Accountants beroepen zich op ‘morele dilemma’s’ en willen hun vingers niet branden aan het controleren van de ‘fraudegevoelige’ steunmaatregelen voor het bedrijfsleven. Wie is hier nu ‘hysterisch’? De coronacrisis is juist hun kans op eerherstel, schrijft Eric Vrijsen.
Tijdens de economische crisis van tien jaar geleden vielen veel accountants door de mand. Toen de DSB-bank op de fles ging en woningbouwimperium Vestia wankelde, bleek dat de financiële speurneuzen hadden zitten suffen. Zo waren er meer gevallen. Gerenommeerde accountantskantoren kregen opeens een strafrechtelijk onderzoek aan de broek. In 2014 gaf PvdA-minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën de branche een ‘laatste kans’ om zelf orde op zaken te stellen.
De accountants beloofden beterschap en bedachten een Monitoring Commissie Accountancy. Die kwam met kloeke analyses en leverde in januari haar nog altijd zeer harde eindrapport. Daarin stond dat het ministerie van Financiën zware druk op de accountants moest zetten, omdat ze nog steeds een ‘onacceptabel hoog’ aantal fouten maken. De Nederlandse Beroepsorganisatie Accountancy was volgens de commissie nog te veel een slappe belangenclub om de branche scherp te kunnen houden. Kortom, zelf orde op zaken stellen bleek een illusie.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen