Waarom sjiieten en soennieten elkaar naar het leven staan

20 juni 2014Leestijd: 4 minuten

In Irak en Syrië woedt de strijd tussen sjiieten en soennieten weer in alle hevigheid. De kiem van het conflict ligt in de zevende eeuw en ging over de vraag wie Mohammed moest opvolgen.

Wat is de aard van het conflict tussen het sjiieten en soennieten? Deze vraag wordt mij geregeld gesteld.

Velen denken dat de strijd tussen deze richtingen binnen de islam vergelijkbaar is met de strijd tussen het protestantisme en katholicisme. In dat conflict veranderde heel Europa in een bloedige arena.

De Europese godsdienstoorlog leidde tot revoluties in verschillende Europese landen. Recht, politiek en godsdienst veranderden voor altijd. Het protestantisme wordt gezien als de bakermat van de moderne democratie en het kapitalisme.

Eerste moslims

Kan de Europese godsdienstoorlog worden vergeleken met de strijd tussen het sjiisme en soennisme?

De eerste moslims waren Khadija (Mohammeds vrouw), Mohammeds dochters, alsmede Zaid (Mohammeds geadopteerde zoon) en Ali ibn Abu Talib (Mohammeds neef). In alle verhalen staat dat Ali de eerste vrije man was die moslim werd.

Ali woonde bij de profeet. Dus Mohammed zorgde voor Ali zoals Ali’s vader, Abu Talib, voor Mohammed had gezorgd. Dat gaf Ali een speciale status. Later zou Ali trouwen met Fatima, de dochter van Mohammed.

Mohammeds bed

In het jaar 622 vertelde de aartsengel aan Mohammed dat sommigen het plan hadden om hem te doden. Daarom sprak Mohammed tot Ali: ‘Ga jij in mijn bed slapen en hul je in deze groene Hadramitische mantel, want jou zullen ze niets doen.’ Mohammed sliep normaal gesproken in die groene mantel.

Ze gingen hem doden maar in zijn plaats troffen ze Ali, zijn neef. Deze gebeurtenis verhoogde Ali’s status nog verder. Ali was de eerste mannelijke moslim, de neef van Mohammed en dan ook nog de man die bereid was in Mohammeds bed voor hem te sterven.

Lievelingsvrouw

Later ging ook Ali naar Medina. Hij nam er deel aan veldslagen, met zijn tweepuntige zwaard dat Zulfiqar heette. Mohammed zou ook zo’n zwaard hebben gehad. Ali werd een belangrijke generaal. Niet alleen bij de gevechten, maar ook bij de massale uitroeiing van de joodse Qurayza-stam was Ali aanwezig.

Hij had geen goede band met Aisha, de lievelingsvrouw van de profeet. Op terugreis van een strooptocht verdween zij. De volgende dag kwam Aisha aan, in het gezelschap van een mannelijke strijder.

Alle jihadisten, vooral Ali, gaan ervan uit dat Aisha ‘buiten de piste heeft geskied’. Ali zei tegen de profeet: ‘Er zijn zo veel vrouwen, u kunt gemakkelijk een andere nemen.’ Dat kwam Aisha ter ore. Zij kon Ali niet vergeven. Uiteindelijk kwam op tijd een openbaring waarin volgens de profeet de onschuld van Aisha werd aangekondigd.

Opvolger

De zaak was afgehandeld. Maar het kwam niet meer goed tussen Aisha en Ali, en later tussen de soennieten en sjiieten. In Iran is ‘Aisha’ daarom een scheldwoord.

Mekka was al veroverd. De politieke islam had de macht in handen. Volgens de sjiieten zou de profeet in 632 Ali als zijn opvolger hebben aangekondigd.

Deze bewering van de sjiieten klinkt vreemd: omdat Ali de neef van Mohammed en de man van Fatima (de dochter van Mohammed) was, zou hij door Mohammed als opvolger zijn aangewezen.

Koorts

Dat is ronduit raar. Want Aisha, de vrouw van Mohammed, was de dochter van Abu Bakr. Hafsa, de dochter van Umar was ook een vrouw van Mohammed, en twee dochters van Mohammed waren getrouwd met Uthman.

Al deze personen hadden op basis van hun familiebanden met Mohammed de macht kunnen claimen. Ali was niet het enige familielid van Mohammed. Bovendien erkenden deze Arabieren geen koningsgezag of iets vergelijkbaars via de erfopvolging.

Mohammed kon niet genieten van zijn overwinning. Hij werd erg ziek en had vreselijke koorts. Volgens de sjiieten stierf hij op de borst van Ali. En jawel: volgens de soennieten stierf hij op de boezem van Aisha. Dat laatste is aannemelijker omdat Mohammed meer van vrouwen hield dan van mannen.

Paradijs

Aisha kreeg de bijnaam ‘moeder der gelovigen’. Volgens haar waren Mohammeds laatste woorden: ‘Ja, de hoogste vriendenschaar in het paradijs.’ Daarna barstte de strijd los om de opvolging van Mohammed.

Uiteindelijk werd in een moskee gestemd, door de aanwezigen werd Abu Bakr gekozen als opvolger van Mohammed: ‘Ik heb gezag over jullie gekregen, maar ik ben niet de beste van jullie. Als ik goed handel, help mij dan, en als ik verkeerd handel, wijs me dan terecht. Waarheid is gelegen in trouw en leugen in verraad. (…) Sta op tot het gebed. God moge jullie genadig zijn.’

Kalief

Zo luidde de eerste toespraak van Abu Bakr, de eerste kalief na Mohammed (632). Ali en zijn aanhang waren erg teleurgesteld. Maar Ali legde zich neer bij het besluit. Hij voerde alle opdrachten uit, zoals jihad tegen andere volkeren.

In 635 stierf Abu Bakr en werd Umar gekozen als de tweede kalief. Hij deed precies wat ISIS nu in Irak doet: snelle, wrede aanvallen op andere volkeren, Perzië en Syrië, Egypte en ten slotte Jeruzalem.

Abu Bakr was de belangrijkste kalief van de eerste vier opvolgers van Mohammed – zonder hem waren er geen snelle overwinningen geboekt. Zonder Umar zou de islam waarschijnlijk nooit hebben kunnen overleven.

De Perzen haatten hem. Hij heeft hen vernederd, veroverd en geïslamiseerd. In 644 werd Umar vermoord door een verontwaardigde Pers.

(wordt vervolgd)