Irak wijzigt naam missie uit angst voor sektarisch geweld

27 mei 2015Leestijd: 2 minuten
'AFP'

Het Iraakse leger vreest voor een uitbarsting van sektarisch geweld door de inzet van een paramilitaire missie die strijders van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) uit een overwegend soennitisch gebied moet verdrijven. De naam van de missie zou bij soennieten verkeerd kunnen vallen.

Dit meldt persbureau Reuters woensdag. De naam van de door sjiitische militie geleide campagne is Labeyk Ya Hussein, wat vrij vertaald ‘Tot uw dienst, Hussein’ betekent. De naam ligt gevoelig omdat Hussein een van de meest prominente figuren is binnen het sjiisme in Irak, en omdat het sektarisch geweld zou aanmoedigen.

Verborgen agenda

Vooral de Verenigde Staten leverden kritiek op de naam van de militaire campagne en waarschuwde het land dat het een grotere wig zou drijven tussen de al rivaliserende sjiitische en soennitische groeperingen.

Ook Irakezen in de door IS gedomineerde provincie Anbar zouden hebben geklaagd over de benaming. Zij zouden het vertrouwen hebben verloren in de milities en vrezen voor een ‘verbogen Iraanse agenda’.

De militie besloot daarop de campagne een andere naam te geven: Labeyk Ya Iraq (‘Tot uw dienst, Irak’). Volgens Hashid Shaabi, een woordvoerder van de paramilitaire militie, is dit echter een semantisch detail: de betekenis van de naam zou hiermee niet veranderd zijn.

Ontevreden

De Iraakse premier Haider al-Abadi heeft al langer moeite met het uitsturen van paramilitaire sjiitische milities naar Anbar, omdat hij bang zou zijn dat het de overwegend soennitische bevolking in de provincie zou aansporen tot geweld.

Na de enorme tegenslag van het Iraakse regeringsleger in Ramadi, heeft hij echter geen keus. IS-terroristen veroverden de stad vorige week. Ramadi geldt als de grootste tegenslag voor het Iraakse leger in het afgelopen jaar.

De Verenigde Staten uitten onlangs hun ontevredenheid over het optreden van het Iraakse leger en zijn falen bij Ramadi. ‘We kunnen ze trainen, we kunnen ze materieel geven, maar we kunnen ze niet de wil om te vechten geven,’ zei de Amerikaanse minister van Defensie Ashton Carter zondag.

Woensdag arriveerden 2000 extra paramilitaire strijders bij de Habbaniya-basis ten oosten van Ramadi om de Iraakse militairen te helpen. De strijders en een kleiner aantal Iraakse militairen bevinden zich op ongeveer 6 kilometer van de zuidelijke buitenwijken van de stad en in het oosten op ongeveer 11 kilometer afstand. Het is nog altijd onduidelijk wanneer ze met een eerder aangekondigd tegenoffensief in Ramadi zullen beginnen.

Op woensdag waren ten noordwesten van Ramadi kleine schermutselingen tussen pro-Irak milities en terroristen van IS. Vlakbij de Haditha-stuwdam bestookten IS-leden een militair commandocentrum met Gradraketten. Ook wisten de terroristen een klein dorpje vlakbij Garma, op ongeveer 30 kilometer afstand van de hoofdstad Bagdad, te veroveren. Zij doodden daarbij acht militairen.