De belangrijkste punten uit het Klimaatakkoord van Dubai

13 december 2023Leestijd: 3 minuten
Sultan Ahmed Al Jaber, voorzitter VN-klimaattop COP28. Foto: EPA/MARTIN DIVISEK

Verrassend vlot kwam de internationale gemeenschap woensdagochtend tot een ‘historisch akkoord’ over wereldwijde klimaatmaatregelen. Maar wat spraken ze in Dubai nou precies af?

Het was ineens in een vloek en zucht voor elkaar. De voorzitter van de Klimaatconferentie in Dubai, Sultan Ahmed Al-Jabre uit de Verenigde Arabische Emiraten, bevestigde woensdagochtend met de hamer dat er een akkoord was bereikt over een ‘revised advance version’  van een document met afspraken over klimaatmaatregelen.

Het akkoord werd alom als een verrassend succes onthaald, omdat het er lange tijd niet naar uitzag dat de 198 deelnemende landen het eens konden worden. Maar nadat aan enkele passages in de tekst was gesleuteld, klonk er geen bezwaar meer uit de zaal en was het akkoord een feit.

Dit zijn de belangrijkste punten uit het akkoord:

  • Het akkoord (196 artikelen op 21 pagina’s) begint met de zogenoemde Global Stocktake. Dat is een instrument dat werd overeengekomen tijdens de Klimaatconferentie van Parijs in 2015, bedoeld om te monitoren wat de lidstaten hebben gedaan aan klimaatmaatregelen en wat deze hebben opgeleverd. Het eerste rapport werd kort voor de Klimaatconferentie van Dubai gepubliceerd en had als boodschap dat de wereld niet op schema ligt met zijn klimaataanpak en sneller en ingrijpender optreden nodig is.
  • Artikel 3 bevestigt nog maar eens het doel uit het Klimaatakkoord van Parijs dat erop is gericht de opwarming van de aarde flink onder de 2 graden Celsius te houden en ernaar te streven deze tot maximaal 1,5 graad te beperken. Artikel 15 a. benadrukt nog eens dat menselijke activiteiten, met name de uitstoot van broeikasgassen, al hebben geleid tot een opwarming van 1,1 graad Celsius.
  • Artikel 27. De lidstaten erkennen dat het doel van maximaal 1,5 graad opwarming vergaande, snelle en aanhoudende afname van broeikassen vereist: concreet betekent dat een afname van broeikasgassen ten opzichte van de niveaus van 2019 met 43 procent in 2030, 60 procent in 2035 en tot nul (net zero) in 2050. Net-zero impliceert dat er ook na 2050 nog plek is voor fossiele brandstoffen, maar de uitstoot die deze met zich brengen, moet geheel worden gecompenseerd.
  • Artikel 28 vormt het zwaartepunt van het akkoord.  Het gaat dieper in op concrete maatregelen die nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen omlaag te krijgen. De tekst rept niet van een ‘uitstap uit fossiele energiebronnen’, zoals in een eerdere versie stond en die daarom onacceptabel was voor de olieproducerende landen, maar van ‘transitioning away from fossil fuels in energy systems, in a just and orderly equitable manner’, ofwel het geleidelijk afstand nemen van fossiele brandstoffen op een ordentelijke en rechtvaardige manier. Steenkool wordt expliciet genoemd als een energiebron die versneld moet worden uitgebannen. Hetzelfde artikel roept ook op om zo snel mogelijk een eind te maken aan inefficiënte subsidies op fossiele brandstoffen. Ook moet de capaciteit om energie uit hernieuwbare bronnen te halen in 2030 wereldwijd verdrievoudigd zijn en moet de wereld dubbel zo efficiënt met de beschikbare energie omgaan. Als een van de hernieuwbare bronnen wordt expliciet kernenergie genoemd.
  • Artikel 29 stelt dat er wel ruimte kan zijn voor ‘transitional fuels’ om de energietransitie te faciliteren. Dat zou bijvoorbeeld aardgas kunnen zijn, een energiebron die in Nederland al actief wordt uitgefaseerd.
  • Hoe landen invulling geven aan al deze voornemens, blijft de vraag. Het akkoord roept landen vooral op om aan de afspraken gehoor te geven. Sancties op het niet nakomen van deze beloften zijn er niet echt. Maar de deelnemende landen hebben inmiddels wel diverse instrumenten in het leven geroepen om de inspanningen nauwgezet te volgen en landen aan te kunnen spreken als ze niet leveren.

De volgende klimaattop, in november 2024, zal worden gehouden in Azerbeidzjan. Critici die vreesden dat een sterk op olieproductie leunend land niet het toneel moet zijn van een klimaatconferentie, zullen milder gestemd zijn nu is gebleken dat in de Verenigde Arabische Emiraten meer vooruitgang kon worden geboekt dan vooraf gedacht.

Superuitstoters als China duiken, ‘schuldig’ Westen zal Klimaatfonds moeten betalen