Adieu kantoortuin, we kiezen voor echt groen

28 mei 2020Leestijd: 3 minuten
Bron: Unsplash

Overleeft het kantoor de coronacrisis? Meer thuiswerken is mogelijk een blijvertje. Dat is ook van invloed op de huizenmarkt, schrijft Marijn Jongsma.

Managementprofessor Frederik Anseel, verbonden aan de universiteit van Sydney, is er in zijn column in de Belgische zakenkrant De Tijd duidelijk over: ‘Kantoren zijn al lang geen plaats meer waar efficiëntie en controle centraal staan.’ Bedrijven moeten het volgens de Vlaming hebben van innovatie, kennis en samenwerking. ‘Voor geen enkele van die doelstellingen lijkt het kantoor een erg goede werkomgeving.’ Wat moet het dan wel worden? Een ontmoetingsplaats, ofwel ‘een bruisend marktplein’.

Marijn Jongsma

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks op donderdag over financieel- en macro-economische onderwerpen

Van flexplek naar anderhalvemeter-kantoor

De opkomst van de flexplek was al de eerste stap op weg naar meer thuiswerken: ervan uitgaande dat niet iedereen tegelijkertijd naar kantoor komt, vervalt de vaste werkplek en moeten de familiefoto’s  in het verrijdbare ladenkastje. Inmiddels is de ‘flextuin’ ook een anderhalvemeter-kantoor, waar we naast iedere collega een bureau vrij moeten houden, en vaste looproutes de kans op spontane ontmoetingen reduceren.

Zolang thuiswerken de norm blijft kost dat geen enkele moeite. Maar wat als we weer massaal naar kantoor gaan in de anderhalvemeter-economie? Dit is op papier het ideale scenario voor vastgoedexploitanten. Wordt afstand houden het ‘nieuwe normaal’, terwijl thuiswerken geen vlucht neemt, dan hebben we simpelweg meer kantoorruimte nodig. Of dat direct leidt tot meer krapte en hogere huren is nog de vraag, aangezien de pandemie ook tot ontslagen en dus tot een lagere vraag naar vierkante meters zal leiden.

Van leeg kantoor naar bruisend marktplein

Erg realistisch is bovenstaand scenario niet. Bedrijven denken niet als eerste aan het vergroten van het areaal aan vierkante kantoormeters zodra de economie uit het dal kruipt. De anderhalvemeter-economie is bovendien (hopelijk) een tijdelijk fenomeen. Bij veel bedrijven ligt de omgekeerde redenering eerder voor de hand: we zijn gewend aan thuiswerken, kunnen we niet met wat minder ruimte  toe om huisvestingskosten te besparen?

Daar komt de toekomstvisie van Anseel weer in beeld. Het heeft weinig zin om bij structureel meer thuiswerken het kantoor simpelweg te verkleinen en de werknemers lootjes te laten trekken wie naar een afgeslankte versie mag. De centrale vraag wordt: wat missen we bij thuiswerken? Welke functie krijgt het kleinere kantoor? Dat zal ongetwijfeld de interactie met collega’s zijn, en de mogelijkheid centrale ontmoetingen met klanten te organiseren.

Minder reizen, betere koffie

Een bruisend marktplein dus? Dat is misschien wat veelgevraagd. Denk eerder aan minder werkplekken, meer ‘zitjes’ en meer vergaderruimtes. Misschien zelfs wel betere koffie als er toch minder van wordt gedronken, deels te financieren uit de lagere vergoedingen voor woon-werkverkeer.

Lees ook over dit onderwerp: Knettergek in de kantoortuin

Minder vaak naar kantoor heeft ook invloed op de keuze van de woonplaats. Wat is de waarde van ‘lekker op de fiets naar kantoor’ als je er maar 2 à 3 dagen per week werkt? Een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer volstaat, en de elektrische fiets maakt de actieradius per tweewieler ook fors groter. Waarom de hoofdprijs betalen voor een bovenwoning in het centrum van de grote stad als je op iets meer afstand veel meer ruimte krijgt? Bovendien betekent meer thuiswerken meer behoefte aan ruimte om ongestoord iets te kunnen doen.

De eeuw van de stad?

Voor de coronacrisis bleek al dat kopers steeds meer buiten de grote steden zoeken, waar de vierkante meterprijzen een stuk schappelijker zijn. ‘De woningbehoefte zal zich spreiden,’ zei Onno Hoes, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), eind vorig jaar in een interview met EW.

Deze eeuw zou de eeuw van de stad worden, zo was de afgelopen tien jaar het mantra: werken en wonen in één grote snelkookpan. Maar naarmate de stad duurder en voller wordt, en we meer thuiswerken, zullen vele Nederlanders voor wat meer afstand kiezen zonder elke dag in de file of een overvolle trein te staan.  We moeten natuurlijk wel serieus aan de slag thuis. Anders is het snel voorbij met het bruisende marktplein en maakt de kantoortuin een glorieuze doorstart.