Zesjescultuur? In China willen leerlingen echt iets bereiken

05 december 2013Leestijd: 3 minuten

Hoogwaardig onderwijs verschafte het Westen, ook Nederland, lange tijd een voorsprong op Aziatische landen. Maar de verhoudingen verschuiven: we zouden een voorbeeld moeten nemen aan de onderwijscultuur in Sjanghai.

Middelbare scholieren uit Sjanghai scoren wereldwijd het best op het gebied van lezen, rekenen en natuurwetenschappen. Dat blijkt uit onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Vooral de score voor rekenen is extreem hoog: 613 punten – 119 punten meer dan het gemiddelde. Dat niveauverschil staat gelijk aan drie jaar wiskundeonderwijs.

Tiende

Sinds 2000 onderzoekt de OESO elke drie jaar het niveau van meer dan een half miljoen vijftienjarige scholieren in 65 landen. Het resultaat van het Program for International Student Assessment zijn de zogeheten Pisa-scores.

Nederland staat tiende op de Pisa-lijst. Geen plek om je voor te schamen: in de westerse wereld gaan alleen Liechtenstein en Zwitserland ons voor.

Terecht vinden we in Nederland goed onderwijs van levensbelang voor onze kenniseconomie, die de concurrentie moet aangaan met landen waar productiekosten lager liggen.

Inhaalslag

In die zin is het verontrustend dat we zo veel Aziatische landen op de Pisa-ranglijst voor moeten laten gaan. Naast de regio Sjanghai volgen Singapore, Hongkong, Taiwan, Zuid-Korea, Macau en Japan.

Een land als China heeft de afgelopen jaren een enorme inhaalslag gemaakt. Bijna iedereen gaat naar school en het niveau van de leerlingen die voor hoger onderwijs worden klaargestoomd, is hoog. Jammer genoeg zijn hogescholen en universiteiten in China doorgaans niet zo goed – enkele topinstituten uitgezonderd.

De nadruk ligt er te veel op feitenkennis en te weinig op zelfstandig denken.

Speelgoed

China was altijd sterk in goedkope massaproductie, van bijvoorbeeld textiel, schoenen en speelgoed. Maar inmiddels is het ook de bron van de elektronica die we gebruiken, ook als daar een Amerikaans, Zuid-Koreaans of Taiwanees merk op staat.

En daar houdt het niet op. Ik schreef al over het succes van de Chinese hogesnelheidstrein, die een belangrijk exportproduct kan worden. Inmiddels heeft China de kennis om moderne kerncentrales te bouwen en gaat dat nu in Engeland doen.

Ook in de defensie-industrie rukt China op; onlangs verkocht het een state of the art antiraketsysteem aan NAVO-partner Turkije. Het ambitieuze ruimtevaartprogramma is op weg dat van de Verenigde Staten in te halen: in 2017 zet China een man op de maan.

Zesjes

Het succes van de middelbare scholen in Sjanghai heeft drie oorzaken: de leerlingen, hun ouders en de scholen zelf.

Chinese scholieren willen iets bereiken in het leven. Het verwachtingspatroon is hoog; je gaat niet naar school om zesjes te halen.

Wie achterblijft, krijgt bijles buiten schooltijd. Vaak betalen de ouders extra privélessen in het weekend.

De ouders komen diverse keren per jaar op school. Ze verwachten veel van hun kind en doen er alles aan om te zorgen dat het hoge cijfers haalt.

Voorsprong

Scholen zijn doorgaans goed georganiseerd. Docenten besteden eenderde van hun tijd aan persoonlijke ontwikkeling en bijscholing. Alleen de docenten met de beste resultaten krijgen promotie – en meer loon.

Lange tijd had het Westen een voorsprong omdat het als enige consequent en goed zijn bevolking opleidde. Maar dat is niet meer genoeg.

Als we onze kenniseconomie willen behouden, moeten we meer investeren in excellente studenten en docenten. En als we die zelf onvoldoende hebben, moeten we ze hiernaartoe halen.