De onthoofding van de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty heeft grote gevolgen

18 oktober 2020Leestijd: 4 minuten
Rennes Tribute to Samuel Paty 17th of october 2020

De islamitische terreuraanslag op een Franse geschiedenisleraar, die werd onthoofd omdat hij Mohammed-cartoons aan de klas toonde, heeft verstrekkende gevolgen, schrijft hoogleraar en FVD-senator Paul Cliteur in een ingezonden opiniestuk. ‘Welke geschiedenisleraar gaat na deze onthoofding het probleem van de vrijheid van expressie nog in de klas bespreken?’

De Franse president Emmanuel Macron noemde de onthoofding van de geschiedenisleraar Samuel Paty (1973-2020) een ‘islamitische terreuraanslag’. Hij zei: ‘Een burger is vermoord omdat hij leraar was en vrijheid van meningsuiting doceerde.’ Ook verklaarde Macron: ‘Het hele land staat achter alle leraren in het land.’ En hij beloofde dat Frankrijk ‘snel en met autoriteit’ zou reageren.

Paul Cliteur (1955) is hoogleraar encyclopedie van het recht aan de Universiteit Leiden en schrijver van Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders (2016), In Naam van God (2018) en Cultuurmarxisme. Er waart een spook door het Westen (2018). Ook is hij directeur van het Renaissance Instituut, het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. Voor die partij is hij sinds juni 2019 lid van de Eerste Kamer.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Of we dat ‘snel en met autoriteit’ moeten geloven, daarbij kun je vraagtekens plaatsen. Het is Frankrijk niet gelukt dit probleem van de gewelddadige reacties op cartoons op te lossen. Evenmin dat het Nederland is gelukt of welk ander West-Europees land ook. Alleen de centraal-Europese landen als Hongarije en Polen blijven gevrijwaard van jihadistisch-terroristische aanvallen. De West-Europese landen worden echter steeds verder in een onderworpen positie gemanoeuvreerd. Welke geschiedenisleraar gaat na deze onthoofding het probleem van de vrijheid van expressie nog in de klas bespreken? Het hele land mag achter je staan, maar wat heb je daaraan als je letterlijk je hoofd kunt verliezen? En wat heb je daaraan als de politie en de president je tegen die onthoofding niet kunnen beschermen?

In Nederland begon dit proces met de moord op Theo van Gogh

Weinig mensen realiseren zich dat, maar in feite is dat proces in Nederland begonnen met de moord op de filmmaker Theo van Gogh in 2004. In 2005 gingen de Denen proberen of je nog cartoons over de profeet kon publiceren. Dat kon dus niet. Toen verklaarden de Franse cartoonisten zich in 2006 solidair met hun Deense collega’s, maar dat leidde in 2015 tot de moord op de gehele redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo.

Lees ook de blog van Philip van Tijn: Onthoofding Franse leraar kan wel eens de druppel zijnMacron

Nu proberen de dappere Fransen het probleem van de geleidelijke erosie van de vrijheid van expressie nog te bespreken in de klas, maar door de onthoofding van Paty is duidelijk geworden dat zelfs dát niet meer kan. Het tonen van de cartoons is zelfs in een pedagogisch-didactische context niet mogelijk. De staat bewijst zich als volkomen machteloos. De Franse leraren die in het kader van een vak als maatschappijleer of burgerschapskunde de kwestie willen bespreken, zullen dat moeten doen zonder voorbeelden van waar het eigenlijk over gaat.

In Nederland is dat niet veel beter. PVV-leider Geert Wilders die uit solidariteit met de Franse en Deense cartoonisten een cartoonwedstrijd in het gebouw van de Tweede Kamer wilde organiseren, heeft daar om veiligheidsredenen vanaf gezien. Niettemin wordt Nederland bezocht door terroristen als Jawed S. en Junaid I. die speciaal naar Nederland komen om de Nederlanders te bestraffen of, zoals in het laatste geval, Wilders te vermoorden. Het enige dat de staat daartegen denkt te kunnen doen, is Wilders levenslang beveiligen en Junaid voor tien jaar op te sluiten, zoals de rechtbank Den Haag bepaalde op 18 november 2019. Maar keer op keer blijkt dat er erg veel mensen zijn als Jawed en Junaid die gemakkelijk het land binnenkomen of zelfs in Nederland zijn geboren, zoals Gökmen Tanis, die in 2019 een aanslag pleegde op een tram waarbij vier mensen omkwamen.

Lees ook deze column die Afshin Ellian begin 2019 schreef: 4 jaar na Charlie Hebdo is onze vrijheid nog steeds in gevaar

Ook de Nederlandse overheidsdiensten die geacht worden dit probleem aan te pakken, lijken weinig anders te kunnen doen dan sussende geluiden produceren. In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (oktober 2020) wordt (p. 17) opgemerkt dat weliswaar meer jihadistische aanslagen worden gepleegd, maar met ‘minder slachtoffers’. Men vervolgt: ‘In de eerste helft van dit jaar hebben jihadisten in het Westen meer aanslagen gepleegd dan in heel 2019, terwijl er minder (fatale) slachtoffers vielen. Het gaat om kleinschalige aanslagen in met name Frankrijk en het Verenigde Koninkrijk (…).’

‘Kleinschalige aanslag’ met massale consequenties

Ook de moord op Samuel Paty was zo’n ‘kleinschalige aanslag’. Maar zolang onze regeringen er niet in slagen die kleinschalige aanslagen onder controle te krijgen, zijn de consequenties massaal. Het betekent niet alleen dat columnisten, cartoonisten of cabaretiers worden gemuilkorfd, maar ook dat historici de leraren in een klas het onderwerp niet meer kunnen bespreken.