De hypes voorbij: zes tips voor een gezond en strak lijf

29 mei 2015Leestijd: 4 minuten
''

Gezondheidstrends en diëten komen en gaan, maar een degelijk leefpatroon ontbreekt vaak. Wat zijn de beste manieren om je lijf permanent gezond en slank te krijgen? De mentale boost die het oplevert is een – toegestaan – toetje.

1. Voorkom een vicieuze cirkel

Een dieet met weinig koolhydraten een hype? Helemaal niet. Al in 1870 werd er in Engeland gejubeld over ‘het dieet waardoor je in één jaar tijd 20 kilo kon afvallen’. Maar waarom is het zo succesvol?

Het links laten liggen van snelle koolhydraten is een – zo niet de meest – effectieve manier van afvallen en het voorkomen van honger. Het zorgt ervoor dat je minder snel naar een zak chips grijpt.

Dat komt doordat suiker (dus ook snelle koolhydraten) verslavend zijn: je wilskracht wordt dus enorm op de proef gesteld. Wanneer laboratoriumratten mogen kiezen tussen suiker en cocaïne prefereren ze suiker, zelfs al zijn ze verslaafd aan cocaïne. Kort gezegd: het eten van suiker stimuleert het eten van nog meer suikers.

Beperk dus voedingsmiddelen zoals witbrood en aardappelen, en laad je boodschappenkarretje vol met fruit, eieren, en noten – voor je eigen bestwil. Dan valt de schade van af en toe een pizza of patat reuze mee.

2. Zet je energievreters aan het werk

Een lesje biologie: Ieder mens heeft meer dan zeshonderd spieren in zijn lijf. Om goed te functioneren hebben ze veel glucose en zuurstof nodig, en voor onverwachte situaties een voorraadje.

Getrainde spieren zijn ware energievreters en dus goed om vetmassa kwijt te raken. Als je spieren onvoldoende energie krijgen – in toenemende mate wanneer ze getraind zijn –  spreken ze eerste hun voorraadje aan, en wat ze tekortkomen halen ze daarna bij de luie vetcellen.

Dit gebeurt ook in ruststand, zelfs terwijl je slaapt. Bewegen is dus naast gezond eten essentieel: drie keer per week een keer op standje maximaal moet solaas bieden. Van de bank af stappen helpt ook je bloedsuikerpeil stabiel te houden, wat er weer voor zorgt dat je niet snakt naar een reep chocolade (of zelfs een ‘onschuldig’ bord witte pasta).

3. Maak het jezelf niet te makkelijk

Gemak dient de mens, maar je bent nooit te oud om te beginnen met bewegen, zei hoogleraar Luc van Loon eerder tegen Elsevier. ‘Hoe snel de afbraak van onze spieren verloopt, ligt grotendeels aan onszelf.’

Hoe dat komt? De afgelopen eeuw hebben we alles op alles gezet om het onszelf fysiek zo makkelijk mogelijk te maken. Luie stoelen, wieltjes onder de koffer, et cetera. Wie sterke spieren wil, kan afzien van dit comfort en weer zelf fysieke arbeid verrichten.

Fietsen naar je werk, traplopen, de tuin schoffelen: volgens de hoogleraar zijn er genoeg manieren om het trainen van onze spieren te integreren in het dagelijks leven. ‘We moeten die gelegenheid pakken, want dan gaat het op den duur vanzelf.’

4. Formuleer positieve doelstellingen

Jasper Hellwig van fitnesscentrum TrainMore in de Utrechtse binnenstad wijst in de strijd om een gezond en strak lijf nadrukkelijk op de mentale aspecten van een goed trainingsplan. ‘Ik weet uit ervaring dat het alleen werkt als je er in slaagt om positieve doelstellingen te formuleren in plaats van negatieve. Dus niet: ik wil minder dik zijn, maar: ik wil me weer fit voelen, lekker in mijn vel zitten, mezelf zeker voelen.’

Want dat is volgens de trainer waar het uiteindelijk om gaat: niet alleen lichamelijke vooruitgang, maar ook een mentale beloning.

5. Check het etiket

Dat suiker de duivel is, is wat sterk uitgedrukt. Al helemaal voor sporters of mensen met een bewegend beroep.

Maar als je – net als veel Nederlanders – een zittend beroep hebt, is het een idee ook eens te kijken in welke producten suikers zitten die ongezien hun weg vinden naar je vetmassa.

Liefst tien tot vijftien suikerklontjes per dag, zo veel eet de Nederlander ongezien op een dag weg. Dat komt doordat in veel voedingsmiddelen extra suiker is toegevoegd, zelfs in producten die niet zoet smaken zoals kant-en-klare kerriesaus of chips met barbecuesmaak. En wist je dat tomatensaus soms voor 20 procent uit het goedje bestaat?

6. Mager is niet beter

Vanaf de jaren zeventig was het credo: minder vet. Dit verouderde concept werkt nog steeds door tot de supermarkt waar de consument maar wat gretig ‘slanke’ producten koopt. Maar mager leidt tot meer overgewicht en aandoeningen zoals suikerziekte dan het eten van volvette producten, zo valt te concluderen uit de weinig effectieve ‘anti-vet’ en ‘pro-koolhydraten’ aanpak dat het Voedingscentrum jarenlang propageerde.

Het aantal zwaarlijvige mensen is niet kleiner geworden, zelfs spectaculair toegenomen. Volgens Robert Lustig – auteur van het boek Fat Chance – was het antwoord van de voedingsmiddelenindustrie op de ‘minder vet‘ hype in de jaren zeventig – het toevoegen van koolhydraten en suikers. ‘Als je vet uit voedsel haalt, smaak het naar karton,’ zegt de voedselgoeroe.