Nog even en de Chinese auto domineert hier het straatbeeld

16 januari 2014Leestijd: 3 minuten

Nergens ter wereld worden zo veel auto’s verkocht als in China. Alle regeringsleiders die het land bezoeken, worden tegenwoordig vervoerd per socialistische Rolls Royce. Over de ongekende opmars van de Chinese automarkt.

In 2013 zijn er in China 22 miljoen voertuigen verkocht. Daarmee heeft China de Verenigde Staten ingehaald als grootste markt voor voertuigen.

Sterker nog, voor het eerst heeft een land de grens van twintig miljoen nieuwe voertuigen gebroken. Achttien miljoen personenauto’s, en vier miljoen bedrijfsauto’s en bussen om precies te zijn.

General Motors, Ford, Volkswagen: allemaal melden ze verkooprecords. Evenals Porsche en Rolls Royce. Zelfs de Japanse autofabrikanten Toyota en Honda verkochten ondanks de getroebleerde verhoudingen met China meer auto’s in dat land.

Groeiende thuismarkt

Maar hoe deed de Chinese auto het? De Chinese fabrikanten zoals Dongfeng, Chery, BYD en Great Wall verkochten meer eenheden in de groeiende thuismarkt, maar zagen hun marktaandeel dalen. Vier op de tien verkochte auto’s is van Chinese makelij.

Acht op de honderd Chinezen bezitten een auto, tegen één op de twee West-Europeanen. Naarmate de welvaart meer Chinezen bereikt, neemt het autobezit toe. Zo snel dat het tot problemen lijdt. Files, luchtvervuiling en gebrek aan parkeerruimte.

Grote steden remmen het particuliere autobezit af. Beijing verloot jaarlijks 150.000 kentekens met 1,75 miljoen potentiele autobezitters op de wachtlijst. Sjanghai veilt kentekens. Gemiddeld betalen autobezitters hier 90.000 yuan (meer dan 1.000 euro) voor een nieuwe kentekenplaat.

Rolls Royces

Wat van ver komt, is lekker. Chinezen houden van buitenlands product. Als je het je kunt veroorloven, koop je buitenlands. Dat geldt voor voedsel en luxeproducten, en ook voor auto’s.

De Chinese politieke elite rijdt Audi of Toyota. Wie het heeft gemaakt in het bedrijfsleven, rijdt Porsche of BMW. Als het geld tegen de plinten klotst, koop je een extravagante westerse auto. Er zijn zestien Rolls Royce-dealers in China. De grootste ter wereld is in Shenyang. Ze verkopen er meer auto’s dan in Abu Dhabi.

De voorkeur voor westers fabricaat is de Chinese leiders een doorn in het oog. Vorig jaar ruilde het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn Mercedessen en Audi’s in voor de good old limousine van het merk Hongqi (Rode Vlag). Alle regeringsleiders die China bezoeken, worden sindsdien per socialistische Rolls Royce vervoerd.

Aantrekkelijke prijs

En het Volksbevrijdingsleger kondigde deze week aan dat buitenlandse automerken voortaan taboe zijn. Eigen auto’s eerst.

Als de Chinezen het al niet willen, waarom zouden wij dan in een auto ‘Made in China’ gaan rijden? Dat doen we voorlopig ook niet. Autobezitters in opkomende economieën in Zuid-Amerika, Afrika en Azië wel. Daar wordt minder naar design en techniek gekeken en meer naar betrouwbaarheid en een aantrekkelijke prijs.

Bijna dertig miljoen auto’s exporteert China jaarlijks. Westerse fabrikanten stoppen hun investeringen in meer ontwikkelde economieën als Zuid-Afrika en Australië, omdat de Chinese auto ook in hogere segmenten aan een opmars bezig is.

Chinese fabrikanten hebben automerken in de problemen, zoals Rover, Volvo en Saab gekocht. Zo hebben ze hun technologische achterstand op het gebied van veiligheid en brandstofefficiëntie met jaren teruggebracht.

Hybride

Herinnert u zich de Landwind, de Chinese SUV die al omviel op het moment dat een eland aan de rand van de testbaan verscheen?

Dat zal Chinese autofabrikanten niet nogmaals gebeuren. Net als de Japanners in de jaren tachtig en de Koreanen in de jaren negentig komen vroeg of laat de eerste Chinese auto’s naar Europa. En dat zullen veel hybride en volledig elektrische auto’s zijn.

In 2020 heeft de Chinese auto een plek in ons straatbeeld veroverd.