Geen lieverdje, wel gematigd: afweren Geert Wilders en PVV past niet in Nederlandse traditie

20 februari 2024Leestijd: 3 minuten
BBB-leider Caroline van der Plas (links) en Dilan Yeşilgöz (VVD) praten met Geert Wilders (PVV). Foto: Remko de Waal/ANP

Wilders boekte zijn succes deels zelf door zijn toon te matigen, schrijft Eric Vrijsen. De linkse partijen én Omtzigt weigeren deze ontwikkeling te zien. Ze zijn verknocht aan het beeld dat de PVV-leider alleen kiezers achter zich verzamelt met harde, radicale taal.

Vanaf het moment dat de VVD een opening bood naar onderlinge samenwerking, begon Geert Wilders zijn toon de matigen. Het kabinet-Rutte IV liep in juli stuk op meningsverschillen over de migratiebeperking. Direct daarna zei asielwoordvoerder Ruben Brekelmans (VVD) in EW: ‘Er moet iets stevigs gebeuren.’ Als het met D66 en de ChristenUnie niet kon, dan moest de VVD maar met de PVV een rem zetten op de migratie. Klonk logisch, al was het een trendbreuk: de PVV van Geert Wilders was niet langer taboe.

Wilders sorteerde meteen voor op samenwerking. Zijn eerste reactie: ‘Heel verstandig om de PVV en onze 1 miljoen kiezers te laten meedoen. Wij sluiten zelf geen enkele partij bij voorbaat uit. Zonder ons is een stevige aanpak van de gigantische asielproblematiek inderdaad onmogelijk. Maar dan wel in een kabinet natuurlijk.’ In de verkiezingscampagne hield hij de handrem erop. Grove beledigingen aan het adres van de VVD en de rechtsstaat bleven uit. Hij richtte zijn schimpscheuten vooral op GroenLinks-PvdA.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vanaf toen begon ook de populariteit van de PVV toe te nemen. Immigratie was het grote thema. Pieter Omtzigt (NSC) beloofde een maximum van 50.000 immigranten. Caroline van der Plas (BBB) stelde de limiet op 15.000. Wilders hield het op nul. Doordat de PVV voor de VVD niet langer melaats was, leek een rechts kabinet mogelijk en stroomden de kiezers naar Wilders.

Bij de verkiezingen haalde de PVV niet 1 miljoen, maar 2,5 miljoen kiezers. Vaak wordt beweerd dat de nieuwe VVD-leider Dilan Yeşilgöz dit aanrichtte, maar dat is slechts de helft van het verhaal. Wilders boekte zijn succes ook zelf, door zijn toon te matigen.

Geert Wilders meer dan 50 zetels

In de eerste drie maanden van de kabinetsformatie ging Wilders hierop door. Hij slikte anti-islamvoorstellen in, accepteerde de grenzen van Grondwet en internationale verdragen, zette onbetaalbare voorstellen op sterk water. Zijn populariteit – blijkt uit de peilingen – blijft stijgen. Virtueel stevent hij af op meer dan 50 zetels. Zouden nu verkiezingen worden gehouden, dan nadert Wilders het record van het CDA onder Ruud Lubbers.

De linkse partijen én Pieter Omtzigt (NSC) weigeren deze ontwikkeling te zien. Ze zijn verknocht aan het beeld dat Wilders alleen kiezers achter zich verzamelt met harde, radicale taal. Zelfs de afspraken over grondrechten, de rechterlijke macht en onafhankelijke media die Wilders onder leiding van informateur Ronald Plasterk vastlegde, worden niet vertrouwd. Omtzigt hecht meer waarde aan wat Wilders in het verleden beweerde dan aan wat hij nu ondertekent.

Lange parlementaire traditie

Dat kan, maar deze afwerende reflex miskent een lange parlementaire traditie. De liberale staat stelde zich aan het eind van de negentiende eeuw open voor emancipatiebewegingen en dus voor protestpartijen. Eerst de protestants-christelijke kleine luyden, toen de katholieken en ten slotte de socialisten. In een land van minderheden was een pacificatiedemocratie geboden.

De heersende klasse zag dat de proteststromingen dragers waren van gerechtvaardigde verlangens. De leiders van nieuwe partijen matigden hun toon. Ze lieten zich inkapselen zelfs. De protestanten streefden níet naar een theocratie. De katholieken waren níet onderhorig aan de Heilige Vader in Rome. De socialisten geloofden nog altijd in staatseigendom van de productiemiddelen, maar iedereen wist dat je dat met een korreltje zout moest nemen. Retoriek was niet essentieel.

In het Kamerdebat van vorige week werd Yeşilgöz aangevallen op haar coöperatieve houding tegenover de PVV. De VVD-leider antwoordde nuchter: ‘Wij sluiten geen kiezers uit.’ En zo hoort het.