit gezakt tot 18 procent.

Investeringsplannen fors teruggeschroefd

Dat dit percentage niet nog lager is geworden, komt doordat bedrijven hun investeringen op lange termijn plannen. De uitbreiding van een chemische fabriek blaas je niet zomaar af.

Er zijn wel tal van aanwijzingen dat buitenlandse bedrijven hun plannen in het Verenigd Koninkrijk hebben teruggeschroefd. Het effect hiervan wordt pas in de loop der jaren zichtbaar. Afgelopen weekend lekte uit dat de Japanse automaker Nissan zijn assemblagefabriek in Noord-Engeland niet uitbreidt, maar productie verplaatst naar Japan. In het andere geval had het honderden banen in het Verenigd Koninkrijk kunnen opleveren.

Investeringen met de helft teruggebracht

De automakers die in het Verenigd Koninkrijk produceren (ook Toyota, BMW en Honda), brachten hun plannen om te investeren in het land met de helft terug. Vrijwel allemaal exporteren ze veel naar Europa en het is de vraag of dit straks nog wel kan als het Verenigd Koninkrijk de EU zonder akkoord verlaat.

Daar blijft het niet bij. Vliegtuigbouwer Airbus waarschuwde de Britten dat het zijn productie weghaalt uit het Verenigd Koninkrijk als het land de EU zonder akkoord verlaat.

Deuk in het vertrouwen

Het lagere aantal investeringen kost tot dusver weinig werkgelegenheid, ook doordat de wereldwijde conjunctuur meezit. Maar over enkele jaren kan het gebrek aan investeringen de Britse economie flink opbreken. Het kost op termijn wel banen en groei.

Dit gebeurt zelfs als de Brexit wordt afgeblazen, want investeringen in nieuwe fabrieken en kantoren hebben tijd nodig voor ze banen en groei opleveren. De oude situatie is niet zomaar hersteld. Om nog maar te zwijgen van de deuk in het vertrouwen van bedrijven.

Meer lezen over de Brexit? Ga dan naar ons dossier