Erdogan wil af van kritiek: ‘Kritiek op mij gericht op Turkije en islam’

27 augustus 2018Leestijd: 3 minuten
Erdogan groet zijn publiek - Foto: AFP

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan lijkt steeds meer in het nauw te komen. Hij wuift kritiek op zijn persoon en beleid van de hand: ‘Aanvallen op mij zijn eigenlijk aanvallen op Turkije.’

‘Als we ook maar een klein teken van zwakte laten zien, komen ze op ons af als bonte kraaien. Sommige onbehoedzame mensen onder ons denken dat het ze om mij gaat, maar nee, het gaat ze om Turkije. Het gaat ze om de islam,’ zei Erdogan zondag tijdens een nationalistische toespraak in de zuidoostelijke provincie Muş.

Verhoudingen tussen VS en Turkije op dieptepunt

Het is de tweede toespraak in korte tijd waarin hij impliceert dat het Westen hem aanvalt. Eerder noemde hij de koersval van de lira al een ‘aanval van buitenaf’, en zei hij dat een aanval op de economie een aanval op het islamitische geloof is.

‘Hun probleem ligt niet bij mij of de AK-partij (AKP), maar bij Turkije, bij de islam. (…) Turkije is de hoop van alle moslims. Wij zijn het enige land dat in direct contact staat met het Westen maar nog altijd kunnen we onze vrijheid en identiteit beschermen,’ zei Erdogan afgelopen zondag.

De verhoudingen tussen Amerika en Turkije zijn op een historisch dieptepunt beland. De lira verloor vorige week flink aan waarde door zorgen over het economisch beleid van Erdogan en de toenemende spanningen tussen Ankara en de regering van president Donald Trump vanwege een ruzie over de Amerikaanse predikant Andrew Brunson, die in Turkije vastzit. Beide landen zijn verwikkeld in een handelsconflict over importheffingen. Vorige week wees de Turkse rechtbank een nieuw verzoek tot vrijlating van Brunson opnieuw af. De Turkse lira verloor maandag 27 augustus bij de opening van de Turkse beurs bijna 3 procent aan waarde ten opzichte van de dollar, na een handelsstop van bijna een week vanwege officiële feestdagen.

Erdogan wil betere economie voor 2023

Erdogan sprak dit weekeinde van ‘economische aanvallen’ en benadrukte de geografische ligging van Turkije: ‘Vergeet niet dat Anatolië een muur vormt, en als die muur valt, is er niet langer een Midden-Oosten, Afrika, Centraal-Azië, Balkan of Kaukasus.’ Volgens hem is ‘eenheid van het volk de enige manier om de doelen van 2023’ te behalen. Voor 2023 heeft Erdogan een lijst met doelen opgesteld. De datum heeft een symbolische betekenis, omdat hij samenvalt met de honderdjarige verjaardag van de seculiere Turkse republiek en de val van het Ottomaanse Rijk.

De doelen zijn vooral economisch van aard: de regering van Erdogan wil in dat jaar onder meer dat Turkije deel uitmaakt van de top-10 van grootste economieën ter wereld, en een verdubbeling van het bruto nationaal product. Daarnaast ambieert Turkije voor dat jaar het lidmaatschap van de Europese Unie (EU).

Tegenstanders van Erdogan vrezen dat hij op die datum een nieuw islamitisch kalifaat wil instellen. Ook de Saudische troonopvolger Mohammed bin Salman sprak eerder soortgelijke vermoedens uit. Saudi-Arabië koestert een diep wantrouwen jegens Erdogan, wiens regerende AK-partij wortels heeft in de islamitische politiek. De Turkse president koos bovendien de kant van Qatar in het conflict met de Saudi’s en andere Golfstaten.

Daarvan heeft Erdogan de vruchten mogen plukken: Qatar schoot hem onlangs te hulp door 15 miljard dollar als investering toe te zeggen, om de Turkse economie te ondersteunen en de noodlijdende lira weer op te krikken. Het geld wordt doorgesluisd naar de Turkse financiële markten en de bankensector.