Leiders willen Europese Commissie niet verkleinen

23 februari 2018Leestijd: 3 minuten
Jean-Claude Juncker - Foto: AFP

De omvang van de Europese Commissie blijft voorlopig zoals zij is. Alle lidstaten mogen een commissaris leveren voor de nieuwe Commissie, en hoewel ze niet allemaal een portefeuille krijgen, hebben alle lidstaten in elk geval ‘het gevoel dat ze meetellen’.

Dat hebben Europese regeringsleiders vrijdagavond besloten op een EU-top in Brussel. Alle regeringsleiders die het woord namen, zijn tegen een verkleining van het EU-bestuur.

Lidstaten moeten het gevoel hebben mee te doen

In het Verdrag van Lissabon staat dat het aantal Commissarissen terug kan naar tweederde van het aantal lidstaten. De lidstaten besloten in 2014 hier echter geen werk van te maken, mede omdat alle lidstaten het gevoel moeten hebben dat ze meedoen.

De nieuwe Commissie treedt eind volgend jaar aan. Dat betekent ook het einde van het voorzitterschap van Jean-Claude Juncker.

Benoeming opvolger Juncker heet hangijzer

Een heet hangijzer is hoe de volgende commissievoorzitter wordt gekozen. Het Europees Parlement en de lidstaten dreigen hierover te botsen. Het Parlement wil dat het een zogenoemde Spitzenkandidat wordt, de kandidaat van een politieke groep die de meeste stemmen krijgt bij de Europese verkiezingen.

Die procedure werd bij de laatste verkiezingen gehanteerd. Ook Juncker is hiervan voorstander: hij dreigde onlangs dat er ‘groot gevaar’ zou geven als deze procedure niet wordt gevolgd. Zelf de voorzitter van de Europese Commissie kiezen, is goed voor de Europese democratie, luidt het belangrijkste argument. ‘Het gevaar is groot,’ waarschuwt Juncker. ‘Deze lidstaten willen terug naar het verleden, maar het is nu 2018. We hebben meer democratie nodig. Dit wordt een conflict tussen dit huis en de regeringsleiders.’

Van Juncker is bovendien bekend dat hij de functie van voorzitter van de Europese Commissie wil laten samengaan met die van president van de Europese Raad. Dat is nu Donald Tusk.

Een ruime meerderheid van Europese Raad van regeringsleiders, onder wie premier Mark Rutte, wil af van de Spitzenkandidaten-procedure. Ook de Franse president Emmanuel Macron sprak zich ertegen uit, evenals Tsjechië, Hongarije, Polen, Slowakije, Letland en Portugal. Volgens bronnen in Brussel willen ze ‘autonoom’ kunnen beslissen, maar zouden ze daarbij wel rekening houden met de verkiezingsuitslag. De sociaal-democratische premiers van Italië, Zweden, Griekenland en Malta spraken vrijdag wel hun steun uit voor het Spitzenkandidaten-systeem.

Benoeming Juncker destijds omstreden

Vroeger onderhandelden EU-leiders maandenlang achter de schermen over wie de chef van de Europese Commissie zou worden. In 2014 besloten de grote politieke fracties in het Europees Parlement elk een eigen ‘topkandidaat’ aan te wijzen, die bij verkiezingswinst automatisch de baas wordt van het dagelijks bestuur van de EU, de Europese Commissie. Dat is hoe Juncker – destijds de kandidaat van de christen-democratische Europese Volkspartij (EVP) – zelf aan zijn baan is gekomen.

Juncker behaalde een groter aantal zetels dan de sociaal-democraten, bij wie Martin Schulz de sterkste papieren had. De kandidaat van de Liberalen was Guy Verhofstadt. Het Spitzenkandidaten-proces is volgens Juncker ‘een klein stukje democratische vooruitgang’.

De benoeming van Jean-Claude Juncker was destijds omstreden. David Cameron, toenmalig premier van het Verenigd Koninkrijk, verzette zich hevig tegen de benoeming van Juncker, die hij ongeschikt achtte. Ook Viktor Orbán, de Hongaarse premier, moest weinig van de Luxemburger hebben.